Film – Gawie Keyser
Turist
In Force Majeure, dat deze week bij ons uitkomt onder de Zweedse titel Turist, schetst regisseur Ruben Oslund een pijnlijk beeld van een gezin dat tijdens een skivakantie uit elkaar dreigt te vallen. Aan het begin van het verhaal zijn er subtiele tekenen dat alles niet pais en vree is in het leven van de aantrekkelijke, zo op het oog zo gelukkig gehuwde Tomas (Johannes Bah Kuhnke) en Ebba (Lisa Loven Kongsli).
In de sneeuw poseren ze met hun kinderen van een jaar of tien voor een fotograaf. Als die aan hen vraag hun hoofden iets dichter bij elkaar te houden, duwt Tomas zijn skihelm nét iets te hard tegen die van zijn vrouw aan.
Kort hierna volgt het incident dat de ellende in gang zet. Terwijl ze met hun kinderen aan het lunchen zijn op een terras hoog in de bergen zijn ze getuigen van een lawine. Opeens blijkt dat het sneeuwgeweld ook een direct gevaar voor de terrasbezoekers inhoudt. Op dat moment neemt Tomas de benen, en laat hij vrouw en kinderen aan hun lot over. Het loopt allemaal goed af, maar Ebba kan er niet met haar hoofd bij dat Tomas zoiets had kunnen doen. Zelf weet hij evenmin wat hem bezielde.
Wat volgt is een triest, maar dikwijls hilarisch onderzoek naar allerlei machinaties binnen het huwelijk. Ostlund houdt de touwtjes prachtig bij elkaar; de toonwisselingen verbeelden de verwarde psychologie van de hoofdpersonages. Wat Tomas op dat terras deed, is verschrikkelijk, maar ook lachwekkend, te meer doordat hij zich probeert vrij te pleiten door doodleuk te stellen dat hij zeker niet was weggerend, want hij had skilaarzen aan en iedereen weet dat je niet kan rennen met skilaarzen aan. Toch? Ebba schiet in de lach. Maar de tranen zijn dichtbij. Dat haar man haar en de kinderen zo in de steek heeft kunnen laten, maakt duistere gevoelens bij haar los.
Tussen de relatieproblemen van Tomas en Ebba en de schilderachtige omgeving is er een mystieke connectie, effectief verbeeld met weidse beelden van met sneeuw bedekte bergen die krachten symboliseren die verder dan de oppervlakte gaan. Zijn die krachten te doorgronden, of zijn ze onder controle te houden? Dat zijn de vragen in Force Majeure.
Slechtere recensies dan die van de nieuwe Johnny Depp-film Mortdecai, nu te zien, zijn nauwelijks denkbaar. En de voorfilm beloofde ook al weinig goeds. En toch intrigeert dit verhaal over een Engelse aristocraat die in allerlei spannende avonturen belandt waarin kunst en spionage iets met elkaar te maken hebben. Maar misschien komt dat door een stuk in The Guardian waarin we worden geadviseerd liever de Mordecai-boeken van de buitenissige auteur Kyril Bonfiglioli te gaan lezen. Dat lijkt mij, na het lezen van het stuk, in ieder geval een goed idee.
Televisie – Walter van der Kooi

Zaterdag de laatste Telefilm van dit seizoen. Alleen al aanbevolen vanwege verrassend veel prijzen op het Utrechts Filmfestival. Bij mijn weten voor het eerst in de geschiedenis dat het Gouden Kalf voor ‘beste film’ naar een voor televisie (Avro-Tros) gemaakte productie ging. Waar nog een Kalf voor beste scenario (Anne Barnhoorn) en beste mannelijke hoofdrol (Gijs Naber) bovenop kwam. Redelijk succesvol in de bioscoop (haalde de twintigste plek van meest bezochte films in filmhuizen) en nu dus thuisbezorgd. Het verhaal van Thijs, geboren met gouden lepel in de mond, maar desondanks of daardoor eeuwig student, eeuwig onvolwassen, Mann ohne Eigenschaften. Tussen bestaand type en karikatuur in, maar tegelijk meer dan dat: ook representant van een generatie die door de vele mogelijkheden niet weet wat te doen. En dus weinig tot niets doet. Machteloos in leven, studie, werk, liefde. Persoonlijk vind ik de film net iets te lang, maar wat regisseur Michiel ten Horn met zijn ploeg neerzet is veel meer en veel vermakelijker dan bovenstaande samenvatting doet vermoeden. Het scenario slaat onvermoede hoeken om en Naber presteert het om een lamlendig personage toch dragelijk en interessant te houden. De liefde die hij uiteindelijk vindt is meteen ook weer omstreden en complex.
