EEN ILLUSIE LIGT IN DUIGEN; de paus draagt géén Prada.
Het was het trendy mannenblad Esquire niet ontgaan: op een schitterende lenteochtend stapte Benedictus XVI monter de trappen van de Sint-Pieter af op knalrode loafers. Al spoedig vormden de kekke schoenen een vast onderdeel van de pauselijke outfit en het onvermijdelijke gerucht zwol aan: de paus draagt Prada! Esquire riep Benedictus uit tot Accessoiredrager van het Jaar. Blijkbaar niet tot zijn genoegen. Na een jaar van speculatie over ’s pausen modieuze stappers maakt L’osservatore Romano een eind aan alle geruchten: ‘De paus bekleedt zich niet met Prada, maar met Christus.’ Waarvan akte. Maar het venijn zit in de staart. ‘De hedendaagse banaliteit heeft niet eens opgemerkt dat de kleur rood een duidelijke verwijzing is naar het martelaarschap’, gispt de Vaticaanse spreekbuis. De ophef over de pauselijke kledingkeuze is ‘een ergerlijk teken van de oppervlakkigheid van een tijdperk dat belachelijk maakt wat het niet begrijpt’. Inderdaad, voor wie het nog niet wist of het vergeten was: The Devil wears Prada.

BENEDICTUS en de buitenwacht, het lijkt geen gelukkige relatie. Geen paus in de recente geschiedenis heeft zo’n golf van kritiek losgemaakt als Joseph Ratzinger de afgelopen twee weken. De beslissing om de excommunicatie van vier schismatieke bisschoppen van de ultraconservatieve Priesterbroederschap Pius X op te heffen had niet op een ongelukkiger moment kunnen vallen: op de vooravond van de Holocaust Memorial Day en precies op de dag dat een van de weer in genade in de kerk opgenomen afvallige prelaten, Richard Williamson, op de Zweedse televisie nog maar eens ontkent dat er gaskamers hebben bestaan. What was the Pope thinking?
In het Duitstalige gebied is de schok enorm. ‘Der Entrückte – Ein deutscher Papst blamiert die katholische Kirche’, kopt Der Spiegel full cover; een Duitse paus, volkomen wereldvreemd. Maar voor Benedictus misschien nog wel pijnlijker – en in de geschiedenis van de katholieke kerk bijna zonder precedent: hooggeplaatste kardinalen, zijn meest loyale bondgenoten, kritiseren openlijk zijn beslissing. Te beginnen met kardinaal Christoph Schönborn van Wenen, in het conclaaf een van de drijvende krachten achter de keuze van Ratzinger. Al spoedig gevolgd door een pléiade van Duitse bisschoppen.
In de Romeinse curie buitelen kardinalen over elkaar heen met excuses en verklaringen, en wijzen vooral met de vinger naar elkaar. De bijna tachtig jaar oude Colombiaanse curiekardinaal Darío Castrillón Hoyos, hoofd van de pauselijke commissie Ecclesia Dei en belast met de zich al jaren voortslepende onderhandelingen met de schismatieke broederschap, zou voor zijn aanstaande pensionering de hereniging met de traditionalisten er doorheen hebben willen jassen. ‘Kluns!’ riep – volgens mensen die erbij waren – kardinaal Giovanni Battista Re, de pragmatische bureaucraat van de Congregatie voor de Bisschoppen, toen duidelijk werd wiens naam prijkte op het opheffingsdecreet dat Hoyos hem op een achternamiddag onder de neus duwde en dat hij bijna ongezien getekend had. Reconstructies worden gemaakt, verklaringen namens de paus uitgegeven.
‘De uitlatingen van Williamson hebben de paus en de katholieke kerk geschokt’, laat kardinaal-staatssecretaris Tarcisio Bertone weten. Op het staatssecretariaat, het politieke zenuwcentrum, heerst alom verwarring. En nauwverholen woede over zoveel geklungel.
‘Alsjeblieft’, verdedigt Hoyos zich, ‘we waren in dialoog met de leiding van de Priesterbroederschap. We hebben altijd alleen met hun generaal-overste, bisschop Bernard Fellay, gesproken. En tot het laatste moment hebben we niets over deze Williamson geweten, nooit is erover gesproken. Ik geloof echt dat niemand ervan wist.’

