
Grote Thema’s zijn immers eeuwenoud en kunnen op steeds weer een andere manier verteld – deze keer in het ‘nu’; in New York; en in de arena van de digitale wereld, waarbinnen aan de ene kant het giga-bedrijfsleven staat, aan de andere een hackerscollectiefje met radicale ambities en methoden.
Elliot is, voor hij zich bij de anarchisten van fsociety aansluit, een morfineverslaafde eenling met autistische trekken, die als computernerd overdag in de cyberbeveiliging zit (ten dienste van dat bedrijfsleven), en ’s nachts mensen uit zijn omgeving hackt – boeven en, ter bescherming, hun aanstaande slachtoffers. Crapuul, zoals de baas van de koffieshop die hij frequenteert vanwege diens supersnelle internetverbinding (ten dienste van een kinderpornonetwerk, zoals Elliot snel ontdekt); en zoals de nieuwe, via een site gevonden, liefde van zijn therapeute. ‘Voor een psychologe heeft ze weinig mensenkennis’, zegt Elliot in de frequente voice-over, ‘en die heb ik wel.’ Een claim die een correctie op het cliché-beeld vormt van de nerd die louter in nullen en eentjes geïnteresseerd zou zijn. Zijn intuïtie blijkt te kloppen. Hij ontdekt dat de man haar grootscheeps belazert en neemt radicale maatregelen.
Paradoxaal is dat Elliot zijn slachtoffers niet digitaal confronteert maar kiest voor de fysieke ontmoeting. Een vorm van zelfopgelegde therapie, omdat hij nu eenmaal moeite heeft met contacten. Natuurlijk is dat ook een dramaturgische oplossing: fictie maken met louter op computerschermen starende personages is razend moeilijk. Dan toch liever mensen die elkaar in de ogen moeten kijken. Maar het is meer dan een scenariotrucje: het geeft Elliot de contouren die hem tot een interessant karakter maken. En die hard nodig zijn bij een, in zijn hoodie en eigen geest weggedoken, moeilijk communicerende jongen, die naar eigen zeggen alleen bevriend was met zijn jong gestorven vader. ‘Hij is te oud voor een goed wachtwoord’, mompelt Elliot over een boef. Ik grinnik want ben betrapt. Dus zou ik ook veel te oud moeten zijn voor een serie over een cyberoorlog vol DDoS-aanvallen en andere digigruwel die zelfs het gros van de computerfreaks in de serie niet begrijpt, laat staan dat ze die kunnen pareren.
Maar hoewel soms technisch inderdaad complex en vol jargon: het gaat uiteindelijk om de tegenstelling tussen een angstaanjagende oncontroleerbare megamacht en al dan niet geniale individuen die de individuele burger trachten te beschermen. Al blijft het idealismegehalte van fsociety, geleid door Mr. Robot, twijfelachtig in de twee delen die ik zag. Geweldige rollen van Sami Malek als Elliot en Christian Slater (Robot). Moroos is het, en vrolijkmakend bepaald niet – noch de thematiek, noch de geschetste milieus (van junken tot ceo’s), noch de plot, noch geschiedenis en leven van Elliot. Maar welke grote serie (van The Sopranos tot Breaking Bad) is eigenlijk niet ten diepste verschrikkelijk? Zou dat iets met het leven van doen hebben?
Sam Esmail, Mr. Robot, tien delen, VPRO, woensdags vanaf 20 januari, NPO 3
Beeld: Rami Malek als Elliot in Mr. Robot (Peter Kramer / USA Network / VPRO)