
‘Mijn familie steunde hem vanaf het begin. Het heeft bij mij wat langer geduurd.’ J.D. Vance moet zich eerst verontschuldigen tegenover de menigte die zich heeft verzameld op het festivalterrein van Delaware County, Ohio, op een benauwde voorjaarsdag in april 2022. Op het grasveld waar normaal veemarkten en paardenconcoursen plaatsvinden, wordt vandaag een politicus gewogen en beoordeeld. Ohio houdt voorverkiezingen waarin wordt bepaald welke kandidaten de twee partijen afvaardigen voor de strijd om Congreszetels tijdens de midterm-verkiezingen aankomende november. Vance hoopt de Republikeinse nominatie in de wacht te slepen, maar wordt daarbij achtervolgd door het verleden. In 2016, toen Donald Trump aan zijn campagne begon, noemde Vance hem ‘Amerika’s Hitler’. In een artikel in The Atlantic omschreef hij Trump destijds als ‘culturele heroïne’ voor Amerika’s werkende klasse: ‘Je voelt je er even beter door, maar het lost je problemen niet op.’ En aangezien Trump nog altijd kingmaker is bij de Republikeinen heeft Vance een probleem.
De heroïne-vergelijking had extra gewicht voor Vance, 38, die bekend werd in binnen- en buitenland met zijn boek Hillbilly Elegy: A Memoir of a Family and Culture in Crisis. Hierin beschrijft hij zijn jeugd in ruraal Ohio, in een klein stadje in verval nadat de staal- en papierfabrieken zijn verdwenen en opioïdverslaving volksziekte nummer één is. Het boek, in 2020 verfilmd door Netflix, is een sociologische klassieker over achtergebleven Amerika geworden, vooral in trek bij progressieven die het lezen op zoek naar een antwoord op de vraag waarom linkse partijen hun laagopgeleide achterban zijn kwijtgeraakt.
Vance’s eigen moeder worstelde met drugsproblemen. In Hillbilly Elegy vertelt hij hoe ze hem vroeg om een kopje met zijn urine, zodat ze de drugstest op het werk kon doorstaan. Hij werd grotendeels opgevoed door zijn oma, die hem op het rechte pad hield. Via het leger en daarna de universiteit ontworstelde Vance zich aan zijn omgeving. Hillbilly Elegy verscheen net voordat Trump het politieke toneel betrad. Ook al moest de auteur niets hebben van de vastgoedmiljonair met presidentiële aspiraties, zijn boek leek een sleutel om Trumps populariteit te begrijpen. Vance beschreef immers de pijn en uitzichtloosheid van het ‘vergeten Amerika’ waar Trump op inspeelde en Hillary Clinton schamper over deed. Trump beloofde de banen terug te brengen en de gevestigde orde op te schudden. En dus stemde Ohio, waar Obama in 2012 nog overtuigend won, zowel in 2016 als in 2020 voor ‘Make America Great Again’.
Inmiddels is alles harmonieus in de wereld van Vance. De foto die prijkt op de binnenkant van zijn boek is de oude J.D.: een glimlachende babyface, jasje en spijkerbroek en een biografische aantekening dat hij met vrouw en twee honden in San Francisco woont. Na een studie aan Yale Law School, Amerika’s meest prestigieuze rechtenopleiding, werkte hij daar bij een hedgefonds dat investeerde in Silicon Valley. Dit is de Vance die ik zag spreken in Washington D.C. in 2017, in een zaaltje gevuld met brave liberals. Hij werd geïnterviewd door zijn mentor, ‘tijgermoeder’ Amy Chua, die vertelde dat ze Vance had afgeraden een carrière als rechter na te streven.
