Hanan Benammar in Ways of Seeing © Leif Gabrielsen

Een groot wit houten huis met een azuurblauwe rand onder de oranje dakpannen gaat deels schuil achter een haag van coniferen. Er ligt sneeuw, de groene bomen wuiven zachtjes heen en weer, een vogel fluit en in de verte blaft een hond. Er is geen mens te zien maar het is een prachtig plaatje. Een volgend huis is minstens zo mooi, even Scandinavisch, vredig en vriendelijk, met een vogelhuisje naast de voordeur. Een ander huis heeft meer weg van een fort, een sterk staaltje design gebouwd boven op een heuvel. Het huis heeft glazen puien en moet licht en transparant zijn, maar van deze afstand blijft het interieur uit het zicht.

Zwembaden en naaldbossen, vijvers met bruggetjes en een sculptuurpark – de huizen die voorbij komen in het toneelstuk Ways of Seeing vormen het middelpunt van kleine paradijzen, privéterreinen afgesloten van de buitenwereld door een meer of minder vriendelijk vormgegeven hek. Hier wonen de kopstukken van de Noorse politiek en media en onbekendere grootheden uit de financiële sector. In de maanden na de première van het toneelstuk, op 21 november 2018 in het Black Box Teater in Oslo, zouden bij sommige van deze huizen dreigbrieven worden bezorgd, leuzen op de buitenmuur verschijnen en een prullenbak en een auto in vlammen opgaan.

Ways of Seeing is een kleine productie van een gelegenheidsgezelschap. Pia Maria Roll werkt als regisseur, van haar kwam het idee voor een toneelstuk over surveillance, maar het stuk leunt uiteindelijk zwaar op persoonlijke ervaringen van de actrices Sara Baban en Hanan Benammar. Baban is een Noorse actrice met een Koerdische achtergrond die als kind uit Irak vluchtte voor het regime van Saddam Hoessein. In Ways of Seeing vertelt ze over haar verlangen naar Rojava, de Koerdische enclave in Syrië. Benammar is een Frans-Algerijnse beeldend kunstenaar die verhuisde naar Noorwegen om zich aan de politieke erfenis van Jean-Marie Le Pen te onttrekken. De voorstelling begint bij haar.

In een sterke monoloog vertelt ze over haar Algerijnse vader, die vocht in de onafhankelijkheidsoorlog, en over zichzelf, geboren in Frankrijk bij ouders die worstelden met hun bestaan in dat land. Ze ging naar de kunstacademie nabij Versailles maar voelde zich niet thuis in het historische hart van de Franse macht. Toen ze ontdekte dat een huis van Le Pen zich tegenover de school bevond, besloot ze haar studie elders voort te zetten.

Noorwegen was even een opluchting, gaat ze verder, maar na de Breivik-aanslagen op 22 juli 2011 voelde ze de noodzaak om zich beter in het land te verdiepen. Samen met Baban bracht ze een netwerk van politici, mediamagnaten en geldschieters in kaart dat extreem-rechts gedachtegoed de Noorse maatschappij in pompt, of een oogje dichtknijpt. Ze beïnvloeden de levens van velen met hun ‘klassiek nationalistische’ agenda, in het stuk omschreven als ‘de noodzaak van een sterk leger om Noorwegen te beschermen tegen bedreigingen van buitenaf in combinatie met het idee van moslims als een interne vijand van de Noorse cultuur’. Daarom besloten Baban en Benammar hen voor Ways of Seeing ook persoonlijk te bezoeken, althans hun huizen. Benammar: ‘Ik wil mijn lichaam heel dicht bij deze mensen brengen. Zo dichtbij als hun voordeur. Ik wil naar hun huis kijken, omdat het huis de plek is waar we ons allemaal het veiligst voelen.’

Het toneel is donker en kaal op enkele verplaatsbare bomen en struikgewassen na. Op een scherm verschijnt het eerste huis dat de vrouwen bezochten én filmden, het witte huis met de blauwe rand, het huis van de kersverse minister van Justitie, Openbare Veiligheid en Immigratie. Tor Mikkel Wara zit op die post namens de Vooruitgangspartij (FrP), de rechtse partij die op dat moment met zeven ministers in het kabinet van premier Erna Solberg vertegenwoordigd is. Benammar zegt dat ze zeven uur lang voor zijn huis zaten.

