De Groene Amsterdammer is als het om het jubilerende Holland Festival gaat die volle zeventig jaar consequent bezig geweest de nieuwe Nederlandse muziek te bevorderen, te stimuleren, ja te eisen en af te dwingen. Daarover schreef niet alleen componist en muziekcriticus Matthijs Vermeulen in de jaren veertig en vijftig. In de jaren zestig en zeventig steunde De Groene de eisen van de Notenkrakers, de bende componisten om Louis Andriessen, Peter Schat, Jan van Vlijmen, Reinbert de Leeuw en Misha Mengelberg.

De Groene besteedt dan ook in 1966 veel aandacht aan het muziektheaterstuk Labyrint van Peter Schat en Lodewijk de Boer in het kader van het Holland Festival in Carré, en nog meer in 1969 aan het gezamenlijke werkstuk Reconstructie van Andriessen, Schat, De Leeuw, Mengelberg, Van Vlijmen, Hugo Claus en Harry Mulisch. Daarin wordt het Don Juan-thema toegespitst op de antikapitalistische strijd in Latijns-Amerika. De grote blikvanger is een enorm beeld dat langzaam door een groep arbeiders wordt opgebouwd en dat de Latijns-Amerikaanse guerrillero Che Guevara blijkt voor te stellen. Hij wordt opgevoerd als een Commendatore die alle misdaden van het Amerikaanse kapitaal, verpersoonlijkt door de persoon van Don Juan, zal wreken.

Vooral de lijn van Louis Andriessen zal zowel door het Holland Festival, De Nederlandse Opera als De Groene stevig worden vervolgd. De Groene besteedt zeer veel aandacht aan Andriessens eerste grote muziektheaterwerk De Materie, uit 1988, en ook aan alle volgende stukken, zoals La Commedia in 2008 en Theatre of the World in 2016, waarbij steeds de vraag wordt gesteld wat de toekomst van de opera zou kunnen zijn. Daar blijkt keer op keer een debat over te kunnen worden gevoerd. Louis Andriessen wil zich zo ver mogelijk van de traditionele opera vandaan bewegen; Reinbert de Leeuw, zijn vaste dirigent, ziet hoe de opera toch bezig is zich te vernieuwen en hoe alle componisten tegenwoordig opera’s willen schrijven.

Het Holland Festival presenteert verder veel werk van leerlingen van Louis Andriessen en andere jonge componisten en ook De Groene besteedt aandacht aan bijvoorbeeld Rob Zuidam en Michel van der Aa. De vragen over het belang van de operatraditie en de ontwikkeling van het muziektheater blijven en nemen steeds andere gedaantes aan. Het maakt het des te spannender in het Groene-archief te duiken en verschillende artikelen op te vissen over de nieuwe muziek in het Holland Festival.