Op de flyer die werd uitgedeeld op de bijeenkomst in Delaware County was de nieuwe Vance te zien. Onder zijn foto – nors, met samengeknepen ogen – stonden de woorden: ‘Conservative. Outsider’, in navolging van de man wiens steunbetuiging hij deze dag in ontvangst zou nemen. Het lijstje met zijn politieke prioriteiten toonde hoezeer het links-liberale establishment destijds een reactionair omarmde. Vance wil een nationaal verbod op abortus, ruim baan voor wapenbezit en een muur op de grens met Mexico. Hij zegt zeer bezorgd te zijn over ‘genderideologie’ en ‘critical race theory’, de twee schrikbeelden waarmee conservatief Amerika inspeelt op angst voor bedorven jeugd en ondergraving van ‘traditionele waarden’. Dit, in een notendop, is de agenda waarmee de Republikeinen tegenwoordig ten strijde trekken.
Aan de weg die Vance heeft afgelegd valt veel af te lezen: de koers van rechtse politiek in Amerika na Trumps eerste presidentstermijn, hoe de geldstromen lopen binnen de Republikeinse Partij en uit welke ideologische bronnen conservatieve politici in de VS putten. Vance is daarmee meer dan een van de vele politieke gelukszoekers. Hij is een windvaan die aangeeft uit welke hoek de wind in Amerika de komende jaren kan waaien.
Vance woont weer in Ohio, heeft drie kinderen en heeft zich laten dopen als katholiek. Hij schrijft niet meer voor het progressieve maandblad The Atlantic, maar treedt op in conservatieve podcasts waarin wordt besproken hoe de politieke elite in Washington moet worden vervangen. In Hillbilly Elegy kraakte hij stevige noten over een verlammende cultuur van ‘aangeleerde hulpeloosheid’ onder de witte bevolking in de Appalachen, de bergketen die verticaal door Midden-Amerika loopt, synoniem voor sociale en economische malaise. Nu heeft Vance het liever over hoe de Amerikaanse elite de burger van alles heeft aangedaan: het outsourcen van banen naar China en Mexico, het binnenlaten van migranten en het sturen van militairen naar buitenlandse oorlogen.
Hiermee heeft Vance het ideale uitgangspunt om met Trump in het reine te komen. ‘Hij is de beste president die Amerika ooit heeft gehad’, verkondigt Vance vanaf het podium in Delaware County. Hij draagt inmiddels graag marineblauwe pakken, soms zelfs met de typerende glimmende rode das, en hij heeft een stoppelige baard – net zoals Donald Trump Junior, die zich op Twitter regelmatig fan van Vance verklaart. ‘Ik ben dé America First-kandidaat’, riep Vance. Die stelling is waar zowel wat betreft esthetiek als retoriek. Hij sprak over Amerika als ‘een corrupt land’, de verkiezingen van 2020 (‘gestolen’) en noemt zijn partijgenoten die Trump niet steunen ‘Rino’s’ (Republicans in name only).
En wie buigt, wordt beloond. Als Trump (‘the big man’, aldus Vance) op het podium staat, wordt Vance erbij geroepen (‘Kom hier, J.D.’). Volgens Trump is Amerika ‘onleefbaar’ geworden en wordt het land ‘uitgelachen door de rest van de wereld’. ‘En J.D. gaat daar wat aan doen’, zegt Trump. Dit is hoe de ex-president een nieuwe beweging smeedt: met steunbetuigingen aan politieke kandidaten die trouw aan hem zweren en de claim onderschrijven dat de nederlaag tegen Joe Biden onrechtmatig was.
Het een-tweetje tussen Trump en Vance werkt. ‘De steunbetuiging is voor mij de belangrijkste reden om op Vance te stemmen’, vertelt Chad Kropff, een vrachtwagenchauffeur uit Columbus die naar de rally is gekomen om te kijken wat voor vlees de Republikeinen in Ohio in de kuip hebben. Hij vraagt zich nog wel één ding af: hoe is Vance in godsnaam aan de aanbeveling door Trump gekomen? Die vraag is door velen gesteld. ‘Geld’ lijkt het voornaamste antwoord. Vrij snel nadat hij zijn kandidatuur bekend maakte, kreeg Vance tien miljoen dollar van tech-investeerder Peter Thiel. De twee kenden elkaar al langer. Vance werkte een tijd voor een van Thiels investeringsfondsen, Mithril, vernoemd naar het onverwoestbare metaal uit The Lord of the Rings. Daarna richtte hij zijn eigen fonds op, ook met een naam uit de Tolkien-trilogie: Narya, naar een ring die het elvenvolk tegen het kwaad moet beschermen.