Zaterdag 21 februari, NPO 3, 20.10 uur.
<iframe src=“https://www.youtube.com/embed/-qx1yRLPho” width=“560” height=“315” frameborder=“0” allowfullscreen=“allowfullscreen”>_
Mike Boddé is al een tijdje terug. En hoe. Zondagmiddagen is hij steunpilaar van het onveranderd voortreffelijke Podium Witteman over klassieke muziek en lichtere randgebieden. De avonden ervoor is hij muzikale spil van Cojones, Vara’s ‘nieuwsshow die actuele zaken verklaart, verlicht en verluchtigt’. Tweede seizoen. Met Thomas van Luyn, Erik van Muiswinkel, Martijn Koning en Wim Helsen legt hij, zittend aan de piano en vergezeld van een bandje, uit hoe de wereld in elkaar steekt. Vorige week zaterdag kon en wilde Cojones niet om Valentijnsdag en de speelfilm Vijftig tinten grijs heen. Koning liet er in een niet al te geslaagde stand-up geen spaan van heel maar Boddé zelf had al in de opening, vermomd als volkse piercingdrager, verteld wat hij zijn meissie voor Valentijn had gegeven: de complete catalogus van een SM-postorderbedrijf. Hij had zelf ook de handen uit de mouwen gestoken: zeventien haken aan het plafond: ‘ja, deze jongen ken wel romantisch zijn als hij wil’. Dat deed hij behoorlijk geestig.
Maar knapper was het lied waarin hij 50 regels over vrouwen geeft. Kregen wij mannen ooit vooral te horen dat zij hoffelijkheid, zachtheid, tederheid verlangden, nu geldt: ‘ga erop staan Daan; zweep erop los Jos; hang haar aan het plafond Ron’ – plus een eindeloze reeks andere anti-vanilleseksadviezen, rijmend op mannennamen. Op papier niet leuk? Kijk het even terug. Dat is sowieso de moeite waard. Te gast was Bettine Vriesekoop die ons bijpraatte over veranderende sekseverhoudingen, amusement en populaire cultuur in China. En die behoorlijk overeind bleef in het mannelijk humorgeweld.
Naast aardige sketches en conferences was er ook een totaal absurdistisch optreden van Wim Helsen die als oorlogscorrespondent het conflict tussen Oekraïne en Rusland duidde aan de hand van ‘de natuur’: de bramen als buffer tussen bos en vlakte, maar misschien toch ook wel als bondgenoot van Rusland. Of Oekraïne. Als er nieuwe ontwikkelingen waren zou hij zich meteen weer melden. Alweer: niets aan, behalve als je het hem hoort en ziet doen. Cojones is, ondanks minder geslaagde passages, amusement van bovenmodaal niveau.
Zaterdag 21-2 de laatste van dit seizoen. NPO 1, 21.50 uur.
Popmuziek – Leon Verdonschot
Kanye West vs. Steel Panther

Over de Grammy’s (wie ze won, wie niet, hoe dat verliep) gaat het ruim een week na de uitreiking van de belangrijkste Amerikaanse muziekprijzen al niet meer. Over de bijdrage van Kanye West aan de avond nog steeds wel. Het lukte de rapper opnieuw om de aandacht te vestigen op zichzelf, door te doen wat hij al eerder tijdens de avond deed: ongevraagd zelf het podium op lopen, deze keer tijdens het moment dat Beck de meest onverwachte Grammy van dit jaar won. Het was een aan zichzelf refererend grapje deze keer, en West zelf had een vrij warrige verklaring over het statement dat hij er mee wilde maken. De felheid van alle reacties erop maakt opnieuw duidelijk de Kanye West de meest polariserende artiest van dit decennium is. Glamrockband Steel Panther nam zelfs een muzikale videoboodschap aan Kanye West op, met in de styling een verwijzing naar Bob Dylan. Jammer van de laatste verwensing.
