
Het was een poosje uit de mode, maar de dreiging vanuit Rusland is een grootse comeback aan het maken. Poetin stak de afgelopen maanden zijn middelvinger ferm uit richting het Westen als het bijvoorbeeld ging om homo- en algemene mensenrechten, om Edward Snowden, om de kwaliteit van hotelkamers voor onze journalisten in Sotsji en om de soevereiniteit van Oekraïne in het algemeen en de Krim in het bijzonder. Na jaren waarin het grootste gevaar voor het Westen uit de onoverzichtelijke Arabische contreien leek te komen, zou je bijna nostalgisch worden van de dreiging die er nu uit Rusland komt – hoewel het Rusland van nu natuurlijk niet meer hetzelfde rode gevaar is als het dertig jaar geleden nog leek te zijn.
Van een afstandje lijkt de Koude Oorlog een eenvoudiger en onschuldiger conflict dan we tegenwoordig elders zien. De benodigdheden: twee machtsblokken, twee niet met elkaar te verenigen ideologische systemen en een flinke dot nucleaire dreiging. Er waren geen onbeheersbare guerrillatactieken, geen zelfmoordaanslagen van leden van een subcel van een subcel van een terroristische organisatie. Beide partijen wisten dat ze een eenduidige vijand hadden en eenduidige bondgenoten en de vijandigheid werd vooral gevoed door dreiging en paranoia. De Koude Oorlog bood stof voor een royale hoeveelheid oudbakken James Bond-films, maar het vormt ook de achtergrond van de nieuwe Amerikaanse dramaserie The Americans. Wie vreest – of zich er juist op verheugt – dat de recente spanningen met Rusland tot een echte uitbarsting komen, doet er goed aan nu het eerste seizoen te kijken.
De serie volgt Philip en Elizabeth Jennings (Matthew Rhys en Keri Russell), een zachtaardig echtpaar dat in 1981 met hun kinderen Paige van dertien en Henry van tien in een buitenwijk van Washington D.C. woont. Ze runnen samen een keurig reisbureau, maar zijn vooral undercover kgb-spionnen. Twintig jaar eerder werden ze na een jarenlange training door de kgb in Rusland aan elkaar voorgesteld en als getrouwd Amerikaans stel naar de Verenigde Staten gestuurd om daar volledig geïntegreerd te raken, maar heimelijk spionagewerk te doen.
Elizabeth (voorheen Nadezhda) is een bikkelharde, toegewijde dochter van het moederland, terwijl Philip (voorheen Mischa) zich eigenlijk meer in de VS thuisvoelt dan goed voor hem is en zelfs overweegt over te lopen. Paige en Henry zijn oer-Amerikaanse kindertjes die niet uit de plaatselijke mall zijn weg te slaan en geen idee hebben dat ze een dekmantel vormen voor hun sovjetouders. Philip en Elizabeth zijn altijd alleen collega’s en ouders geweest, maar aan het begin van de serie lijkt er na al die jaren voor het eerst iets romantisch in hun relatie te sluipen. Tegelijkertijd krijgen ze een nieuwe buurman: Stan Beeman, een fbi-agent van de afdeling contraspionage.
De Koude Oorlog wordt belicht vanuit drie perspectieven: het Amerikaanse van de fbi via Stan Beeman, het Russische van de kgb via Nina Sergeevna – een medewerker van de Rezidentura die door Beeman wordt gestrikt als dubbelspion – en het perspectief van Philip en Elizabeth, die het undercover veldwerk moeten doen. Met de informatie die Stan, Nina, Philip en Elizabeth over elkaars partijen verzamelen, drijven ze de paranoïde motor van het conflict aan. De analoge manier waarop die informatie verzameld en de missies uitgevoerd worden, levert goede televisie op: Philip en Elizabeth vermommen zich tijdens hun missies met een schier eindeloze hoeveelheid rattige pruiken, en ze geven informatie aan ‘The Center’ gecodeerd door terwijl ze in de wildernis staan en met een enorme antenne verwoed contact proberen te krijgen. De sfeer wordt verder verankerd in de jaren tachtig door garderobes vol ribfluweel, zonnebrillen die het hele gezicht verduisteren, potkapsels en een goed uitgekiende soundtrack met onder andere Fleetwood Mac, Peter Gabriel, The Cure, Fad Gadget en Echo The Bunnymen.
De serie legt de status quo van de Koude Oorlog bloot en laat zien hoe die in stand gehouden wordt. Zowel de Russen als de Amerikanen zijn in constante staat van oorlogsparaatheid, maar geen van beiden heeft er echt zin in – of belang bij – om een werkelijke, nucleaire oorlog te laten uitbreken. Die noodzaak om het niet uit de hand te laten lopen houdt tegelijkertijd mede het conflict gaande: men moet weten waar de ander mee bezig is om de vijand op die manier voor te kunnen zijn als hij tot actie over zou gaan. Zo zijn de fbi en de kgb volledig op elkaar gericht en hun werknemers doen wat ze moeten doen om zichzelf staande te houden en de huidige situatie te handhaven. De Amerikanen en de Russen zijn er natuurlijk van overtuigd dat hun eigen ideologische systeem over de ander moet zegevieren, maar liever niet door het nucleair escaleren van een conflict. Ze weten ook dat er weinig nodig is om de situatie uit evenwicht te brengen. Zoals Nina Sergeevna zegt, met een hartverwarmend dik Russisch accent: ‘Both sides have their finger on the trigger, that’s how it happens. One mistake, that’s all it takes.’