De afgelopen jaren heeft Thiel, miljardair dankzij zijn vroege investering in Facebook, een reputatie gekregen als klaagzanger over de digitale revolutie. Die heeft volgens hem weinig substantieels opgeleverd. Inmiddels is hij uitgegroeid tot een van de belangrijkste financiers van rechtse politici die een mainstream alternatief willen voor het republikanisme van buitenlandse oorlogen en dienstbaarheid aan het mondiale bedrijfsleven. Het maandblad Vanity Fair zocht uit waar de ‘Thielbucks’ zoal naartoe gingen en kwam tot de conclusie dat er een hele coterie van underground conservatieven is ontstaan die mede teren op het geld van Thiel. Ze laven zich aan de ideeën van Curtis Yarvin, een blogger en internetondernemer die door fans wordt gezien als een hedendaagse Machiavelli: een politiek denker die zich niets aan dominante moraal of fatsoen gelegen laat.
Binnen deze kringen gelden universiteiten als de vijand, omdat ze te veel intellectuele eenheidsworst produceren. Thiel looft beurzen uit voor studenten die hun studie opgeven om een start-up te beginnen. Vance verkondigt dat alle publieke financiering aan universiteiten moet worden ingetrokken en dat hun vermogen door de staat moet worden geconfisqueerd. Er heerst een grote interesse in quasi-wetenschappelijke studies naar verbanden tussen ras en IQ. Feminisme, gelijkheid en rechtvaardigheid worden door deze reactionairen verworpen als zinloze idealen, omdat ze altijd hypocriet zouden zijn. Amerika’s democratie, haar instituties en het gehele laat-kapitalistische leven dat daarbinnen plaatsvindt, is binnen deze kringen fake. Yarvin populariseerde de term ‘red-pilled’, geïnspireerd door de film The Matrix, waarin de keuze tussen de blauwe pil en de rode er een is tussen alle illusies in stand laten of de waarheid leren kennen: de mens is slechts brandstof voor een systeem dat zichzelf in stand houdt door te parasiteren op ons bestaan.
Het geld van Thiel lijmt deze amorfe reactionaire beweging van bozige jonge mannen met intellectuele en politieke ambities aaneen. Vance is de nieuwste toevoeging. Trump geldt in deze kringen als best te pruimen, niet omdat hij de ideale leidersfiguur is, maar omdat hij lak heeft aan conventies en een barst wist te slaan in de politieke consensus die Democraten en Republikeinen in Washington steeds weer vormden. Trump zelf volgt gewoon de dollars. En zo komen Trump en Vance uiteindelijk naast elkaar op het podium te staan.

Toen ik de Vance-rally bijwoonde, waren zijn kansen nog beperkt. In de peilingen van de Republikeinse voorverkiezingen bungelde hij onderaan. Hij leek te gaan verliezen van Josh Mandel, een Tea-Partyfiguur met belastingverlagingen als voornaamste politieke standpunt. In de dagen nadat Trump en Vance arm in arm op het podium stonden, klom hij in de peilingen. Op 12 mei 2022 wezen de Republikeinse kiezers in Ohio hem aan als hun kandidaat voor een Senaatszetel in Washington. Trumps steunbetuiging kan nog altijd politieke campagnes maken en breken, zo blijkt.
