‘Maar ik blijf niet, hoor’, waarschuw ik voor de zekerheid.
Rachel lacht. ‘Zie maar.’
In het holst van de nacht halen zij en haar man Gideon me af van het kleine station in Rugby. ‘God bless you, fijn dat je er bent.’ Verbaasd onderga ik hun omhelzing.
De volgende morgen word ik wakker in een zonnige kamer die uitkijkt over het erf van de manor. Het landhuis staat aan het eind van een slaperig dorpje. In de verte beginnen de heuvels. ‘Good morning dear, God bless you’, begroet een oudere vrouw mij als ik de keuken betreed. Ze heeft lang sluik haar en draagt een jurk met kraaltjes. Voor ik iets terug kan zeggen heeft ze me in een stevige omhelzing genomen. Als ze loslaat, vertelt ze dat ze Sarah heet.
De eetkamer stroomt vol met zo'n dertig volwassenen en kinderen. ‘Good morning, God bless you, I love you’, klinkt het overal. Op de lange tafels staan kommen met havermoutpap te dampen. ‘Thank the Lord for another day and for this wonderful food’, roept Pauly, een jolige veertiger. ‘Halleluja!’ roept de rest in koor. ‘And for our wonderful cook’, voegt Pauly eraan toe als hij de quasi-verontwaardigde blik van zijn vrouw Joy vangt. ‘Amen’, kraait Pauly’s tweejarige tweeling eenstemmig.
De voorloper van de Family, de Children of God, werd in 1978 opgericht in Arizona door dominee David Brandt Berg. De kerkeraad had hem zojuist zijn gemeente afgenomen. Volgens Family-overlevering omdat hij geen raciale scheiding in zijn kerk duldde, maar Bergs latere ideeën doen anders vermoeden. Berg veranderde zijn voornaam in Mozes en besloot met een handvol volgelingen op eigen houtje zijn versie van Gods woord te verkondigen.
De doorbraak kwam toen Bergs moeder haar zoon vroeg naar Californië te komen. Daar werden de stranden bevolkt door hippies die totaal van God los waren. Een preek leek op zijn plaats. En zo geschiedde, met succes. Berg en de zijnen, ook wel de Royal Family genoemd, vestigden zich op Tenerife. Door middel van Mo-letters, Bergs eigen geboden aan zijn volgelingen, hield hij contact met de andere kolonies.
‘Een te gekke tijd was dat’, zegt Rachel. Als psychologiestudente maakte ze in 1974 tijdens een stage in een Londens ziekenhuis kennis met verpleger Gideon. ‘Terug in de collegebanken verloor ik hem uit het oog. Toen ik hoorde dat hij bij de Children of God was gegaan ben ik hem gaan opzoeken. Ik wilde die rare club wel eens zien. En toen ben ik meteen gebleven.’
Rachel gaf haar studie eraan en trouwde met Gideon. ‘Mijn ouders vonden het niet eens zo erg. De Heer was altijd al heel belangrijk geweest in ons gezin.’ Het jonge echtpaar verhuisde naar Amsterdam. De sekte groeide. ‘Het huis aan het Singel werd veel te klein. In de Kerkstraat kraakten we er een pandje bij. Het was zo klein dat we bij toerbeurt moesten slapen. De ene groep ging overdag getuigen op de Dam of het Leidseplein, de andere was ’s avonds in onze discotheek. Wie er echt niet meer in paste, sliep in het Vondelpark.
Discotheek de Poorboy Club op de hoek van de Prins Hendrikkade en de Nieuwebrugsteeg was de uitvalbasis van de Family. Hier werd gedanst, gezongen en van God verteld. 'Stralen moesten we, zei de leiding’, vertelt Rachel. ‘Als ze de liefde in onze ogen zouden zien, zouden ze ons willen leren kennen en ook de liefde van Jezus willen ervaren. En het werkte. Elke dag kwamen er nieuwe mensen bij. Okee, er werden wel wát verleidingskunsten toegepast. Een aantrekkelijk meisje dat van God spreekt maakt nu eenmaal meer indruk dan een onaantrekkelijk meisje.’
MOOI EN verleidelijk zijn om zielen te winnen zou later bewuste strategie worden. Sekteleider Berg, door leden liefkozend Dad en door hun kinderen Grandpa genoemd, begon in zijn kolonie op Tenerife te experimenteren met seks als middel van getuigen. Toen zijn vrouw Maria op een avond in een club danste met een ‘eenzame treurige man’, moedigde Berg haar aan verder te gaan. De man, Arthur, werd lid.
