De personages uit het toneelstuk dwalen als flarden poëzie door de beroemde bundel: de almachtige moeder (‘toen gij schreeuwde en uw vel beefde/ vatten mijn beenderen vuur’), het joch dat niet groot wil groeien, de wegkijkende vader, de geliefde met de trekken van de moeder. Claus’ poëtische fascinaties voor de thema’s van het surrealisme stuiteren door de toneeltekst: l’amour fou, de doodsdrift, zwarte droomsymboliek. Het verhaal van Een bruid in de morgen is snel verteld. Een moeder wil haar twee intiem met elkaar omgaande puberkinderen Thomas en Andrea uit elkaar scheuren. Het joch moet bij een oudere nicht in bed worden gedropt, het meisje wordt verbannen naar het platteland. De moeder heeft te laat in de gaten dat ze aldus een tijdbom in haar gezin monteert, die voortijdig ontploft en haar dochter het leven kost.

Claus leende thema’s uit Tennessee Williams’ Glazen speelgoed, hij jatte slim bij toneelschrijvende collega’s Miller en Lorca. En hij bleek de receptuur van drama als geen ander te beheersen: een gewiekste afwisseling van sterke dialogen en goeie monologen, vijf karakters ontdaan van koude-grondpsychologie, de thrillerconstructie mét cliffhanger (‘het publiek moet na de pauze wel terugkomen’) en een plot met liefde als verboden vrucht versus uithuwelijken als slecht idee. Het duurde twee jaar voor een (Nederlandse) regisseur de wereldpremière kon brengen. Het rooms-katholieke dagblad De Tijd signaleerde in 1955 een ‘hol, bombastisch toneelstuk over onfrisse mensen, die in hun zieke hersens een drama uitspinnen dat een vakkundig auteur van stuiverromans nog zou versmaden’. Met zulke publicitaire vijanden had je ook anno 1953 geen vrienden meer nodig.

Maren E. Bjorseth (Noorwegen 1984), die in Amsterdam toneelregie studeerde, heeft het stuk nu geënsceneerd met acteurs van Toneelgroep Amsterdam. Ze heeft ruis geschrapt, stof van jaren weggeblazen en de lengte teruggebracht tot ruim anderhalf uur zonder pauze, in een (letterlijk) doorzichtige en nagenoeg kaalgeslagen omgeving (ontwerp: Marjolijn Brouwer). Het openingsbeeld laat geen twijfel over de intensiteit van de relatie tussen Thomas (Alwin Pulinckx) en Andrea (Hélène Devos). De aankomst van Nicht Hilda (Camilla Siegertsz) maakt ondubbelzinnig duidelijk welke maskerade hier wordt opgevoerd door Hilda en de moeder (Marieke Heebink). In deze vierhoek heersen achtereenvolgens een pathologische angst voor volwassen worden (Thomas en Andrea) en de doodsangst om door de mand te vallen (Hilda en de moeder).

In de derde akte speelt Claus dat spel hoog uit. Om te beginnen door niet alleen de vader (Fred Goessens) maar ook Thomas tijdelijk buiten beeld te laten verdwijnen. En daarna zijn het louter de vrouwen die aan de knoppen draaien. Bjorseth en haar actrices boetseren daar een klein half uur groots toneel bij elkaar. Eerst een op de vuurrand van de hysterie getoonde ‘toneel-aria’ van Camilla Siegertsz. Waarna de moederfiguur van Marieke Heebink op alle remmen trapt en de verboden liefde van broer en zus meedogenloos een halt toeroept: ‘Dit is wat er nu gedaan moet worden. Het snijdt als een mes door heel zacht, heel teder vlees. Geloof niet dat ik het met een blij hart doe. Maar het moet. Het is geen valstrik zoals jij geloofde, maar een noodoplossing.’

De apotheose van de avond beviel me matig: een melodramatische operafinale, beetje raar. Maar, ik zag de laatste try-out, die sowieso wankel in de kuiten stond. Het is een korte serie, dus dat wordt vast beter. Claus-fans en toneelliefhebbers: opgelet!


Een bruid in de morgen, t/m 18 oktober in Theater Frascati Amsterdam, met uitzondering van 12 en 13 oktober. Zie ook www.tga.nl


Beeld: Alwin Pulinckx, Hélène Devos, Marieke Heebink, Fred Goessens in Een bruid in de morgen (Jan Versweyveld / TGA)