
Maar mijn hoofd is nog helemaal vol van wat ik net gelezen heb: Stad der engelen van Christa Wolf (vertaling Gerrit Bussink, Van Gennep, € 22,50), die op 1 december 2011 overleed. Zomer 1992, Los Angeles. Christa Wolf merkt dat ze haar haren begint te verliezen. Het is een teken van de emotionele break-down die we stap voor stap mogen volgen. Ze keert de hele hutkoffer van de Duitse geschiedenis om, om uit te komen bij haar schuldgevoel over wat er in 1992 boven komt uit de Stasi-dossiers. Want van Christa Wolf was er een enorme stapel slachtofferdossiers: haar halve leven was door de geheime dienst opgetekend. Maar er is ook één ‘daderdossier’. Als I.M. (informeel medewerker) had ze rond 1960 contact gehad met de Stasi. Ze verwijt zichzelf nu vooral dat ze dat vergeten is. Terwijl de Duitse kranten haar aan de schandpaal nagelen, verdiept zij zich in haar eigen geschiedenis, drijfveren en idealen. Fascinerend hoe iemand zichzelf zo grondig kan analyseren. En tot de conclusie komt dat ieder weldenkend mens last heeft van een opspelend geweten ‘wanneer we zien dat geen van onze onvermijdelijke beslissingen goed is, dat we geen keuze hebben tussen fout en goed’.