Die paranoïde spanning komt misschien wel het best uit de verf in een aflevering die draait om de aanslag op president Reagan op 30 maart 1981, waarin historische feiten met de fictie van de serie vermengd worden. Stan Beeman en de fbi zoeken meteen naar een mogelijk verband tussen de schutter, John Hinckley Jr. en de kgb – het neerschieten van de president zou zomaar een eerste stap in een fysieke oorlog kunnen zijn.
De Russen zien de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Alexander Haig, tijdens een persconferentie vlak na de aanslag verklaren dat hij op dat moment de controle over het Witte Huis heeft. Haigs uitspraak destijds klopte constitutioneel gezien, hoewel het ook als wat ongepast pompeus machtsvertoon werd gezien. In The Americans interpreteren de Russen Haigs opmerking als een regelrechte coup en zijn ze bang dat de Amerikanen hun de schuld zullen geven van de aanslag op Reagan, om zo de coup te rechtvaardigen. Uiteindelijk overleeft Reagan de aanslag en blijkt dat Hinckley op hem geschoten heeft omdat hij indruk wilde maken op actrice Jodie Foster – maar die informatie komt pas als beide partijen zich inmiddels in blinde paniek in opperste paraatheid hebben gebracht, voor het geval de ander er iets mee te maken heeft of tot actie overgaat. En uiteindelijk verandert er, dat mag duidelijk zijn, niets.

Philip en Elizabeth zijn de pionnen in het veld die moeten handelen naar de blinde paniek van bovenaf, en hun situatie laat goed de overwegingen zien die ze moeten maken om het conflict niet uit de hand te laten lopen. Vanuit Moskou krijgen ze na de aanslag de opdracht om vast een angstaanjagend arsenaal explosieven op te graven en in kaart te brengen waar sleutelfiguren binnen de Amerikaanse overheid zich bevinden – voor het geval de Russen de schuld van de aanslag krijgen en die mensen uitgeschakeld moeten worden. Philip vindt de orders belachelijk en begrijpt dat de woorden van Haig niet als een staatsgreep geïnterpreteerd moeten woorden, maar Elizabeth vindt dat Philip verblind is door de schittering van het kapitalisme. Ze hebben een afluistertape waarop tussen geruis door vagelijk gesproken wordt over Haig en een nucleair programma, en Elizabeth wil de band direct doorsturen naar Moskou, maar Philip houdt haar tegen. ‘We will escalate, they will escalate, this thing will spin out of control.’ In het washok houden ze naast de wasmachine een pittige echtelijke ruzie, die door Philip gewonnen wordt met een zin die vaker een einde aan echtelijke ruzies heeft gemaakt: ‘For once, we’re gonna do it my way.’ De versmelting van politiek en hun huwelijk is compleet, al was het maar op het gebied van taal.
Het niet doorsturen van de tape blijkt de juiste keuze, de aanslag escaleert verder niet, en zo hebben Philip en Elizabeth hun leven op het spel gezet opdat er niets verandert aan de verhouding tussen de VS en de Sovjet-Unie.
Net als hun moederland en hun aangenomen thuisland houden Philip en Elizabeth elkaar in de gaten, maar hun werk en leven zijn zo met elkaar vervlochten dat ze volledig van elkaar afhankelijk zijn. Ze waren nog jong toen ze als stel in Amerika werden geplaatst en kunnen niet anders dan op elkaar vertrouwen. Philip en Elizabeth spelen dus een rol ten opzichte van hun doelwitten – met pruiken, brillen en fopsnorren – maar ook ten opzichte van elkaar en hun kinderen. Zonder die rollen kunnen ze hun werk niet doen, maar komen ook zijzelf en hun kinderen in gevaar. Dat geldt zelfs al binnen hun huwelijk: jarenlang speelden ze een verliefd en getrouwd stel, maar zodra er echte liefde bij komt kijken, compliceert dat hun werk, waar afstandelijkheid en koelbloedigheid voor nodig is. Ook tegenover elkaar moeten ze dus maar een façade ophouden, omdat anders alles in de soep loopt.
Voor de buitenwereld kunnen relaties zoals een huwelijk tussen twee mensen of een machtsverhouding tussen twee grootmachten een vanzelfsprekend en georganiseerd gegeven lijken. Maar er zijn geen regels voor hoe mensen binnen die relaties moeten handelen: niemand weet precies hoe het werkt en wanneer het misgaat. Uiteindelijk doet iedereen maar wat, lijkt de boodschap van The Americans te zijn. Zolang er een belang is om de situatie niet uit de hand te laten lopen en alles bij het oude te houden, gaat het leven door. Dat is goed om te onthouden, de volgende keer dat Poetin weer eens niet wil luisteren.
Het eerste seizoen van The Americans is net verschenen op dvd.
Beeld: (1 & 2) Elizabeth (Keri Russell) en Philip (Matthew Rhys) moeten in The Americans ook tegenover elkaar een façade ophouden (Craig Blankenhorn/FX).