‘JODEN HEBBEN de holocaust verzonnen’, stelde Williamson al in 1989, een uitspraak die bij het googelen van ‘Broederschap Pius X’ ook vroeger al vrij snel op het scherm verscheen. ‘De joden hebben de holocaust bedacht zodat wij voor hen op de knieën zouden vallen en hun nieuwe staat Israël zouden erkennen. Protestanten krijgen hun orders van de duivel en het Vaticaan heeft zijn ziel verkocht aan het liberalisme.’ Anders dan zijn voorganger bezit Benedictus geen computer.
Dan verbreekt de opperrabbijn van Israël de betrekkingen met de Heilige Stoel. Opnieuw laat de paus zijn staatssecretaris reageren: ‘Als een vader gevoelig voor de geestelijke nood waarin de vier geëxcommuniceerde bisschoppen zeggen te verkeren, heeft de paus met vaderlijke barmhartigheid besloten de excommunicatie op te heffen’, aldus Bertone. Het Vaticaan laat verder duidelijk weten dat deze unilaterale handreiking niet los gezien kan worden van de keiharde eis van een spoedig blijk van ware trouw en erkenning van de pauselijke autoriteit middels het ondertekenen door de broederschap van alle tot nog toe door de traditionalisten verworpen documenten van het Tweede Vaticaans Concilie, waaronder de paragrafen over godsdienstvrijheid, scheiding van kerk en staat en, jawel, antisemitisme. Tot ze dat gedaan hebben blijven de vier bisschoppen gesuspendeerd, dat wil zeggen: ze mogen binnen de kerk geen enkel ambt uitoefenen of zelfs maar de mis opdragen. Een situatie overigens die voorlopig ook wel zo zal blijven, vermoeden insiders, want twee van de vier bisschoppen laten weten nooit de decreten van Vaticanum II te zullen ondertekenen. ‘Wij veranderen onze opvattingen niet, maar willen Rome bekeren’, roept bisschop Bernard Tissier de Mallerais strijdlustig.
Maar het is allemaal too little, too late. Bondskanselier Angela Merkel lijkt haar landgenoot persoonlijk verantwoordelijk te stellen en eist dat paus én Vaticaan ondubbelzinnig duidelijk maken dat niemand de holocaust mag ontkennen. ‘Die duidelijkheid is naar mijn mening nog niet toereikend verschaft’, zegt Merkel. Benedictus verschijnt de volgende dag op zijn gebruikelijke openbare woensdagaudiëntie en rept met geen woord over de zaak.
‘De paus heeft het loochenen van de holocaust meer dan afdoende veroordeeld’, rechtvaardigt woordvoerder Federico Lombardi. Hij verwijst naar de algemene audiëntie van een week tevoren waar Benedictus in algemene termen zijn ‘onbetwistbare solidariteit’ met het joodse volk uitsprak en, zonder Williamson bij naam te noemen, iedere relativering van de shoah uitdrukkelijk veroordeelde. Voor het staatssecretariaat is het dweilen met de kraan open. ‘De paus zou nú de telefoon moeten pakken en de opperrabbijn van Rome moeten bellen. En morgen, in de synagoge, zij aan zij met de rabbijn bidden, spreken, zingen’, klinkt het in de curie. ‘Een groot gebaar is dringend nodig.’
Want al stelt niemand, ook Merkel niet, de integriteit van de paus in Frage, duidelijk wordt toch dat Benedictus zelf in hoge mate debet is aan het echec. ‘Hij isoleert zich in toenemende mate’, ‘Hij omringt zich te veel met jaknikkers’, zeggen ingewijden op het Vaticaan. ‘Deze paus is geen profeet zoals Johannes XXIII en Johannes Paulus II, noch een bestuurder zoals Paulus VI. Deze paus is een professor. Hij heeft zijn eigen prioriteiten, waarvan het in de schoot der moederkerk terugbrengen van de Priesterbroederschap Pius X er een is, hij schrijft werkelijk mooie en geleerde boeken en speelt prachtig piano. Binnen de curie, onderwijl, heerst gebrek aan bestuur. Deze paus is geen politicus maar een kamergeleerde en ik denk niet dat hij lang genoeg heeft doorgedacht over de consequenties van zijn beslissing.’
Het beeld van een geïsoleerde, licht autistische en solistisch opererende paus wordt bevestigd door kardinaal Walter Kasper, eerstverantwoordelijke voor de oecumene en voor de betrekkingen met de joden. De onder Benedictus wat uitgerangeerde curiekardinaal verklaart in The New York Times dat hij nooit is geconsulteerd: ‘Het was een beslissing van de paus.’

