Mag ik nog even terugkomen op de kwestie-Zijlstra? Die speelde een maand geleden, nog niet heel erg lang geleden. Nu de zaak is opgelost, is het de moeite waard eens precies te kijken wat Zijlstra ten val heeft gebracht. De reacties gingen over het feit dat de minister gelogen had en er zijn grappen gemaakt over zijn fantasie. Maar over het verhaaltje zelf is nauwelijks gesproken. Misschien hebben we daar wat aan voor een volgende keer.
Wat vertelde hij, op dat gedenkwaardige VVD-congres in 2016: ‘Ik was begin 2006 aanwezig in de datsja van Vladimir Poetin. Ik was er als medewerker, ik was weggestopt achter in het zaaltje waar het plaatsvond. Maar ik kon heel goed horen wat het antwoord van Vladimir Poetin was op de vraag wat hij verstond onder Groot Rusland. En Groot Rusland, dat is waar hij naar terug wil. En zijn antwoord was: dat is Rusland, Wit-Rusland, Oekraïne en de Baltische staten. Nou ja, Kazachstan dat was nice to have.’
Het heeft een kleine twee jaar geduurd voordat deze wonderlijke uitspraak onontkoombaar leidde tot zijn dramatische afgang. Achteraf kun je denken: hoe is het mogelijk dat dit verzinsel niet meteen in 2016 onderuit werd gehaald door de congresgangers in Leeuwarden? Want het was maar een klein verhaaltje, over die aanwezigheid in de datsja, maar eigenlijk zat het vol aanwijzingen dat het niet kon kloppen.
Wanneer zegt iemand dat hij als medewerker is weggestopt achter in een zaaltje? Het is natuurlijk een detail dat het verhaaltje geloofwaardig moet maken. Maar van wie was Zijlstra zoals hij beweerde ‘medewerker’? En wat vond daar dan plaats, in dat zaaltje ‘waar het plaatsvond’? En wat moet je je voorstellen bij een zaaltje in een datsja, ondanks het verkleinwoord zo omvangrijk dat je er achterin kunt worden weggestopt? En spreekt de rustige, beheerste Poetin wel zo luid dat je achter in zo’n toch tamelijk groot zaaltje heel goed kunt horen wat hij zegt?
Kennelijk zijn deze vragen bij geen van de congresleden opgekomen. Gelukkig wel bij een paar achterdochtige journalisten.
En nu de hamvraag: wat zeg je als je zegt dat je in de datsja van Poetin was, maar weggestopt achter in dat zogenaamde zaaltje? Dan zeg je volgens mij twee dingen tegelijk: ik ben belangrijk, en ik ben onbelangrijk. Tegenstrijdige mededelingen in de subtekst. Ze hadden onmiddellijk tot argwaan kunnen leiden.
Dat de congresleden kennelijk geen argwaan hadden, valt te begrijpen. Ten eerste is er de gewoonte aan te nemen dat iemand de waarheid spreekt totdat het tegendeel blijkt, want anders wordt het leven wel erg ingewikkeld. Ten tweede vertelde Zijlstra, denk ik, iets wat die congresleden graag wilden horen. En ten derde: het verhaaltje was ondergeschikt aan de eigenlijke boodschap over Poetins bedoelingen. Ondanks de opgepoetste couleur locale van het verzinsel was het snel vergeten.
De subtekst ‘ik ben belangrijk’ gaat vaak vergezeld van de subtekst ‘ik ben onbelangrijk’. Dat wijst op een restant van twijfel en op de behoefte aardig te worden gevonden. Misschien bewijst de combinatie zelfs dat het gevoel belangrijk te zijn gelijk opgaat met een gebrek aan zelfrespect. Want hoe denk je over jezelf als je verzint dat je achter in een zaaltje weggestopt heel goed kunt horen wat Poetin zegt?
Een gezelschap dat zich laat inpakken door een politicus. Een politicus die denkt dat niet zijn werk, maar hijzelf belangrijk is. Een tekstschrijver die het betoog van de politicus sjeu geeft met een rammelend verzinsel. Een paar vastberaden journalisten die denken: hier klopt iets niet. En dan, na een lange achtervolging, valt de politicus. En tijdens die val prijst een van zijn collega’s hem omdat hij zijn leugen heeft bekend nadat hij was ontmaskerd: dat zou een Rus nooit doen! Het lijken me mooie ingrediënten voor een toneelstuk. Maar eigenlijk was het dat al: een toneelstuk.