Of de zelfverklaarde Hillbilly straks ook naar Washington gaat, is niet zeker. Daarvoor moet hij tijdens de midterm-verkiezingen eerst winnen van Tim Ryan, een Democraat met een lange staat van dienst als lid van het Huis van Afgevaardigden en geliefd door linkse en rechtse stemmers in Ohio vanwege zijn inzet voor de lokale economie. Vance haalt graag uit naar de ‘woke radical left’. In zijn ideale wereld zou hij het opnemen tegen een type als Alexandria Ocasio-Cortez (door Vance beschimpt als voorbeeld van ‘kinderloos links’). In hoeverre de maga-beweging succesvol kan zijn tegen het Democratische midden, is iets wat de midterm-verkiezingen in Ohio duidelijk zullen maken.
In de peilingen gaan Ryan en Vance nek aan nek. In de hoop voor te blijven, kopieert Vance de tactieken van Trump: ‘Socialist Tim Ryan wil Ohio vernietigen’ was de kop boven een mail van de Vance-campagne waarin om donaties werd gevraagd.
Maar zelfs als Vance straks geen senator wordt, biedt zijn poging daartoe zicht op hoe conservatief Amerika een nieuwe koers uitzet. Daarin is Trump nu nog een noodzakelijk tussenstation, maar geen uiteindelijke bestemming. Vance behoort tot een politieke stroming die zegt rechtse politiek dienstbaar te willen maken aan Amerika’s werkende klasse. Dit zogeheten ‘working-class conservatism’ moet breken met het sociaal-economische model waarin vrije markten en meritocratie de uitgangspunten zijn. Ze willen gezinsvorming, bij voorkeur door heteroseksuele koppels, herstellen als hoogste ideaal. Ze willen een land gevormd door de grote techbedrijven omkatten tot een Amerika van kleine, hechte gemeenschappen met een sterke lokale economie. Het is een vorm van rechtse social engineering, die in een complete maatschappelijke omwenteling voorziet. Om dat doel te bereiken – en hier neemt het arbeidersconservatisme een duistere wending – zijn sommige voorstanders van deze stroming bereid om de electorale democratie eraan te geven.
Het theoretisch kader van de beweging wordt uitgedacht door een klein groepje conservatieve intellectuelen, waaronder Ross Douthat, de huis-conservatief van The New York Times. Zijn meest recente boek is The Decadent Society, een pamflet waarin de woede en frustratie die westerse democratieën in de greep hebben, wordt toegeschreven aan de hoge mate van welvaart en technologische ontwikkeling gecombineerd met economische en culturele stagnatie. Douthat vindt dat Amerika doelloos is geworden.
Hij leest dit af aan een economie die geen baanbrekende innovaties meer oplevert (ook Thiels grote klacht), aan de betonrot binnen politieke instituties (ook het stokpaardje van de reactionaire blogger Curtis Yarvin), aan een matte intellectuele cultuur (Hollywood produceert vooral remakes en eindeloze prequels en sequels, constateert Douthat) en aan lage geboortecijfers (volgens hem een onvermijdelijk uitvloeisel van laat-kapitalistische moderniteit en een belangrijke reden waarom conservatief Amerika anti-abortus is).
In interviews noemt Vance The Decadent Society het boek dat zijn kijk op de wereld het beste verwoordt. Douthat, op zijn beurt, is een Vance-watcher die met interesse aanziet hoe deze schrijvende politicus van gedaante is gewisseld. Vance ‘bewandelt de Trump-lijn van 2016 als het gaat om handel, migratie en buitenlands beleid’, schreef Douthat in The New York Times. ‘Tegelijkertijd schaart hij zich bij de denkers en financiers die een complete breuk met het republikanisme van vóór Trump willen.’