HET GROTE GEBAAR zal er niet komen. Benedictus is er de man niet naar. Natuurlijk, iedereen die hem van wat meer nabij kent kan de woorden van Vaticaan-kenner John Allen alleen maar beamen: Joseph Ratzinger is de meest bescheiden, vriendelijke en oprechte man die men zich kan indenken. In zijn 24 jaar als curiekardinaal, de machtigste man na de paus, liep hij iedere ochtend, een sleetse leren aktetas in de hand, de paar honderd meter die zijn met boeken, piano en zwerfkatten volgestouwde appartement tegenover de Sint-Annapoort scheidde van het barse gebouw van de Congregatie voor de Geloofsleer waarvan hij de prefect was. Seminaristen met prangende theologische examenvragen en daklozen die om een praatje verlegen zaten, liepen dan vaak gemoedelijk een eindje met hem op.
Gehesen in de pontificale toog, zojuist tot paus verkozen, de handen heffend naar de menigte, terwijl de zwarte mouwen van een warm wolletje door het witte gewaad piepten, sprak Benedictus XVI zijn eerste pauselijke woorden: ‘Lieve zusters en broeders. Na de grote paus Johannes Paulus II hebben de heren kardinalen gekozen voor een nederige werker in de wijngaard van de Heer.’ Minder geplaagd door nederige scrupules knalde zijn voorganger Johannes Paulus er met veel bravoure meteen een ‘Geloofd zij Jézus Chrístus!’ in.
Al verwachtte niemand van Benedictus de mateloze flair van zijn grote voorganger, de verwachtingen waren in 2005 zeker hoog gespannen. Vrij algemeen werd ervan uitgegaan dat de gewezen grootinquisiteur als paus wel eens een verrassende draai zou kunnen maken. Als kardinaal was Ratzinger weliswaar verantwoordelijk geweest voor uiteenlopende zaken als het ‘definitief’ uitsluiten van vrouwen van het priesterambt, restricties aan de rol van leken, de veroordeling van de bevrijdingstheologie, maar de man die zijn vorige functie zelf ooit omschreef als ‘de kerk te beschermen tegen de vergissingen van vandaag’ staat boven iedere verdenking van nieuwlichterij en heeft, zo was de redenering, de handen vrij om de kerk weer eens bij de tijd te brengen.
En voortvarend begon de nieuwe pontifex met het opzetten van een informele denktank: de links-liberale filosoof Jürgen Habermas, de omstreden atheïstische journaliste Oriana Fallaci en zelfs zijn eeuwige grote tegenspeler, de dissidente Zwitserse theoloog Hans Küng, van wie hij als kardinaal in 1980 de leerbevoegdheid afnam, kwamen die eerste zomer in Castel Gandolfo op de koffie en de paus beleed keer op keer zijn ‘liefde voor een open dialoog en het debat’.
‘Ik nam aan dat deze uitnodiging de eerste was van een rij van koene daden waartoe deze paus in staat is’, laat Küng nu weten vanuit zijn zelfverkozen ballingschap in de Schwäbische Alb. ‘Helaas heeft Benedictus geen enkel teken van vernieuwing gegeven. Hij heeft eerst de moslims beledigd en nu de joden. De scherven zijn niet meer te lijmen en hij zal de geschiedenis ingaan als de paus van de bruuskering.’
Tegen het einde van het veelbelovend begonnen eerste regeringsjaar kwamen de eerste signalen van ommekeer. Getooid met een roodfluwelen muts met witte bontrand verscheen Benedictus op het Sint-Pietersplein en velen meenden dat de paus zich voor de gelegenheid had uitgedost als kerstman. Niet lang na de wederopstanding van deze pauselijke camauro volgde de saturno, een kwiek rood strohoedje dat vaag op de planeet Saturnus lijkt, en alras werd het gelovige volk vergast op uiteenlopende noviteiten als zwaar vergulde knielbanken, dito paustronen, de invoering van de tongcommunie, de ‘pauselijke asterisk’ en tal van soortgelijke curieuze voorwerpen waarvan de post-Vaticanum II-generatie – iedereen jonger dan pakweg vijftig jaar – het bestaan niet eens bevroedde, noviteiten evenwel die met elkaar gemeen hadden dat ze waren opgediept uit de oude doos. Lex orandi, lex credendi – zoals de kerk bidt, gelooft zij – zo vindt de paus en de witlinnen mijters maakten allengs plaats voor triomferend goudbrokaat, fantasiestola’s voor stijf geborduurde barokkazuifels. De door de Zusters van het Onbevlekte Hart van Maria gepottenbakte miskelken zijn van de altaren verdwenen.
