E, Eels © Gus Black / Pias

E, voorman van Eels, is na 23 jaar – en twaalf studioalbums – uitgegroeid tot een frontman die zich over alle aanvankelijke podiumschroom heen heeft gespeeld. Bovendien is hij zeldzaam behendig geworden in het laveren tussen een lastig evenwicht: melancholisch of ronduit verdrietig in zijn nummers, grappig ertussendoor. Soms plaatst hij zoveel lucht en leven tussen zijn nummers dat hij de vele angels eruit haalt, maar meestal is zijn balanceeract een geslaagde: de hand om de keel in zijn muziek, en daarna de bevrijdende lach. Voor heel even.

Eels heeft al jaren grofweg twee soorten nummers: luisternummers en rocknummers. Die tweede, zoals het vrolijke Today Is The Day en het opzwepende You Are the Shining Light, klinken fris en geïnspireerd, op Eels’ nieuwste studioalbum The Deconstruction. Lekker orgeltje ook. Maar zoals altijd vervliegen ze onmiddellijk wanneer E, op dit album geregeld ondersteund door een orkest, gas terugneemt en met die warme, raspende stem de verteller wordt die hij kan zijn. Het blijft indrukwekkend – nog steeds, hoe bekend zijn stijl inmiddels ook is – hoe E weet te raken met die korte, puntige, soms bijna kinderlijk eenvoudige zinnetjes van hem. Die in Premonition, bijvoorbeeld: ‘It’s not the weight you carry/ It’s how you carry it.’ Ergens in het niemandsland tussen cliché, tegelspreuk en poëzie, daar zit E een tekst als deze te schrijven. Een paar regels daarvoor: ‘The world can be a real mean place/ When no one’s got your back.’ Helemaal waar. Maar wat maakt dit nou een sterke tekstregel? Het zou wel eens in dat ‘mean’ kunnen zitten. Dat de wereld ‘gemeen’ kan zijn, dat zeg je tegen kinderen. Dat kan E heel goed; ingewikkelde dingen eenvoudig samenvatten. Daarom kan hij ook zo goed wat zo moeilijk is: de vreugde bezingen. Ronduit zingen dat hij het leven mooi vindt op dit moment, met zijn vrouw en gezin. Dat het goed is zo. Of ‘I love you’ zingen, en de schroom daarover zo treffend vangen in de erop volgende zin: ‘There I said it.’

De begeleiding is vaak sober. Het gaat om zijn woorden, de muziek ondersteunt ze en plaatst accenten, nooit speelt Eels door E heen. Het slotnummer is nog kaler dan sober: het klinkt als een preek vanaf het altaar. In Our Cathedral spreekt E de mensheid toe. Er is een plaats waar hoop en vrijheid nog bestaan, ook voor iedereen die ze verloren waande, die onschuld en illusies al lang geleden verloor. E zingt het, en als E het zingt, klinkt het alsof het waar is, of minstens zou kunnen zijn. Een lichte galm op zijn stem, als in die kerk. En een koor achter hem, als engelen.

Eels, The Deconstruction, verschijnt komende week bij Pias. Eels speelt 18, 19 en 20 juni in TivoliVredenburg in Utrecht en 21 juni in Paradiso, Amsterdam