Steel Panther speelt 17 maart in 013, Tilburg
Dels
Hij komt uit de stad Ipswich in het oosten van Groot-Brittannië, en zijn accent is net zo vet Brits als dat van Mike Snikker, die met The Streets een tijd gold als de hoop van de hiphop maar live keer op keer door de mand viel. Dels’s nummers vaak draaien op zware synthesizers, zijn teksten op een fraaie combinatie van metaforen en een verfrissend gebrek daaraan in nummers die recht vooruit gaan. Een van de meest poppy nummers op zijn tweede album Petals Have Fallen is deze:
Vrijdag staat hij in de bovenzaal van Paradiso, en het aanvangstijdstip sluit mooi aan bij het nachtstedelijk karakter van zijn muziek. Petals zijn overigens kroonbladeren.
20 februari, Paradiso, 23:30.
Toneel – Loek Zonneveld
Beton
Ieder kind dat de ouders ouder ziet worden en allerlei varianten van aftakeling waarneemt, kijkt in een dubbele spiegel. Het ziet zijn verwekkers zelf weer kind worden, tot kinds wordens toe. En het ziet een beeld van zichzelf, over twintig of dertig jaar, het schrikbeeld van de menselijke afbrokkeling. In het toneelstuk Beton (tekst: Rob de Graaf, regie: Willibrord Keesen, productie: Keesen&Co) is vader Laurens (78) een botterik in relatief goeden doen en met een conservatief-liberaal bord voor zijn kop. Zoon Sebas (54) is in zijn ogen een mislukkeling, schrijver van reclameteksten. Locatie: een vrij luxe aanleunbungalow naast het dreigend beton van een verzorgingsflat. Vrouw Veerle (79) is een paar straten vérder in het bejaarde dolen, ze is licht dementerend met glasharde, heldere momenten. Dochter Lucie (54) reddert de boel zo’n beetje bij elkaar.

Grappig is hoe in de (kranten)reacties voorbij wordt gekeken aan wat volgens mij de kern van dit kamerspel is. De een ziet er een perfecte satire in over de belazerde stand van zaken in de ouderenzorg, terwijl dat louter couleur locale is. De ander laakt de jaren-zeventigruzies tussen de rechtse vader en de linkse zoon waarvan de houdbaarheidsdatum zou zijn verlopen (wat niet zo is). Daar gaat Beton overigens allemaal niet over. Het stuk gaat over de zoon die de vader in de ogen kijkt en denkt: straks moet ik de billen van die gek ook nog gaan wassen, hoe kom ik daar onderuit? Om die gruwelgedachten te ontwijken pookt de zoon alle (politieke) ruzies met pa uit het verleden nog eens flink op. Wat ook niet helpt trouwens.
Dic van Duin speelt de vader en dat doet hij prachtig. Joeri Vos doet een jennerige, lijzig sarrende zoon. Ilke Paddenburg speelt de mutsige dochter. Moeder Veerle, gespeeld door Monique Kuijpers, verdient een eervolle vermelding. Haar vertolking is een wonder van toneelspelersvernuft. Ze wuift alle emoties weg als wespen in de zomer. Haar gespeelde masker zit vol met naar binnen gemept verdriet, de bovenlaag is het opgesmeerde craquelé van de eeuwige nep-chique, waarmee ze zich in de oorlog die haar huwelijk is, overeind heeft gehouden. Haar teksten worden hortend en stotend bij elkaar geveegd. Prachtig!
Auteur en regie zijn er volgens mij niet helemaal uitgekomen. De ellende is tegen het einde wel erg veel kitchen sink bovenop elkaar geplamuurd, de zoon wordt nogal potsierlijk overvallen door een huilbui die betekenisloos blijft, ook omdat we er geen woord van kunnen verstaan. Subtiel is anders. Maar eng, herkenbaar en onontkoombaar is het allemaal zeker ook. Beetje een curieuze toneelavond. De moeite waard.
Beton is op tournee tot half april, volgende week in Toneelschuur Haarlem, laatste week van maart in Theater Frascati in Amsterdam, meer informatie en speellijsten op www.keesen-co.nl
Beeld: Beton (Ben van Duin).