Ruim twee jaar na de première van Ways of Seeing spreek ik Benammar aan de telefoon. Ze zegt dat het in Noorwegen sinds 22 juli 2011 niet langer mogelijk is om over ‘extreem-rechts’ te praten terwijl extreem-rechts volgens haar de macht in handen heeft. Hun retoriek is die van velen geworden. Neem bijvoorbeeld Dream from Disneyland, een opiniestuk dat in 2010 verscheen in de grootste krant van het land, Aftenposten. Het werd geschreven door Kent Andersen van platform Document.no samen met FrP-politicus Christian Tybring-Gjedde, die Donald Trump nomineerde voor de Nobelprijs voor de vrede. In het stuk richtten ze zich tot de Arbeiderspartij: ‘Wat was er mis met de Noorse cultuur, aangezien u vastbesloten bent deze te vervangen door iets dat u multiculturalisme noemt? Wat is het doel van onze eigen cultuur in de rug steken?’ Benammar: ‘Breivik is natuurlijk een extreem-rechtse terrorist, maar hun ideologie is dezelfde. En dat mag je niet zeggen.’

De kunstenaars bezochten ook de huizen van Andersen en Tybring-Gjedde. Ze wisten dat ze zich daarmee de woede van deze mensen op de hals zouden halen. Benammar: ‘We wisten dat ze na Ways of Seeing achter ons aan zouden komen. We wisten ook dat ze ons als radicaal-links zouden wegzetten en dat zelfs links het toneelstuk niet zou bevallen. Het is niet het doorsnee “moslim”-verhaal waar ze hier van houden. Het zijn verdrietige verhalen die we vertellen, maar we zijn geen slachtoffers en we vragen niet om hulp. We richten ons tot het publiek.’ Op sommige momenten in het stuk gebeurt dat expliciet.

De eerste bespreking van Ways of Seeing verscheen in Aftenposten: ‘Wanneer linkse kunstenaars zich verschuilen in de Thuja-haag’ (23 november 2018). De auteur heeft het onder meer over ‘snikfilming’, stiekem filmen, en daarmee kwamen de (extreem-)rechtse media op stoom. Benammar: ‘Het was als de doos van Pandora, we hadden geen idee wat eruit te voorschijn zou komen. We wisten dat het zou exploderen, we wisten alleen niet dat ze deze vrouw in hun midden hadden.’

In retrospectief kun je zeggen dat op dat moment het Noorse netwerk in werking trad, precies zoals dat in Ways of Seeing was beschreven. Radertjes gingen draaien, poppetjes werden ingelicht en trollen gemobiliseerd.

Eén persoon uit rechtse hoek ging het stuk met eigen ogen bekijken, Laila Anita Bertheussen, de levenspartner van minister Wara. Niemand had ooit van haar gehoord, tot op 1 december 2018, tien dagen na de première, een stuk van haar verscheen in de tabloid Verdens Gang, de meest gelezen krant online. Ze had in Ways of Seeing beeldopnamen van haar huis gezien en was not amused. Ze stelde altijd in de anonimiteit te hebben willen leven en onderstreepte het harde werk van haar man voor het land. ‘Ondertussen zit een groep “kunstenaars” een overvalverhaal aan elkaar te naaien waarin hij, de beste van ons allemaal, in hun absurde wereld wordt geschreven met aanwijzingen dat hij een racist en een nazi is. Zij noemen het kunst, ik noem het een grove inbreuk op mijn privacy.’ Ze ondertekende: ‘Laila Anita Bertheussen, moeder.’

In no time stonden de adressen van de theatermakers online. Baban was het voornaamste doelwit in een storm van artikelen en (doods)bedreigingen en verbleef op een geheim adres. Maar nog geen week later kwam het eerste teken van wat leek op een medestander, mogelijk zelfs een uit ‘eigen’ gelederen. Op de auto van minister Wara verscheen namelijk een hakenkruis en op zijn mooie witte huis stond in rode letters ‘rasisit’ gekalkt, ‘racist’, maar dan verkeerd gespeld, alsof het was geschreven door iemand die de Noorse taal niet machtig was. In januari 2019 vloog in de tuin een vuilnisbak in brand, in februari hing aan de auto een zelfgemaakte brandbom. Ondertussen arriveerde de ene na de andere dreigbrief, niet alleen bij Wara en Bertheussen, maar ook bij het echtpaar Christian en Ingvild Smines Tybring-Gjedde. Eén brief was een collage van woorden van Benammar uit een interview. Een andere brief was besprenkeld met hondenurine en bevatte een wit poeder.

