Chadwick Boseman als de trompettist Levee Green in de film Ma Rainey’s Black Bottom © David Lee / Netflix

‘Ze geven niks om mij. Ze willen alleen mijn stem.’ Met deze woorden van Ma Rainey, the mother of the blues, is eigenlijk alles gezegd. In de Netflix-film Ma Rainey’s Black Bottom komt de legendarische zangeres die het Amerikaanse Zuiden aan het begin van de twintigste eeuw veroverde op het eerste gezicht over als een onhandelbare diva. Ongeduldig, excentriek, veeleisend en brutaal direct. Maar Ma Rainey – prachtig vertolkt door Viola Davis – is wie ze is, omdat ze zich pijnlijk bewust is van haar positie als zwarte artiest in een door witte mannen gedomineerde muziekindustrie. Het is eten of gegeten worden. ‘Ze gaan me behandelen zoals ik dat wil, hoeveel pijn het ze ook doet.’

De muzikale film is gebaseerd op het gelijknamige toneelstuk van de Amerikaanse schrijver August Wilson, ‘de toneeldichter van zwart Amerika’. In zijn tiendelige theaterreeks The Pittsburgh Cycle, tweemaal bekroond met een Pulitzer, legde hij het leven van Afro-Amerikanen in elk decennium van de twintigste eeuw vast. Wilson schreef de stukken tussen 1982 en 2006 en stierf zes maanden na voltooiing. De reeks, geschreven in het Afro-Amerikaans Engels van de arbeiderswijk waarin hij opgroeide, was zijn levenswerk en zijn bijdrage aan het Afro-Amerikaans cultureel erfgoed. Ma Rainey’s Black Bottom was in 1984 het tweede toneelstuk uit de reeks. Wie eerder de verfilming van Fences (2016) zag, herkent er Wilsons poëtisch-realistische stempel in: grote verhalen die gaan over de menselijke conditie. Producer Denzel Washington, die samen met Davis in Fences speelde, kocht de rechten van The Pittsburgh Cycle en is van plan om de overige acht theaterstukken met Netflix uit te brengen.

Anders dan van haar protegé en jongere blueslegende Bessie Smith, over wie eerder de filmbiografie Bessie (2015) verscheen, bestaat er relatief weinig beeldmateriaal van Ma Rainey, geboren in 1886 – volgens haarzelf in 1882 – in Georgia en overleden in 1939. Met een maatje 44 voldeed ze niet aan het schoonheidsideaal dat platen verkocht. Zoals vaker bij zwarte artiesten werd haar historische invloed op de muziekwereld over het hoofd gezien. Tot nu. Wilson riep Afro-Amerikanen op om hun eigen geschiedenis te schrijven, door zelf podia te creëren en kunst voor eigen publiek te maken. Deze film, voor en achter de schermen gedragen door zwarte mensen, geeft daar gehoor aan.

Een van hen is actrice Viola Davis. Ze zou naar de opnamen zijn gekomen met een volgekrabbeld script met ezelsoren. Ze onderzocht alles wat er te vinden was over Ma Rainey. ‘Ik wilde dat mensen zouden zien dat, hoezeer ze ook aan de top van haar vak stond en succes bereikte, ze nog steeds om erkenning vocht’, zei Davis. En daar zit een parallel met haar eigen carrière. Davis is de eerste en enige zwarte vrouw met een Triple Crown – de hoogste onderscheiding in film, televisie en theater. Ze kreeg een Emmy voor haar rol als strafrechtadvocate Annelies Keating in How to Get Away With Murder, en zowel een Tony als een Oscar voor haar vertolking van Rose Lee Maxson in Fences. Davis wordt ook wel eens ‘de zwarte Meryl Streep’ genoemd. Tot groot ongenoegen van Davis zelf. Niet omdat ze niet van Streep houdt, maar omdat die vergelijking net de ongelijkheid laat zien.

Toneelschrijver en Broadway-regisseur George Wolfe, bekend van de musical Bring in ’da Noise, Bring in ’da Funk (1996) blijft in zijn verfilming trouw aan de bron en focust op de theatrale en muzikale elementen, soms ten koste van het cinematografische. Toch slaagt zijn film – mede dankzij de bluesmuziek – erin om de intensiteit van het verhaal van Ma Rainey’s Black Bottom over te brengen zonder te vervelen. De film opent met een tentoptreden van een sensueel dansende Ma Rainey in een satijnen jurk met glitters en pluimen, en met diamanten oorbellen en gouden tanden. Moeiteloos mixt ze de klassieke blues van het Zuiden met variété en vaudeville. De zomerse hitte van Georgia, de intimiteit van de setting, de interactie met het publiek, de smeltende kleurrijke make-up op haar gezicht en het trage ritme van de blues – het is magisch, erotisch bijna. Ma Rainey omarmde haar lichaam en zong openlijk over haar aantrekkingskracht tot vrouwen. Queerness vieren en body positivity promoten in 1900 – daar had je bakken lef voor nodig.

Dit was de setting waarin Ma Rainey, die al sinds haar tienerjaren op het podium stond, op haar best was. In het gesegregeerde Zuiden kon ze groot worden dankzij liveoptredens voor eigen, zwart publiek. Maar dat veranderde in de jaren 1920, toen miljoenen Afro-Amerikanen tijdens de Grote Migratie naar de steden in het Noorden trokken op zoek naar een beter leven. De vraag naar platen steeg, en zo werd Ma Rainey een van de eerste zwarte vrouwen die haar muziek ging opnemen. In de context van deze historische verandering speelt Ma Rainey’s Black Bottom zich af.