Seks is een eerste levensbehoefte en een gift van God, meende Berg. De mensheid dient daar ten volle van te genieten. Jaloezie was uit den boze en monogamie geen regel. Liefde was niet exclusief en Gods liefde al helemaal niet. Flirty fishing of ff-ing, zoals de methode ging heten, werd in de praktijk vooral bedreven door vrouwen. Regelmatig werden ze in de kraag gevat en - hoewel de verleende diensten gratis waren - aangeklaagd wegens prostitutie.
Een ander bijverschijnsel van ff-ing is de elfjarige Shanthi, de oudste dochter van Joy. In tegenstelling tot haar zes hoogblonde broers en zussen heeft zij een onvervalst Indisch uiterlijk. Donkere huid, iets gebogen neus en prachtige lange zwarte haren. Joy ontmoette Shanthi’s vader toen zij en Pauly in India woonden. Bijster bijzonder vindt ze de omstandigheden waaronder haar dochter verwekt werd niet. ‘Op een avond ontmoette ik een man in een bar, een beetje eenzame, melancholische figuur. Ik praatte met hem en vertelde hem van Gods liefde. We hebben ook samen gebeden en hij is die avond gered. Toch voelde ik dat hij meer nodig had. Van het een kwam het ander en van het ander uiteindelijk Shanthi.’ En dan plotseling fel: ‘Ik vertik het om me te gaan verontschuldigen. Dad kan nou wel op het hele ff-ing zijn gekomen, maar ik vond het geweldig. Seks is niet vies of van de duivel, dat maken de katholieken er maar van. Shanthi is een Jesus-baby. Ze is geboren uit pure, onzelfzuchtige liefde. Ze is een zegen van God.’
Shanthi is een van de laatste kinderen die uit ff-ing werd geboren. Gods zegen bleek zich niet uit te strekken tot immuniteit voor het aidsvirus. In 1987 verbood de leiding seks met niet-leden op straffe van uitsluiting.
‘HOE ZOU JOUW perfecte dag eruitzien?’ vraagt de zestienjarige Catherine als we een wandeling door de heuvels maken. Zonder op antwoord te wachten vervolgt ze: ‘Ik zou wakker willen worden naast de man van mijn dromen, uitgebreid in bed ontbijten en er dan de hele dag niet meer uit komen.’ Ze trekt betekenisvol haar wenkbrauwen op. ‘Heb je een vriendje dan?’ wil ik weten. ‘Mja, zo'n beetje. Ik mag hem alleen niet zoenen. Nou ja, niet écht. Hij is 21, volwassen dus, en ik ben nog maar een tiener. Dat mag niet samen van Grandpa. Ik mag nog helemaal niks.’ Volgens de nieuwe regels mag Catherine pas op haar achttiende seksueel actief worden. En dan alleen met mannen van hooguit zeven jaar ouder.
Dat is wel eens anders geweest. In de beginjaren heerste, zoals in veel groeperingen van de love and peace-periode, de opvatting dat kinderen net als volwassenen wezens waren met seksuele behoeften. Daar moest je niet krampachtig over doen, die moest je stimuleren. Het beste voorbeeld van een dergelijke vrije opvoeding was Davidito, het zoontje van Bergs vrouw Maria en resultaat van ff-ing. Over de eerste jaren van het jongetje, dat werd aanbeden alsof hij de Messias zelf was, publiceerde de Family The Story of Davidito. Alle aspecten van de opvoeding van de peuter, nu 22 jaar oud, komen aan bod. ‘Davidito vindt het geweldig om Dave en Sally te zien vrijen. Hij hijgt en stuitert mee en valt na afloop uitgeput neer alsof hij het zelf heeft meegemaakt.’ Ook gefrunnik van volwassenen aan zijn eigen lijf vond hij volgens het boek geweldig.
Toen de aanklachten wegens kindermisbruik zich opstapelden, kregen de leden de opdracht alle bestaande exemplaren van het boek te vernietigen. De seksuele vrijheid werd stevig aan banden gelegd. Gemeenschap met minderjarigen, niet-leden of leden uit een andere kolonie werd verboden op straffe van uitsluiting. Buitenechtelijke relaties binnen de kolonie mogen nog wel, mits alle partijen akkoord gaan. De Family werd net zo preuts als het gemiddelde gereformeerde gezin. Een ongevaarlijke bijbelclub.