In de tuin vloog een vuilnisbak in brand, aan de auto hing een zelfgemaakte brandbom. Ondertussen arriveerde de ene na de andere dreigbrief

De ironie was dat met elke nieuwe aanslag aan het adres van Wara en Bertheussen, die zo met hun privacy waren begaan, nieuwe beelden van hun huis groot in de kranten verschenen.

Tijdens de aanslagen tussen december 2018 en maart 2019 hield Noorwegen de adem in. Ways of Seeing werd in maart nog één keer opgevoerd, een uitverkochte avond waarop je volgens Benammar een speld kon horen vallen. De kunstenaars, vaak aangeduid als ‘linkse radicalen’, werden als schuldigen aangewezen door mensen die het stuk niet eens hadden gezien. Politici deden hun zegje op rechtse platforms en sociale media en mochten zich in de grote kranten nader verklaren.

Christian Tybring-Gjedde schreef bijvoorbeeld op Facebook: ‘Black Box Teater legitimeert zijn haat tegen Noren door middel van een absurde, door de staat gefinancierde theatervoorstelling. Degenen die opkomen voor Noorwegen en waarschuwen voor het islamitisch fascisme moeten onder het mom van artistieke vrijheid tot stilte worden gedwongen. Dit is te danken aan het feit dat Noorwegen mensen op de vlucht verwelkomt (…).’ Noorwegen kent een solide subsidiestelsel voor de kunsten maar de FrP wilde die van het theater stopzetten. Christians vrouw Ingvild Smines Tybring-Gjedde, op dat moment staatssecretaris van Aardolie en Energie, deed op het rechtse platform Human Rights Service de uitspraak dat ze de zaak ‘hoger in het politieke systeem’ had opgenomen. En Tor Mikkel Wara, nog altijd de minister van Justitie, plaatste een opiniestuk in Aftenposten: ‘Het Black Box Teater is moreel bankroet.’

Anne-Cécile Sibué-Birkeland is sinds 2016 directeur van het Black Box Teater. Ze noemt theater een ‘speculatief’ medium. Sibué-Birkeland: ‘Er is een gat tussen wat je op het toneel wel en niet te zien krijgt en daar ontstaat de kunst. Dat is een plek voor metaforen, voor allegorie en voor interpretaties, daar vindt de verbeelding plaats. In het geval van Ways of Seeing werd dat gat heel extreem: het gesprek erover had niets meer te maken met het eigenlijke toneelstuk.’

Mensen hadden werkelijk geloofd dat de vrouwen uren, soms zelfs dagen voor de huizen hadden gelegen, in weer en wind, verstopt in de bosjes. Ze waren wel degelijk bij de huizen geweest, maar niet langer dan een kwartier. Een spannend moment in Ways of Seeing vindt plaats bij het huis van Helge Lurås van platform Resett. Plots zien ze hem, zeggen ze, poedelnaakt in de badkamer. Online werd toen de vraag opgeworpen: waar zijn de tapes, en wat als de kunstenaars deze openbaar maken?

De kunst werd niet begrepen, zelfs niet in een toneelstuk dat een titel draagt die zo duidelijk verwijst naar de kunst, naar Ways of Seeing, de beroemde televisieserie van John Berger. Het is een probleem dat Sibué-Birkeland de afgelopen jaren zag verergeren onder de toenemende invloed van de rechts: ‘Zij hanteren een heel letterlijke benadering van wat kunst is. Ze nemen één element uit een kunstwerk, presenteren dat in een andere context en ridiculiseren de kunst. We weten allemaal hoe gemakkelijk dat is.’