Sinds zijn zalving door Trump werpt J.D. Vance zich op als onderdeel van een rechtse vernieuwingsbeweging binnen de Republikeinse Partij. Hij bevindt zich daarmee in het gezelschap van Josh Hawley, een jonge senator uit Missouri die berucht werd toen hij op 6 januari 2021 bemoedigend de vuist richting de menigte van Trump-aanhangers ophield, die kort daarna het Capitool bestormde. Hawley schreef in 2021 The Tyranny of Big Tech waarin hij een veelgehoorde klacht van de nieuwe conservatieven uiteenzet: Silicon Valley heeft te veel macht over de samenleving.
Ook Ron DeSantis, de gouverneur van Florida, kun je tot deze stroming rekenen. Sinds Florida als een Gallisch dorpje weigerde landelijke coronamaatregelen in te voeren, is DeSantis’ ster flink gestegen binnen rechts Amerika. Zijn plan om Florida’s schoolcurricula te zuiveren van referenties naar homoseksualiteit (de zogeheten ‘Don’t Say Gay’-wet) maakt hem tot held van de cultuuroorlog waar Amerika’s conservatieven zich met enthousiasme in storten. DeSantis’ populariteit groeit zelfs zo snel dat hij inmiddels wordt genoemd als meest waarschijnlijke alternatief voor Trump als presidentskandidaat of als diens opvolger. In de zomer van 2022, tijdens een opiniepeiling op de Western Conservative Summit, een jaarlijks congres in Denver, Colorado, stemde 71 procent van de aanwezigen voor DeSantis als Republikeinse presidentskandidaat.
In februari 2022 zag ik DeSantis, Hawley en Vance na elkaar spreken op het podium tijdens de Conservative Political Action Conference, een rondreizend circus van conservatieve politici en mediafiguren dat was neergestreken in Orlando, Florida. Hun speeches vormden een voorbode van het type campagne waarmee rechts Amerika eerst het Congres en daarna het Witte Huis hoopt terug te veroveren op de Democraten. DeSantis verklaarde Florida tot ‘vrijheidsbastion’ en waarschuwde dat als Republikeinen niet terugvechten tegen ‘wokeïsme’, ze in de toekomst ‘tweederangs burgers’ zullen zijn. Josh Hawleys eerste zin begon met ‘zij’ en vervolgde met een lijst van aantijgingen tegen de linkse vijand: ‘Ze willen ons censureren, cancellen, de mond snoeren.’ Vervolgens herinnerde Hawley zijn toehoorders eraan dat hij op 6 januari 2021 tegen het vaststellen van de verkiezingsuitslag had gestemd.
Daarna betrad Vance het podium, enigszins bedeesd. ‘Voor degenen die niet weten wie ik ben, laat ik eerst wat over mezelf vertellen’, zei hij. Wat volgde was een samenvatting van Hillbilly Elegy: opgroeien in Middletown, Ohio, het staalstadje waar zijn grootouders vanuit Kentucky naartoe waren verhuisd, op zoek naar werk. Het sluiten van de fabrieken vanaf de jaren zeventig en de werkloosheid en verslaving en sociale desintegratie die daarop volgden. ‘De Democraten hebben dit Middletown aangedaan’, verklaarde Vance. Voor het ongemakkelijkere feit dat de politieke macht in Washington de afgelopen vijftig jaar vrij gelijkmatig wisselde tussen Republikeinen en Democraten, en dat Ohio in die periode steeds senatoren van beide partijen naar D.C. stuurde, was in dit vijandbetoog geen ruimte.
Ook vertelde Vance over zijn moeder, en hoe hij tien jaar geleden een telefoontje kreeg dat ze in het ziekenhuis was opgenomen als gevolg van een heroïne-overdosis. Mama Vance overleefde het, maar dat zou tegenwoordig niet meer gebeuren, bezwoer hij. Het type drugs dat nu Amerika binnenkomt ‘via wijdopen grenzen’ is vele malen sterker en dus dodelijker, legde hij uit. Het was een grimmige variant op America First: verslaafden kunnen beter een overdosis binnenlandse opioïden nemen dan buitenlandse drugs. Het was een opstapje naar de centrale boodschap van zijn toespraak: de Democraten doen te weinig aan grensbewaking. Hillbilly Elegy, een gelaagd werk dat deed wat boeken horen te doen – inzicht bieden in een onbekende wereld – is daarmee een politiek wapen in Amerika’s bittere tweepartijenstrijd geworden.