Maar nog lang nadien voerden politie-eenheden invallen uit op kolonies over de hele wereld. Kinderen werden meegenomen en getest, volwassenen gearresteerd. Nooit is het tot een veroordeling gekomen. ‘Vormfouten en omkoperij’, liet de antisektegroep Countercog in antwoord op iedere vrijspraak weten.
‘THANKYOU LORD, we love you Jesus.’ De huiskamer na het ontbijt. Devotions, oftewel bijbelles. In een kring zitten verschillende leden. Hoofd gebogen, handen gevouwen. ‘Waar moeten we vandaag voor bidden?’ vraagt Gideon. Het wordt de gezondheid van de kinderen, van wie er, ondanks het lekkere weer, nog veel hoesten.
Eigenlijk is het een beetje tamme boel op de manor. ‘s Morgens eerst devotions, vervolgens hebben de kinderen les van Sarah, dan lunch, de afwas ('Geloof me, het is hier meer borden spoelen dan hersenspoelen’) en de boodschappen.
De meeste leden hebben geen baan, de sekte leeft vrijwel uitsluitend van giften. Ex-leden en vrienden die lidmaatschap één brug te ver vinden spekken de bankrekening. Daarnaast hebben de bewoners van de manor prima contacten met de plaatselijke middenstand en met de groothandels in Birmingham. Brood van een dag oud, een partij blikgroenten waarvan het etiket is losgeweekt… God zorgt voor alles en de Family is overal blij mee.
ZATERDAGOCHTEND. Geen devotions vandaag. Met een man of acht gaat de groep de stad in om te getuigen. ‘We’re gonna save a few souls, today’, zegt Thaddeus, een gedistingeerde zilvergrijze vijftiger. Gewapend met stapels literatuur proppen ze zich in het gammele volkswagenbusje. Het kan niet anders of Gods zegen rust op het ding want na een kort gebed rijdt het zonder morren de snelweg naar Birmingham op.
Zielen moeten er gered worden. Het in de bijbel voorspelde einde der tijden is nabij. Wie zich dan niet achter Jezus heeft geschaard is verloren. Op een plein in het centrum van de stad parkeert Thaddeus de bus. Het is prachtig weer. Op de terrasjes aan het plein is het druk. Catherine pakt haar gitaar en loopt spelend langs de tafeltjes. Ze zingt erbij. ‘You have to be a baby to go to heaven.’
‘Hij zegt niet dat je móet geloven’, vertelt Sarah aan een jonge man. ‘Hij zegt niet dat je hem móet volgen. Hij steekt alleen zijn hand uit. Het is aan jou of je die hand pakt.’
‘Jesus loves you’, voegt de zesjarige Isabel eraan toe. Ze legt een klein handje op zijn mouw en houdt haar hoofd een beetje scheef. De man kijkt met een hoe-kom-ik-hier-uitblik om zich heen. Maar Sarah heeft grover geschut achter de hand. Uit haar tas komt een folder. ‘Know the future!’ staat erop. ‘En terwijl de antichrist en zijn volgelingen Gods kinderen vervolgen zal God plagen, pestepidemieën en zelfs vreemde monsters loslaten die de slechte mensen van de Duivel zullen aanvallen. Gods profeten zullen grootse wonderen verrichten om het Evangelie en de kinderen van God te redden. De slechtsten van al worden in een meer van vuur gegooid als straf voor hun duivelse rebellie. Heel misschien, als zij berouw tonen, mogen ze eruit en verder leven in de nieuwe wereld.’
‘Wil je met mij bidden?’ vraagt Sarah. De man zucht en geeft zich over. In godsnaam dan maar, lijkt hij te denken. En dat is precies de bedoeling.
Eén uur, lunchtijd. ‘Nu gaan we de bedrijfsleider van McDonald’s redden’, roept Pauly. Het is geen grapje. Een liedje, een foldertje en een praatje. Dat is alles. Nog geen kwartier later zitten ze met z'n allen achter gratis junkfood. ‘They’re nice kids’, verklaart de bedrijfsleider. ‘Zolang ze maar niet elke week komen.’ ‘Halleluja, praise the Lord’, grijnst Pauly en zet zijn tanden in een cheeseburger.