Ze geeft meer voorbeelden van kunstenaars die daar in Noorwegen recent de dupe van werden: ‘Het is een methode geworden, en het is heel moeilijk om daar strategieën tegen te bedenken. Rechts is goed in het bouwen van een narratief. De uitdaging voor de kunst ligt erin dat onze taal complex is en die van hen eenvoudig.’

De media zijn volgens haar deel van het probleem, op een paar uitzonderingen na. Weinig goede journalistiek, veel opiniestukken. ‘Er is in Noorwegen een verkeerd begrip van “vrijheid van meningsuiting”. We vinden dat iedereen een podium moet krijgen, inclusief extreem-rechts. Naar mijn idee genereren ze daarmee spektakel en draait het voor een belangrijk deel om clickbait en advertenties.’

Ook al stuitte de FrP op hevige weerstand, de partij ondernam daadwerkelijk stappen om de subsidie van haar theater stop te zetten. Sibué-Birkeland noemt het werkelijke censuur en zeer verontrustend en zegt dat bezuinigingen op cultuur een angst zijn voor de aanstaande verkiezingen. Die zijn in september.

Oslo, 14 maart 2019. Politie doorzoekt het huis van toenmalig minister van Justitie Tor Mikkel Wara en zijn partner Laila Anita Bertheussen © Heiko Junge / NTB scanpix / AFP / ANP

Ways of Seeing is genadeloos in de beschrijving van de staat van het land. Maar het toneelstuk is óók ontroerend. Niet alleen wanneer de geest van Benammars vader (gespeeld door Ali Djabbary) tot ons spreekt of Baban Koerdische liederen zingt. De ontroering zit in het hele gegeven van twee vrouwen met een niet-westerse achtergrond die kamperen voor de dichte deuren van de witte macht. Ways of Seeing geeft een beeld van ontreddering, geenszins van de haat en terreurdreiging waar media en politiek hun mond vol van hadden.

Bertheussen deed aangifte tegen de kunstenaars en het theater wegens de schending van haar privacy, maar juist op dit punt zit het stuk ook nog eens razend slim in elkaar. De tocht langs de huizen líjkt namelijk niet alleen onschuldig, dat ís ze ook, zo blijkt wanneer een bekende oud-advocaat en oud-rechter van het hoogste gerechtshof in Noorwegen het toneel betreedt. Ketil Lund speelt zichzelf en heeft daarmee een geweldige rol. Baban vraagt hem of dat een misdaad is: kijken naar huizen. Welnee, antwoordt hij, zolang je op de openbare weg staat, mag dat. Of dat ook voor háár geen misdaad is, vraagt ze, hintend naar haar afkomst. Nee, voor haar ook niet. Of ze ook mogen filmen? Niets mis mee, zolang je geen mensen filmt. Lund: ‘Je moet onthouden dat straf een reactie is die de maatschappij oplegt aan “een kwaad”, zoals wij advocaten dat noemen, die de maatschappij oplegt aan hen die schade of gevaar veroorzaken of andere hoogst verwerpelijke dingen doen, maar dat doen jullie niet, toch?’

‘Deze kleine theatergroep is extreem dapper geweest om het netwerk rond de Vooruitgangspartij in Oslo te identificeren en te benoemen’

Maart roert zijn staart. Op 10 maart brandde de auto van Wara en Bertheussen, na de eerder verijdelde brandbom, alsnog af. Het land was begaan met het lot van het gezin en de druk op de theatermakers liep verder op. Op 13 maart zei premier Erna Solberg: ‘Ik denk dat degenen die het stuk hebben gemaakt eraan moeten denken dat ze ook helpen om de aandacht te vestigen op politici en hun omgeving en mensen, wat ertoe bijdraagt dat het moeilijker wordt om politicus te zijn.’ Ook zij had de voorstelling niet gezien.

En slechts een dag later, op 14 maart, terwijl minister Wara stond te debatteren over Brexit, viel een speciale eenheid van de inlichtingendienst zijn eigen huis binnen en arresteerde zijn eigen vrouw, Bertheussen, op verdenking van betrokkenheid bij de aanslagen. Op 28 maart 2019 trad Wara af.