Van de drie sprekers was Vance nog het meest inhoudelijk. Waar DeSantis en Hawley enkel de grijze plaat van de cultuuroorlog tegen ‘woke’ Amerika afdraaiden, sprak Vance ook over hoe Amerika tegenover de eigen werkende klasse tekort was geschoten door een model van mondialisering te omarmen waarmee welvaart – en daarmee stabiliteit – werd weggezogen uit lokale gemeenschappen. Die overtuiging verwoordt Vance in interview na interview: cultuuroorlog valt samen met klassenstrijd. In zijn beleving zijn de winnaars in Amerika’s economie altijd degenen die ook progressieve waarden omarmen en de culturele voorkeuren hebben die daarbij horen. Vance is zo diep in die tweedeling gaan geloven dat hij oorzaak en gevolg inmiddels heeft omgedraaid. In zijn beleving zijn armoede en sociale uiteenrafeling een bewust oplegde straf aan bepaalde delen van Amerika vanwege hun conservatieve inborst. Ook abortus, een van Vance’s stokpaardjes, is volgens hem een progressief tuchtmiddel. ‘De witte werkende klasse hield van Trump. Als straf proberen Joe Biden en Kamala Harris zoveel mogelijk van hun kinderen te doden’, twitterde Vance in september 2021.

Dit is Amerika’s cultuuroorlog tot in het extreme doorgevoerd. Alsof Middletown, Ohio, ineens uit het slop zou worden getrokken als de inwoners daar zich wat meer druk zouden maken om klimaatverandering, institutioneel racisme en vrouwenrechten. Bovendien botst het ideaal van het arbeidsconservatisme als nieuw credo voor de Republikeinen met een ongemakkelijke werkelijkheid. De regering-Biden heeft miljarden aan economische investeringen in de nationale economie klaarstaan; geld dat juist werk voor praktisch geschoolden oplevert, precies in de verwaarloosde gebieden waar Vance het graag over heeft. Op campagnetour in Ohio bepleitte Vance dat Amerika meer eigen producten moet kopen, in plaats van Chinese import. Bij zijn aantreden presenteerde Biden een omvangrijk ‘Made in America’-beleidsprogramma met opnieuw miljarden aan investeringen in Amerika’s eigen industrie. Het blijft bij een papieren plan omdat de Republikeinen in Washington het tegenhouden.
‘Ze praten meer over die absurde identiteitspolitiek dan over de banen van mensen’, stelde Vance tijdens zijn campagnebijeenkomsten in Ohio. Begin mei deed Joe Biden de staat aan in een poging meer steun voor zijn ‘Made in America’-programma te winnen. Kort daarvoor had hij grote Amerikaanse bedrijven – GE Aviation, Honeywell, Lockheed Martin, Raytheon en Siemens Energy – zo ver gekregen de belofte te doen dat ze hun onderdelen voortaan voornamelijk bij het Amerikaanse mkb zouden bestellen. De deal hing wel af van de investeringen die het Witte Huis zou doen in Amerika’s productie. ‘Neem die verdomde wet aan. Het zal prijzen omlaag brengen, binnenlandse banen creëren en zorgen voor een comeback van de maakindustrie in Amerika’, pleitte een haast wanhopige Biden.