Als de blikken van de witte stedelingen konden doden, hadden de bandledende studio nooit gehaald

Na de tentscène verandert de setting dan ook abrupt. Het zwoele platteland wordt verruild voor de drukke stad, met toeterende auto’s en een betonjungle die de hitte van de zon versterkt. Samen met haar begeleidingsband neemt Ma Rainey op een hete zomerdag in 1927 in Chicago een plaat op. De bandleden lopen door de stad in keurige driedelige paarse krijtpakken met bretels en hoeden. En als de blikken van de witte stedelingen konden doden, hadden de mannen de muziekstudio nooit gehaald. De Grote Migratie van de Afro-Amerikanen werd gedreven door de American Dream – terwijl ze nog onbewust waren van het feit dat die droom niet voor hen bedoeld was.

De getalenteerde trompettist Levee Green is de belichaming van die nieuwe, naïeve hoop. Ambitieus, energiek en optimistisch. Het is tragisch dat net dit personage de laatste vertolking is van de jong gestorven Chadwick Boseman, bekend van zijn rol als King T’Challa in de Marvel-film Black Panther. Zijn naam gonst als favoriet voor een postume Oscar. Levee gelooft dat als hij maar hard genoeg werkt, hij daarvoor beloond zal worden. Een voorbeeld van hoe de valse belofte van meritocratie een jonge zwarte man compleet gedesillusioneerd achterlaat. De sluwe platenbaas Mr. Sturdyvant vraagt hem om dansnummers te schrijven met de belofte dat hij zijn muziek kan opnemen. Met een groeiende zwarte populatie in de steden zagen muziekstudio’s een gouden kans om een nieuw publiek aan te boren. Dankzij de zogenaamde race records konden zwarte artiesten op grote schaal hun muziek verspreiden, maar hun uitbuitende contracten zorgden voor een zwakke positie. De zwarte artiest vernieuwde en verkocht, maar de welvaart ging rechtstreeks naar de witte managers en studio’s.

Viola Davis als Ma Rainey © David Lee / Netflix

Het verhaal in het toneelstuk van Wilson vond plaats tijdens de winter, maar regisseur Wolfe koos voor de zinderende hitte van een Chicago-zomer. In de behind the scenes-special op Netflix legt hij uit dat hij de intensiteit van de zon wilde reflecteren op zijn personages, die voortdurend aan het zweten, deppen en wapperen zijn. De hemel is niet helderblauw, maar grijsbruin. Het is naar die hemel dat Levee kijkt, wanneer hij te horen krijgt dat hij zijn muziek niet kan opnemen en woedend door een deur stormt. Het is de deur waar hij in het begin van de film naar verwijst. Iedereen verklaart hem voor gek, maar Levee blijft proberen om hem te openen en te kijken wat erachter zit. Uiteindelijk zien we slechts een claustrofobisch kleine binnenkoer en vier hoge muren. Een deur naar nergens. ‘De deur is het racisme in Amerika’, zegt Wolfe. Het gevoel van verstikking is compleet. De platenbaas koopt Levees nummers voor vijf dollar per stuk, alsof het een liefdadigheidsgebaar is. Later zien we een groep witte mannen stijf en knullig Levees nummers in de studio opnemen. Zoveel onrecht en onmacht laten je als kijker verweesd achter. Je begrijpt Ma Rainey’s diva-attitude een stuk beter.

Zij is de enige die zich bewust is van haar positie. Haar stem is haar macht, en daaraan klampt ze zich vast tot aan het einde. ‘Zodra mijn stem op een van hun machines staat, behandelen ze me als een hoer en trekken hun broek weer aan. Dan ben ik niet meer van nut.’ Zodra de bijdrage van zwarte kunstenaars is omgezet in een product worden ze nutteloos. De zwarte mens is een leftover, zingt de oude pianist Toledo in zijn muzikaal intermezzo, en slaakt een diepe zucht. ‘Maar eerst moet hij weten dat hij een restje is.’

De woede van Rainey is ook de woede van Davis. Een interview uit 2018, waarin de actrice vertelt hoe de filmindustrie haar niet op waarde schat, gaat sinds de release van Ma Rainey’s Black Bottom opnieuw viral. Over de loonkloof tussen mannen en vrouwen in Hollywood laat Davis weten dat die strijd voor zwarte vrouwen anders is: ‘Wij krijgen ongeveer een tiende van wat een witte vrouw krijgt.’ De actrice staat al jaren aan de top, maar het geld en de rollen die bij zo’n status horen, ziet ze niet. ‘If there is no one like me, pay me what I’m worth.’ Het had uit de mond van Ma Rainey kunnen komen.

Na de jaren twintig en dertig in Chicago te hebben doorgebracht, keerde Ma Rainey terug naar het Zuiden. Haar contract met Paramount Studios werd beëindigd, haar muziek was niet meer modern genoeg. Ook het lot van Levee is shakespeareaans tragisch. Fatalistisch? Misschien. Maar als zwarte persoon in het structureel racistische systeem van de Verenigde Staten lijkt het verdomd moeilijk om niet fatalistisch te zijn. De American Dream – controle over je eigen levensloop – is voor de zwarte Amerikaan een illusie. Geen geschikter muziekgenre dan de blues om dat gevoel over te brengen.

Ma Rainey’s Black Bottom is nu te zien op Netflix