Kai Strittmatter werkt als Scandinavië-correspondent voor de Süddeutsche Zeitung. Hij versloeg de kwestie uitvoerig in de krant en stond perplex van de Noorse berichtgeving op het moment dat de aap uit de mouw kwam. Strittmatter: ‘Samengevat waren de nieuwsberichten kort. Verdens Gang stelde in een eerste stuk dat Wara de beste minister van Justitie was die ze ooit gehad hadden, en in een tweede stuk vroeg de krant zich af: hoe moet het nu verder met dit arme gezin?’

Strittmatter was twintig jaar werkzaam geweest in China en nog maar net terug in Europa. Strittmatter: ‘Europa was veranderd met de opkomst van de rechts-populistische beweging. Maar dit is een van de verhalen die me hebben geleerd dat het niet wezenlijk uitmaakt hoeveel stemmen deze partijen krijgen bij de verkiezingen. Het tipping point in de maatschappij lijkt wanneer ze deel gaan uitmaken van de regering. Dit is wanneer ze werkelijk invloedrijk worden, wanneer het perspectief kantelt en hun taal deel wordt van de mainstream. De theatermensen werden daar het slachtoffer van.’

De rechtszaak vormt het slotstuk van deze nordic noir, een genre waarin het gelikte voorkomen van de Scandinavische landen, met hun lieflijke huizen en bergen sneeuw, iets verborgen houdt.

In de herfst van 2020 vonden de verhoren plaats. De bewijslast tegen Bertheussen was overweldigend. Van het onbeholpen handschrift van de dreigementen konden experts zeggen dat het wel degelijk van een geboren Noor afkomstig was. De stappenteller in haar telefoon verried activiteit rond een nachtelijke aanslag, de magnetische contacten op ramen en deuren hadden elke beweging geregistreerd. Er was het vel postzegels waar precies de postzegels op ontbraken die gebruikt waren voor de verzending van de brieven. De printopdracht voor het stuk dat gebruikt was voor de collage. Het feit dat ze voor een aanslag de tijden checkte van de bus die voor het huis langs reed. De fles alcohol die ze kocht voordat de auto in brand vloog (Bertheussen: ‘Ik wilde rendiervlees gaan roken. Het lag al in de pekel’). Het toneelstuk zelf werd opgevoerd als bewijsstuk, om aan te tonen dat niemand er een nazi in genoemd wordt en dat niemand was gefilmd.

Op 15 januari van dit jaar veroordeelde de rechtbank Bertheussen tot twintig maanden cel. Ze werd schuldig bevonden aan het bedreigen van de democratie en veroordeeld onder sectie 115 uit het strafrecht, voor aanslagen of bedreigingen jegens leden van het parlement.

De rechtszaak onthulde voor een belangrijk deel opnieuw het netwerk dat Ways of Seeing had laten zien. Een van de stuitendste onthullingen van het proces was het bestaan van een chatgroep tussen een aantal vrouwen in de politieke sfeer, onder wie Ingvild Smines Tybring-Gjedde, in januari 2019 benoemd tot minister van Openbare Veiligheid, Rita Karlsen van Human Rights Service en Bertheussen. In de periode van de aanslagen traden ze op als haar steun en toeverlaat, terwijl Tybring-Gjedde in dezelfde tijd van haar ook een dreigbrief ontving waarin ze werd uitgemaakt voor ‘FrP-hoer’.

Maar de groep ging verder dan dat. De vrouwen deden hun invloed gelden en jutten Bertheussen op (‘Maar je bent getrouwd met de minister van Justitie [smiley] hij kan hier VEEL mee!!!’). Samen bekokstoofden ze hoe Ways of Seeing eronder te krijgen, samen leverden ze input voor haar stuk in de krant. En na elke aanslag verscheen een bericht op Human Rights Service, vaak nog voordat de kranten er lucht van hadden gekregen.

‘Human Rights Service’ (HRS). Het is een naam die opduikt zowel in het toneelstuk als in de rechtszaak, een naam die vriendelijk klinkt maar in gebruik anders doet vermoeden. Sindre Bangstad is als onderzoeker verbonden aan het kifo-instituut in Oslo en auteur van Anders Breivik and the Rise of Islamophobia (2014). Hij deed onderzoek naar hrs en is zeer kritisch over de organisatie. Gesubsidieerd door de staat propageert ze extreem-rechts gedachtegoed, toegespitst op migratiebeleid, en daar blijft het niet bij: recent herleidde Bangstad haatberichten tegen een islamitische dichteres regelrecht naar hrs en Resett. Bangstad: ‘Ze verdienen geld aan het concept van “mensenrechten”. Mensen betekent bij hen de meeste mensen, behalve moslims.’