Deze kant van het verhaal over ‘vergeten Amerika’ wordt niet verteld op de bijeenkomsten waar Vance en anderen uit de conservatieve voorhoede spreken. Hun politieke succes hangt inmiddels af van de mate waarin de kiezers in staten als Ohio geloven dat de Democraten het alleen maar over diversiteit en gender hebben, en nooit over werk. Voor de arbeidersconservatieven moet vergeten Amerika nog net iets langer lijden, precies lang genoeg om straks te kunnen zeggen dat de regering-Biden niets voor de werkende klasse heeft gedaan. De verhouding met Trump blijft dan ook paradoxaal binnen de nieuw-rechtse beweging: aan de ene kant hebben ze hem nodig als stormram en als trekpleister voor de kiezer die opgaat in de trumpiaanse persoonlijkheidscultus. Aan de andere kant klampen ze zich vast aan een man die niets deed om de belofte van economisch herstel van verloederde gemeenschappen dichterbij te brengen.
‘Het enige wat Trump als president heeft gedaan is de belastingen verlagen’, zo legde Oren Cass, een van de denkers die het arbeidersconservatisme in America intellectueel vlees op de botten geeft, me eens uit in een interview. Cass schreef The Once and Future Worker: A Vision for the Renewal of Work in America en is de oprichter van American Compass, een denktank waar ook Vance mee verbonden is. Ook in Cass’ ogen is Amerika een land dat de werkende bevolking in de steek heeft gelaten. Amerika neemt consumptie en het nationaal product als maatstaf voor succes, maar vergeet dat één inkomen steeds vaker tekortschiet om een gezin te onderhouden, constateert deze politicoloog. ‘De ene generatie beleidsmakers na de andere heeft zich overgeleverd aan hetzelfde economische model’, vertelde Cass. ‘Daarin is de mens een consument, die beter af is zolang er maar meer spullen komen. Het doel was: dit land zo rijk mogelijk maken en vervolgens de achterblijvers compenseren met subsidies van de overheid. Dat is kortzichtig, want ondertussen is de basis van de Amerikaanse samenleving ondergraven.’
Die afkeer van subsidie-afhankelijkheid is iets wat Cass en Vance delen. In Hillbilly Elegy beschrijft Vance zijn ergernissen over de belastingen die werden ingehouden van het bescheiden salaris dat hij verdiende met een baantje bij de lokale kruidenier, terwijl drugsverslaafden met een uitkering daar biefstukken kochten. ‘Ik kon die zelf niet betalen maar moest ze subsidiëren voor iemand anders, gedwongen door Uncle Sam’, schrijft Vance.
In 2021 gaven Cass en Vance een duo-interview aan The Wall Street Journal. Het onderwerp was de toekomst van de Republikeinse Partij. Cass constateerde dat beleid gericht op werk, industrie en productie steeds belangrijker werd voor de Republikeinen. Vance, wiens politieke ambities op dat moment nog hooguit in kleine kring bekend waren, schetste zijn ideale Amerika: ‘Als je hard werkt en de regels volgt, moet je een gezin kunnen ondersteunen met een middenklassebaan en kunnen leven met een zekere mate van comfort.’ Het is een visie die vrijwel iedere politicus, Democraat of Republikein, zal onderschrijven. Maar wie het tot Washington wil schoppen, doet er verstandig aan die overeenkomst niet al te veel te benadrukken.
En dus kreeg Ohio een andere Vance te zien. Op een bijeenkomst in Boardman, Ohio, in het partijkantoor van de lokale afdeling van de Republikeinse Partij, stak Vance op 28 april 2022 een donderspeech af. Hij had net daarvoor zijn steunbetuiging van Trump in ontvangst genomen en de kleine ruimte barstte bijna uit zijn voegen van het aantal toehoorders. Hij was tot het inzicht gekomen dat Amerika ‘door en door corrupt’ is omdat er afzettingsprocedures tegen Trump waren begonnen. De verkiezingen van 2020 waren ‘gestolen’, aldus Vance. De menigte die op 6 januari 2021 het Capitool was binnengevallen was volgens hem ‘gewoon aan het protesteren’. Toen hij sprak over Anthony Fauci, de voorzitter van Amerika’s gezondheidsdienst, als een gevaarlijke bureaucraat die zo gauw mogelijk ontslagen moest worden, werd er vanuit het publiek ‘Dr. Mengele’ geroepen. Vance glimlachte. Dit was het pact dat hij met de kiezer had gesloten. Omarm het extreme of duldt het in ieder geval; de beloning is een kans om senator te worden. Het blijft onduidelijk of het puur opportunisme is of dat Vance daadwerkelijk gelooft wat hij zegt.
