Florence Pugh als Katherine in Lady Macbeth, regie William Oldroyd © Cherry Pickers Filmdistributie

De hoofdpersoon in de verfilming van Nikolaj Leskovs korte verhaal De Lady Macbeth uit het district Mtsensk uit 1865 is een mix van drie literaire figuren: naast Shakespeare’s machtsbeluste vrouw is er ook D.H. Lawrence’s dame van stand die hunkert naar een arbeider en Euripides’ heks die uit wraak haar kinderen vermoordt. Deze drie vrouwen – Lady Macbeth, Constance Chatterley en Medea – hebben met elkaar gemeen dat ze grenzen overschrijden uit protest tegen heersende conventies. Wat er dán vrijkomt aan oerkrachten is levensgevaarlijk, een mix van liefde, seks en geweld.

‘Hou je van mij, verafgood je mij?’ wil Katherine (Florence Pugh) weten van Sebastian (Cosmo Jarvis). Zij is getrouwd met een Engelse landheer, hij is een stalknecht die inderdaad smoorverliefd is op haar. We zijn op het platteland, rond 1880, en Katherine’s echtgenoot Alexander (Paul Hilton) is op zakenreis als de dame en de arbeider iets met elkaar krijgen, net als Constance en Mellors in Lady Chatterley’s Lover. Maar tijd voor eindeloos hunkeren, zoals bij Lawrence, heeft deze Katherine niet.

Bij haar slaat het verlangen, zo lang opgekropt doordat ze maar binnenshuis moest blijven, snel om in een plan dat haar in staat moet stellen haar nieuw gevonden macht permanent te maken. Hiervoor is ze tot alles bereid, zelfs wanneer er een neefje in het spel komt dat een bedreiging vormt voor zowel haar status als eigenaresse van het landgoed als voor haar relatie met Sebastian.

Het verhaal van de Russische schrijver Leskov, generatiegenoot van Tolstoj en Dostojevski, had altijd al een ondermijnend karakter. In 1936 werd Jozef Stalin woedend toen hij de opera van Sjostakovitsj gebaseerd op Leskovs verhaal in Moskou zag. De volgende ochtend volgde er een vernietigende recensie in Pravda. Het stuk speelde in op ‘de perverse smaak van de bourgeoisie door middel van schreeuwerige, neurotische muziek’.

De bespreking bevatte eigenlijk een kern van waarheid, want bij Leskov overheerst inderdaad een morbide, soms satirische toon. Opvallend is dat de regisseur van de nieuwe filmversie, een debuut van de ervaren Engelse theater- en operaregisseur William Oldroyd, kiest voor een serieuzere benadering. Zijn Katherine is te intelligent om neurotisch te zijn, te sterk om platvloers te zwichten voor het perverse. Oldroyd fotografeert haar in strakke kaders gevormd door een statische camera die de strikte grenzen van haar wereld creëert. Haar hunkering is naar buiten, naar de ‘dingen van de natuur’ die haar moeder haar als kind leerde. ‘Buiten’ is waar het verbodene te vinden is: Sebastian, paddenstoelen waar je soep van kunt maken (waar Euripides bij komt kijken) en aarde waar je lichamen in kunt begraven. Katherine heeft ‘buiten’ nodig om haar vrijheid te vinden.

Het plezier van Lady Macbeth ligt in de strikte vormgeving die de thematiek van bevrijding prachtig illustreert en in de sterke performances, vooral die van de jonge Pugh in de hoofdrol. Ze beeldt de figuur van de femme fatale perfect uit, in die zin dat we de drie genoemde schaduwen uit de literatuur zo mooi terugzien in haar personage. ‘Ze is een ziekte,’ verzucht een mannelijk personage op een gegeven moment in het verhaal. Dat is ook zo, maar wie Lady Macbeth ziet voelt zich heerlijk, of je nu man bent of vrouw.


Te zien vanaf 13 april