(‘DIE MUZIEK en dat “Jezus houdt van je” deden het voor mij’, zegt Hannah, nu ex-lid. Vierentwintig jaar geleden trad ze toe tot de sekte. ‘De doorbraak kwam toen ik met een paar vrienden op Pinkpop was. Toen ik er stond tussen al die mensen met hun drank en drugs dacht ik: “Heer, is dit mijn generatie? Is dit mijn toekomst?” Toen zag ik in het publiek een jongen met een gitaar en ik wist meteen dat hij bij de Children of God hoorde. Ik weet niet waarom, dat zág ik gewoon. Ik ben op hem af gelopen en op de parkeerplaats heb ik Jezus in mijn hart gevraagd. Het was of ik thuiskwam.’ Een paar dagen later was Hannah lid.
Bij haar man Joshua ging de bekering nog sneller. ‘Ik ontmoette de familie in 1970 op het strand in Californië. Ik gaf mijn hart aan Jezus en ben meteen gebleven. Het was net als in Mattheüs: “De vissers verlieten hun netten en volgden Hem.” Pas na een paar dagen kwam ik ertoe om mijn moeder te bellen.’
‘Dat vind ik wel erg’, onderbreekt Hannah. ‘Zo creëer je wantrouwen. De Family had een heleboel verdriet en onbegrip kunnen voorkomen als ze de nieuwelingen hadden gestimuleerd afscheid te nemen van hun familie en hun keus uit te leggen.’
Na omzwervingen over de hele wereld kwam Joshua terecht in de Amsterdamse kolonie. Hij ontmoette er Hannah en ze trouwden. Het succes van de Family was in Nederland al een beetje op zijn retour. Gods woord sloeg niet meer zo aan als in de jaren zeventig. Bovendien nam het aantal leerplichtige kinderen in de Family toe. De Nederlandse leerplichtwet verbiedt ouders om hun kinderen zelf te onderwijzen. Seculiere scholen ziet de Family niet zo zitten. Veel leden trokken daarom naar Afrika en Azië, waar zij een willig oor vonden voor hun boodschap.
Ook Hannah en Joshua wilden weg. Naar Indonesië. Maar het werven van fondsen voor de reis wilde niet lukken. ‘Op een gegeven moment hebben we toen maar werk gezocht en zijn we uit de Family gestapt. Ja, zonder problemen’, voegt Hannah eraan toe. ‘De anderen vonden het jammer dat we weggingen, maar ze hebben ons echt geen strobreed in de weg gelegd.’
Hannah en Joshua zijn nu lid van de Volle Evangelische Gemeenschap in hun woonplaats. ‘Vooral vanwege de muziek.’ Ze kijken met plezier teug op hun tijd bij de Family. ‘Vroeger probeerden we anderen wel eens uit te leggen hoe het zat, maar ze wilden er niet over praten’, zegt Hannah. ‘Er is wel eens iemand van zo'n antisekteclub bij mijn ouders aan de deur geweest. Mijn vader heeft hem toen gezegd: “Mijn dochter is volwassen en maakt haar eigen keuzen. Die respecteer ik.” Ik was ontzettend trots op hem.’ Joshua: ‘Voor mijn moeder is de Family 'die groep die haar zoon kidnapte’. Dat krijg je nooit uit haar hoofd gepraat.‘
MIJN LAATSTE AVOND op de manor. 'Kun je niet blijven?’ vraagt Pauly. ‘Dan kan je onze biografie schrijven.’ ‘Alsjeblieft niet!’ schrikt Gideon. ‘Dan komt haar familie klagen dat we haar ontvoerd hebben. Zorg jij maar dat je morgen op tijd op de boot bent’, dreigt hij met zijn vinger.
Zonder problemen haal ik de volgende dag de trein naar Harwich. Thaddeus brengt me naar het station. Voor ik mag instappen pakt hij mijn handen en bidt dat ik maar veilig thuis mag komen. Nog een warme hug en ik mag gaan. Op de boot kijk ik in het kleine boekje met bijbelinterpretaties dat ik van Rachel kreeg. ‘God bless you’, staat op het schutvel. ‘We pray we will see you again. If not here, in heaven.’
Een brave bijbelclub
ALS IK DE leiding van de Family, voorheen de Children of God, vraag of ik eens een kijkje mag komen nemen, is dat geen probleem. ‘Prima’, schrijft Rachel, sheperdess van een kolonie in het Engelse Leicestershire. ‘We verheugen ons op je komst.’
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/1998/10
www.groene.nl/1998/10