Daarna, tijdens de bezetting van de Sovjet-Unie werd dat cultureel nationalisme, gekenmerkt door katholiek conservatisme, in Litouwse poëzie en proza vastgehouden. Maar de canon is ook voor een groot deel bepaald door Litouwse emigranten. In de jaren twintig en dertig trokken zo’n zestigduizend jongeren van rond de achttien naar de Verenigde Staten. Daar gingen zij naar de universiteit en ontwikkelden moderne Litouwse literatuur, poëzie, filosofie en kunst. Omdat het werk van deze emigranten niet werd geaccepteerd in Litouwen kreeg het veel aandacht. Maar pas toen Litouwen in 1990 weer onafhankelijk werd, begon een zogenaamde correctie van de canon. Met andere woorden: er werd hevig kritiek geuit op de katholieke Litouwse cultuur. Het resultaat is een nog steeds voortdurend proces van herinterpretatie van onze culturele waarden.’
Niet alleen de totstandkoming maar ook de inhoud van de Litouwse canon is beïnvloed door de geschiedenis van het land, volgens Donskis: ‘Geschiedenis is hier een obsessie, zo vormen politieke ballingschap en het verlies van je moederland centrale thema’s in onze cultuur. Ook zijn onze sociale wetenschappen beïnvloed door de VS, omdat een groot deel van onze canon door emigranten is ontwikkeld. Dat geldt niet voor poëzie en proza, die in de VS binnen de Litouwse gemeenschap zijn gebleven.’
Volgens Donskis is de Litouwse canon nog lang niet af. Ten eerste omdat veel joodse en Poolse invloeden nu nog buiten beschouwing worden gelaten. Ten onrechte volgens hem, want er zijn bijvoorbeeld veel invloedrijke joodse Litouwers zoals kunstschilder Chaïm Soutine, violist Jascha Heifetz en beeldhouwer Jacques Lipchitz. Ten tweede omdat veel hedendaagse denkers, schrijvers en kunstenaars zich nu nog ontwikkelen en dus leden van de canon zijn en zullen worden. ‘Dat is ook de reden dat de canon nog geen concrete, papieren vorm heeft gekregen’, aldus de hoogleraar. ‘Bovendien moeten we de totstandkoming van de Litouwse canon in Europees perspectief zien’, onderstreept Donskis nadrukkelijk. ‘Dat betekent dat mijn Litouwse identiteit is verbonden met Europese geschiedenis: mijn cultuurbesef is niet volledig zonder namen als Rembrandt en Mozart. Maar dat betekent ook dat Litouwen deel moet uitmaken van een Europese canon. De Europese cultuurhelden van weleer, zoals Händel en Van Dijck, waren meertalig. Hun werk was grenzenoverschrijdend. Die tendens zouden we in ere moeten herstellen. Om dat te bereiken zou de Europese Unie zich minder moeten richten op institutionele en politieke zaken en meer aandacht moeten hebben voor het humaniseren van cultuur. Universiteiten kunnen daarin een rol spelen, want het allerbelangrijkste is een dialoog tussen schrijvers uit verschillende disciplines. Het verbreden van het academische vakgebied Europese studies in culturele zin is daarbij onmisbaar.’ Maar Donskis blijft realistisch: ‘Het vastleggen van Europa’s culturele erfgoed gaat veel tijd kosten, al is een Europese canon geen fictie.’
Leonidas Donskis is hoogleraar filosofie en senior fellow van het Center for Emigration Studies van de Vytautas Magnus Universiteit te Kaunas, Litouwen.
De SICA (Stichting Internationale Culturele Activiteiten) organiseert op 8 december 2006 een conferentie over het idee van een Europese Culturele Canon. Tot de sprekers/deelnemers horen Tzvetan Todorov, Asli Erdogan (Turks auteur), Vytautas Landsbergis (oud-president Litouwen), Ton Bevers (Erasmus Universiteit) en Susan Legène. Moderator is Michaël Zeeman. De conferentie maakt deel uit van de Dare2Connect Europaweek, van 6 tot en met 10 december in Felix Meritis. Informatie op www.sica.nl en www.dare2connect.nl