
Het is vrijwel onmogelijk om over Sevdaliza (1987) te schrijven zonder een paar dingen te benoemen: dat ze een autodidact is die zelf volop bedenkt, zingt, produceert én uitbrengt, dat ze geboren werd in Iran en vanaf haar vijfde in Nederland woont, dat ze al jaren bezig is met een internationale zegetocht in met name Rusland en het Midden-Oosten, en dat haar liveshows ook nog eens imponerend goed zijn. Al die dingen kun je afdoen als randzaken bij haar muziek zelf, ware het niet dat de kracht van Sevdaliza’s nummers juist met dit alles lijkt samen te hangen. Tenminste, haar werk heeft een indringende kracht die losstaat van wat vandaag de dag gangbaar is, van de geijkte geluiden die gevestigde labels of Spotify-playlists voorschrijven. Dit is het soort muziek dat je krijgt als iemand compleet haar gang durft te gaan en niet camoufleert maar juist gebruikt wat haar onderscheidt van anderen.
Shabrang is Sevdaliza’s tweede album (ze bracht ook diverse EP’s uit) en voelt nog een slag doordachter dan haar eerdere werk. In deze mengelmoes van elektronica, triphop, avant-garde, pop, soms zelfs klassiek, neemt ze met haar bedwelmende stem het voortouw. Gastartiesten zijn er niet, en dat past ook bij de intieme ondertoon van het geheel: Shabrang voelt als een verbond tussen Sevdaliza en de luisteraar. Het is een album, ook, dat zich het best als één geheel laat beluisteren.
Zo vinden er voortdurend tempowisselingen plaats, soms midden in een nummer wanneer de muziek plots verspringt van een kalm pianoloopje naar een dreunende bas, waarna er een dichte, Portishead-achtige instrumentatie volgt vol gitaarriffjes en ongerichte bliepjes. En op al die muzikale ondergronden weet Sevdaliza zich raad, af en toe fluisterend, dan weer voluit zingend. Het is verleidelijk om haar stem vooral als een extra instrumentale laag te zien, maar intussen gebeurt er tekstueel veel. Sevdaliza gaat in op haar eigen schommelende mentale gezondheid, spreekt zich uit tegen racisme en seksisme, bekritiseert Trumps Midden-Oostenbeleid: ‘Every time, you’re another evil/ Waiting for an angel that you bring to hell.’
Hoewel Sevdaliza’s toonzetting nooit zwelgend wordt, zijn ironie of lichtheid duidelijk niet haar favoriete stijlmiddelen: Shabrang is behalve goed doordacht en gevarieerd ook een erg ernstig album, waar je je moedwillig aan moet overgeven om het helemaal te laten werken; hier en daar wordt het geduld van de luisteraar op de proef gesteld en het middenstuk bevat iets zwakkere nummers. Maar wie zich daar overheen zet, betreedt een uitgekiend muzikaal universum van een van de interessantste popartiesten van Nederland – een artiest van internationale allure die het niet te doen lijkt om het internationale podium.
Misschien spoort Sevdaliza andere (jonge) muzikanten hiermee aan om hun werk voortaan zelf te releasen. Misschien inspireert Shabrang zangers om hun achtergrond te benutten in hun nummers en niet meer te kijken naar wat nu zoal succes heeft, maar een volstrekt eigen stijl te ontwikkelen. Hoe dan ook zullen muzikanten proberen Sevdaliza en Shabrang te imiteren, maar zo krachtig als dat dit origineel wordt het niet gauw.
Sevdaliza, Shabrang