Rabobank ging diep door het stof. Op 29 oktober 2013 maakte de coöperatieve bank bekend dat men een schikking van duizend miljoen dollar had getroffen met de Nederlandse, Britse en Amerikaanse toezichthouders. Bestuursvoorzitter Piet Moerland vloog de laan uit, enkele dagen later verdween financieel topman Sipko Schat. Van het schikkingsbedrag, het hoogste ooit in Nederland opgelegd, ging achthonderd miljoen dollar naar de Amerikaanse toezichthouders, 105 miljoen pond naar de Britten en zeventig miljoen euro naar het Nederlandse Openbaar Ministerie. Schoorvoetend erkende Rabobank dat sprake was geweest van ‘ontoelaatbaar gedrag’ van dertig medewerkers, voornamelijk in Londen, bij de dagelijkse vaststelling van de Libor- en Euribor-rentes. Het topmanagement was niet op de hoogte geweest van de frauduleuze praktijken. Des te pijnlijker dat de Utrechtse bank in het Libor-schandaal de op één na hoogste boete kreeg opgelegd van het dozijn internationale banken dat een schikking met de toezichthouders trof. ‘Het wangedrag van Rabo behoort tot het ernstigste dat we in de Libor-zaak zijn tegengekomen’, verklaarde het hoofd van de Britse financiële misdaadbestrijding. Minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem sprak van ‘schaamteloze fraude’.

Publieksverontwaardiging bleef uit. Libor en Euribor? Waar gáát dat helemaal over?

In Het Libor-schandaal, het boek van de Amerikaanse journalist David Enrich, speelt Rabobank geen rol van betekenis. Enrich, redacteur van The Wall Street Journal in Londen, legt helder uit waarom Libor (London Interbank Offered Rate, ingevoerd in 1986) het belangrijkste getal in de wereld wordt genoemd. Libor is de rente waartegen banken denken dat ze geld aan elkaar kunnen lenen. Het vormt de grondslag waarop de complete kredietmarkt is gebaseerd. Alle renteproducten, van eenvoudige hypotheekleningen tot de meest complexe financiële derivaten, hebben Libor als uitgangspunt. Dagelijks wordt deze vastgesteld door de handelaren van een groep geselecteerde banken (Rabo is daar een van) in Londen. Deze handelaren kunnen er voordeel bij hebben dat de Libor ietsje hoger, of juist ietsje lager wordt vastgepind. Het gaat om tienden van procentpunten, maar dat kan voor een bank het verschil van miljoenen winst of verlies betekenen. Manipulatie is simpel, stelt Enrich vast. Als voorbeeld citeert hij een handelaar: ‘Doe me een lol vandaag, geef Libor een zetje omhoog.’

CollinsDavid Enrich © The Wall Street Journal / Harper
Tom Hayes vergeleek zichzelf met Lance Armstrong: iederéén gebruikte doping in de Tour de France

Libor heeft niet te maken met de financiële crash van 2008 toen de grootste banken ter wereld door overheden gered moesten worden. Het gaat ook niet over spectaculaire verliezen op roekeloze speculaties. Libor is eigenlijk tamelijk eenvoudig en saai, stelt Enrich vast. Zelfs het schandaal is niet opzienbarend of ingewikkeld. Enrich beschrijft deze praktijk aan de hand van Tom Hayes, een Britse handelaar die lijdt aan het syndroom van Asperger, getallen verkiest boven mensen, houdt van warme chocolademelk, verslaafd is aan tv-series en moeite heeft met relaties met vrouwen. De wiskundige whizzkid werkte tussen 2001 en 2010 achtereenvolgens voor Royal Bank of Scotland, ubs en Citigroup. Hij was de hoofdverdachte in het Libor-schandaal, maar hij beschouwde zichzelf niet als een malafide handelaar. Hij deed gewoon zijn werk: zo werkte het systeem nu eenmaal.

Uitvoerig gaat Enrich in op de ontspoorde cultuur van de financiële wereld: het risico-zoekende gedrag, de belustheid op winst, de afwezigheid van morele kaders, het wegkijken van het management en toezichthouders, de onderlinge wedijver, de extravagante uitgaven waaraan jonge handelaren zich te buiten gaan en de omkoping als dat zo uitkomt. Het financiële systeem, concludeert Enrich, is corrupt en ontwrichtend. Naar aanleiding van berichten over gesjoemel met de vaststelling van Libor begon de Amerikaanse Commodities Futures Trading Commission in 2008 een onderzoek. De Britse bankiersvereniging (die Libor beheert) verdoezelde het probleem, de Britse toezichthouder fsa (tegenwoordig fca) aarzelde. De Britten zaten niet te wachten op een schandaal dat de reputatie van de City zou kunnen schaden. Maar de Amerikanen zetten door en vanaf 2010 kreeg het onderzoek vaart. Uiteindelijk trok het Britse Serious Fraud Office de zaak naar zich toe.

Twee jaar later werd Hayes gearresteerd op verdenking van samenspanning in een misdadige organisatie die de hebzucht, hoogmoed en roekeloosheid van de financiële sector belichaamde. Hayes beschouwde het als een misverstand, het gevolg van de onverklaarbare verdwijning van zijn T-shirt dat hem altijd geluk bracht.

De banken waarvoor Hayes gewerkt had en de handelaren met wie hij zijn ‘spinnenweb’ van fraude had opgezet, wisten wat hun te doen stond. Ze wasten hun handen in onschuld en reageerden alsof Hayes alleen had gehandeld. Hij werd afgeschilderd als ‘doortrapt meesterbrein’ en ‘oplichter van de eerste orde’. Hayes, die zichzelf niet schuldiger beschouwde dan zijn superieuren of andere handelaren, vergeleek zichzelf met Lance Armstrong: iederéén gebruikte doping in de Tour de France. Maar hij werd veroordeeld tot veertien jaar gevangenis (in hoger beroep ging er drie jaar af) en zijn geld werd in beslag genomen. Naast Hayes zijn in het Libor-schandaal slechts twee andere handelaren veroordeeld: twee Rabo-medewerkers in New York, wier straffen in hoger beroep werden kwijtgescholden. Alle andere verdachte handelaren werden vrijgesproken. Niet één bestuurder of topmanager werd strafrechtelijk vervolgd.

David Enrich heeft een uitmuntend boek over de Libor-affaire geschreven. Hij beschrijft Hayes, met wie hij in 2013 in contact kwam, niet mooier of slechter dan hij is. Pas aan het slot laat Enrich iets van zijn sympathie voor Hayes blijken, omdat hij als enige is veroordeeld in een schandaal dat veel meer medeplichtigen en verantwoordelijke bestuurders kende. Hayes was de symbolische zondebok. In het spinnenweb van Libor bleek hij niet de spin, maar de vlieg.