Hoe dan ook liet Vance een glimp zien van wat de nieuwe conservatieve voorhoede in petto heeft, en waarom die voorlopig nog aan Trump blijft hangen. Het doel is misschien een Amerika van gezonde kostwinners en blije gemeenschappen, maar pessimisme over de huidige staat van het land zit zo diep ingebakken dat de democratische weg als doodlopend is gaan gelden. Ze hebben hun politieke toekomst geënt op het beeld van een verdorven VS waar een duistere kliek aan de touwtjes trekt. ‘Ik denk dat Trump opnieuw kandidaat wordt in 2024’, zei Vance in een podcast. ‘En als hij wint, raad ik hem aan om iedere bureaucraat, iedere ambtenaar te ontslaan en te vervangen door ónze mensen.’ In het politieke model dat Vance aanhangt, bestaat er geen algemeen belang, enkel de vijand die verdreven moet worden. ‘En als de rechter je tegenhoudt’, vervolgde hij, ‘spreek dan het land toe en zeg: de opperrechter heeft zijn vonnis gesproken. Laat hem het nu maar handhaven.’
Vance’s woorden waren een verwijzing naar Andrew Jackson, de eerste president die ooit impeached werd wegens het schenden van de grondwet.
Waar Vance op speculeert, is een keiharde botsing tussen politieke macht en recht waarbij de eerste moet zegevieren. Het is ook, zo concludeerde Vanity Fair in een profiel van Vance, ‘een omschrijving van een coup’. Uit het artikel bleek dat het geen retorische overdrijving of ironie was van Vance. ‘We zitten in de laat-Republikeinse periode’, zei hij tegen de interviewer, waarmee hij een vergelijking trok tussen het Amerika van nu en Rome voordat het in een burgeroorlog uiteenviel. ‘Als we ondergang willen voorkomen, moeten we terugvechten, en dat zal er wild aan toegaan. We moeten methodes overwegen waar veel conservatieven zich op dit moment nog niet comfortabel bij voelen.’
Of Vance die wilde fase zal meemaken als senator in Washington of als beschouwer van buitenaf mag de kiezer bepalen. En Ohio twijfelt nog. Buiten het zaaltje in Broadview, waar Vance applaus oogstte omdat hij Trump de hemel in prees, trof ik een groepje demonstranten. ‘Vast Democraten’, had Vance geschamperd, toen ze op de ruiten bonsden tijdens zijn speech. Het waren Republikeinse kiezers opgegroeid rondom Broadview, dat lange tijd een bloeiende auto-industrie had, de fabrieken en mensen zag verdwijnen en waar nu gehoopt werd op een nieuwe toekomst als plek waar elektrische auto’s werden geproduceerd – iets waar de regering-Biden een investeringspakket voor heeft liggen dat wordt tegengehouden door de Republikeinse Senaatsfractie in D.C..
‘Ik vertrouw Vance voor geen meter’, sprak Sherry Kissinger. Haar ouders waren een aantal decennia geleden vanuit Pennsylvania naar Ohio verhuisd, op zoek naar werk in de fabrieken. ‘Hij neemt miljoenen aan van Peter Thiel. Dat is Silicon Valley-geld. Hoe is onze staat daarmee geholpen?’ Volgens Kissinger had Vance ‘zijn wortels verloochend’. Ze hield een bord omhoog, wit met zwarte letters: ‘J.D. Vance is een snob. Wij zijn de echte hillbillies.’