In 2007 werd de Tridentijnse mis, de Latijnse liturgie van vóór het Tweede Vaticaans Concilie, weer in volle glorie hersteld. De Tridentijnse mis was destijds voor de scheurmakers van de Priesterbroederschap Pius X dé reden om zich af te scheiden. De Tridentijnse mis die, zoals Paulus VI het formuleerde, ‘als de witte vlag van de monarchisten na de Franse Revolutie een symbool geworden is van rebellie tegen het Concilie’. Maar op Palmzondag van het afgelopen jaar moest ook de moderne kruisstaf van voornoemde paus eraan geloven. De in 1964 door Lello Scorzelli voor Paulus VI ontworpen ijzeren ferula met de lijdende Christus aan het kruis, die in de laatste jaren één leek geworden met de stervende Johannes Paulus die zich ermee voortsleepte, is vervangen door een groot gouden kruis uit de negentiende eeuw. En in het Apostolisch Paleis is onlangs de eerste kardinaal met acht meter lange sleep gesignaleerd.

BOLOGNA 1997. Op een poppodium zingt Bob Dylan een hartverscheurende versie van Knockin’ on Heaven’s Door. Johannes Paulus, óók op dat podium, geeft blijk van zijn popkennis en richt zich tot de ouder wordende zanger: ‘Je zegt, mijn vriend, the answer is blowing in the wind. Maar het is niet de wind die dingen wégblaast; het is de adem van de Heilige Geest, die je roept en zegt: Kom!’
‘Tot op de dag van vandaag twijfel ik of het juist was deze zogenaamde profeet op het podium toe te laten’, schrijft Johannes Paulus’ opvolger in zijn autobiografie.
‘Ik ben een bijna fanatieke Dylan-fan’, zegt ethicus Jean-Pierre Wils terwijl zijn telefoons rinkelen. Journalisten willen een quote van de zojuist uit protest tegen het opheffen van de excommunicatie van Williamson uit de kerk getreden Nijmeegse hoogleraar. ‘Het is een en al restauratie wat de klok slaat. Als ik Ratzinger zie heb ik het gevoel te maken te hebben met een mengeling van angstvalligheid, koude intellectualiteit en ressentiment. De paus is eigenlijk boos op deze tijd en op de wereld.’
Benedictus heeft het door Johannes Paulus ingestelde kerstpopconcert op het Vaticaan afgeschaft. Eigenzinnige zangeressen als Lauryn Hill, die in 2003 paus en prelaten vanaf de bühne opriep boete te doen voor kindermisbruik door priesters, en Danielle Mercury, die in Brazilië condoomgebruik promoot, moeten hun heil nu elders zoeken. ‘Popmuziek is het voertuig van antireligie’, liet Ratzinger zich ooit ontvallen.
‘De paus heeft West-Europa opgegeven’, zegt Wils. ‘In de letterlijke betekenis van het woord is hij reactionair. Reactionairen zijn gemotiveerd door een ressentiment tegen de moderniteit. Hij heeft duidelijk een intrinsieke afkeer van alles wat zich sinds de zeventiende eeuw, sinds het begin van de Verlichting, heeft afgespeeld. Hij droomt van een zekere ecclesia perfecta die gewapend is tegen dit soort verzoekingen.’

BENEDICTUS’ kijk op het Westen is klip-en-klaar sinds tien jaar geleden de diepzinnige encycliek Fides et Ratio verscheen. De wereld wordt dom door ongeloof. Relativisme – ‘ieder mens en iedere tijd zijn eigen waarheid’ – is de wortel van alle kwaad en het einde van de westerse cultuur als zodanig. Scepticisme, dat ‘alles tot een mening reduceert’, eclecticisme, historicisme, pragmatisme en nihilisme ontkennen ten diepste het bestaan van een fundamentele, diepere waarheid. Alles is verhouding, met het gevolg dat er geen kern meer is, geen nucleus en uiteindelijk dus ook geen persoon. Een wereld die eerst ophoudt christelijk te zijn en kort daarna ook niet meer menselijk is. ‘Waarheid en vrijheid gaan ofwel hand in hand, of ze gaan beide ellendig ten onder’, beschrijft kardinaal Joseph Ratzinger in 1998 het manifest van Benedictus XVI.