Ik vraag Bangstad hoe de FrP, de partij waar Breivik tien jaar lid van was, na Utøya zo populair wist te blijven. Zo populair zelfs dat de partij in 2013 door premier Solberg werd uitgenodigd om mee te regeren, voor het eerst sinds de oprichting in 1973. Hoe valt dat te verklaren? Bangstad: ‘Uit het gebrek aan bereidheid in de politiek en media om de confrontatie aan te gaan met de duistere en racistische onderstroom in de Noorse maatschappij, waarvan Utøya slechts één uiting is. Dat geldt ook voor de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij, wier jeugd het voornaamste doelwit was van Breivik.’ Over het conflict binnen de Arbeiderspartij in de nasleep van de aanslagen verscheen zojuist een boek, Arbeiderpartiet og 22. Juli, door historicus Hallvard Notaker. Bangstad: ‘Nu weten we dat Jens Stoltenberg, destijds premier en nu secretaris-generaal van de navo, iedereen in de partij en in de jeugdpartij vetode die vond dat de confrontatie moest worden aangegaan met de verbinding tussen radicale en extreem-rechtse ideologie zoals die bijvoorbeeld te vinden is in de Vooruitgangspartij. Met als belangrijkste argument dat dat ten koste zou gaan van de nationale eenheid.’

Nee, de bevindingen van Ways of Seeing verbazen hem niet. Bangstad: ‘Ik ben een uitgesproken antiracist en in Noorwegen betaal je daar een prijs voor. Als academicus deed ik al onderzoek naar racisme voor Utøya, maar zelfs in de tien jaar na het bloedbad heeft de Noorse Onderzoeksraad geen enkel onderzoek naar racisme willen financieren. Deze kleine theatergroep is extreem dapper geweest om het netwerk te identificeren en te benoemen, met name het netwerk rond de Vooruitgangspartij in Oslo en de vele miljonairs uit het bedrijfsleven die extreem-rechtse media in Noorwegen financieren. Ways of Seeing heeft hen dusdanig geprovoceerd dat ze bereid waren zo ver te gaan als ze zijn gegaan.’

Het recht heeft gezegevierd maar deze thriller is niet ten einde. Bertheussen ontkent en gaat in beroep, maar dat is slechts bijzaak. De teneur in het publieke debat blijft dat Ways of Seeing grenzen overschreed met ‘snikfilming’, ook al vonden de opnamen plaats in de volle openbaarheid en op legale gronden. Na afloop van de rechtszaak maakte Christian Tybring-Gjedde op Facebook de vergelijking tussen de kunstenaars voor zijn huis en nazi’s die in de Tweede Wereldoorlog op de loer lagen voor joden. Daarnaar gevraagd door de krant uitte hij opnieuw zijn afschuw van ‘de haat opgevoerd door het linkse radicale Black Box Teater’.

En geen van de grote media verdiepte zich in het werkelijke onderwerp van het toneelstuk: het vermeende netwerk in de Noorse samenleving. Niet racisme, maar het recht op privacy werd het leidende verhaal.

Benammar studeerde aan het Dutch Art Institute (dai) in Nederland ten tijde van de cultuurbezuinigingen. Er zijn plannen om Ways of Seeing naar Nederland en België te halen – landen met vergelijkbare problematiek maar waar een affaire als deze niet op dezelfde manier had kunnen ontsporen, denkt ze. ‘Nieuws uit landen als Nederland wordt snel internationaal opgepikt. Niet het nieuws uit Noorwegen, en dat maakt het kwetsbaar voor kritische stemmen.’ Ze denkt niet dat ze er haar draai zal vinden: ‘De Noorse identiteit is gebouwd op witheid. Als je zwart bent, lig je eruit. Je moet voortdurend vechten, in alle richtingen tegelijkertijd. Ik heb geen enkele belangstelling om in zo’n land te wonen. Voorlopig wil ik gaan reizen. Een vaccinatie halen en wegwezen hier.’