En volgens Wils is het gesprek met Habermas vastgelopen: ‘De stelling was: de liberale rechtsstaat kan het fundament waarop ze rust niet zelf produceren. Voor Habermas betekent dat: de rechtsstaat moet zich regenereren vanuit de politieke cultuur en het politieke engagement van burgers. Voor de paus betekent het dat de liberale rechtsstaat is aangewezen op een soort metafysisch-religieus fundament. De houding van het Vaticaan tegenover westerse democratieën is ambivalent. Want door dit standpunt in te nemen zeg je eigenlijk ook: de legitimiteit van de democratie hangt af van een religieuze of metafysische fundering. Zolang de democratie de katholieke moraal respecteert en ondersteunt, is deze democratie legitiem. Doet ze dat niet meer – euthanasie, homohuwelijk, gender et cetera – dan verliest de rechtsstaat haar legitimiteit. Dat is in zekere zin natuurlijk een soort morele chantage van de rechtsstaat.’
Per caritas intellectualis, uit liefde voor de waarheid, en met alle respect voor zijn reformatorische broeders, stelt de heldere theoloog Benedictus het nog maar eens duidelijk: protestantse kerkgenootschappen zijn geen kerken in de eigenlijke zin van het woord, no offense. ‘De protestantse kerken, met name de Duitse protestantse kerken, zijn voor deze paus vele malen te liberaal, dus die oecumene is voor hem niet interessant’, constateert Jean-Pierre Wils. Dus mikt Benedictus op de ‘oecumene op rechts’, de Russisch-orthodoxe kerk en de schismatieke traditionalisten. ‘Hij ziet ook weinig of geen heil in een interreligieuze dialoog. Die vindt hij problematisch. Veel problematischer dan Johannes Paulus, die tegenover moslims en joden een veel soepeler en openhartiger houding kon aannemen en die goed wist dat het doen en laten van religies een belangrijke politieke invloed heeft op de wereldcultuur.’
En dus doopt hij, ondanks dreigementen van al-Qaeda, ostentatief ex-moslim Magdi Alam, adjunct-hoofdredacteur van de links-liberale kwaliteitskrant Corriere della sera op paasnacht in de Sint-Pieter.
Maar de Sint-Pieter wordt steeds leger. In het afgelopen jaar bezochten 2,2 miljoen pelgrims de woensdagaudiënties, één miljoen minder dan twee jaar ervoor. Maar de paus stond toch altijd al sceptisch tegenover de massabijeenkomsten van zijn grote voorganger. Joseph Ratzinger is waarschijnlijk het meest gelukkig als hij aan zijn Steinway zit. ‘Ik zie ’m wel voorbijschuiven, door ceremoniën meegesleept’, zegt een priester. ‘Je kunt niet op een gouden troon zitten zonder erdoor geraakt te worden. Zet een socialist in een auto met vlaggetjes en hij denkt dat-ie iemand anders is. Het is met het Vaticaan als in Thomas Manns Königliche Hoheit: ’t is een schijnwereld. Iedereen knikt je toe en strijkt je plooien. Wojtyla kon dat geen ene moer schelen; die deed je in zijn laatste jaren bij de vespers een koorkap om de schouders en hop, het ding lag een minuut later op de grond, hij haatte tierelantijnen en was ongevoelig voor vleierij.’ Maar Wojtyla werd geen Accessoiredrager van het Jaar. Wojtyla droeg geen Prada.
Gevangen tussen droom en daad en met de woede van de wereld op zich gericht staat de hyperintelligente, hypersensitieve Joseph Ratzinger er ontheemd en wat eenzaam bij. Op kerstochtend, bij het voorlezen van de goede wensen, raakten de bladzijden door elkaar. Met klamme handen probeerde Benedictus ze tevergeefs te schikken, terwijl zijn purperen hofhouding onbewogen voor zich uit bleef staren, totdat de paus in het Beiers vertwijfeld vroeg: ‘Na, wer hilft mir denn?’


Robert Dulmers publiceerde in 2004 Wachten op witte rook: De opvolging van Johannes Paulus II. Hij studeerde theologie aan de Pauselijke Gregoriana Universiteit en kent het Vaticaan van binnenuit

beeld: Remo Casilla / Camera Press / HH