Volgens Nabokov zijn er twee soorten boeken: die voor op het nachtkastje en die voor in de prullenbak. Dat is natuurlijk onzin, want naast de ultieme meesterwerken die je altijd onder handbereik wilt hebben zijn er nog veel boeken die wellicht niet volmaakt zijn, maar die toch hun waarde hebben. Er zijn ook boeken die het de lezer moeilijk maken om tot een oordeel te komen. Wat bijvoorbeeld te denken van de biografie van Willem Drees?
Hans Daalder werkt hier al bijna een mensenleeftijd aan en heeft op zeker moment hulp gekregen van Jelle Gaemers. Er zouden vier delen verschijnen, waarvan eerst het 538 bladzijden tellende deel over de jaren 1940-1948 werd gepubliceerd. Toen volgden 548 pagina’s over de dekolonisatie van Indonesië, en nu is er dan het deel dat Drees’ ontwikkeling tot 1940 schetst.
Over de aanleiding tot deze monumentale biografie, de jaren waarin Drees premier was, komt nog een deel. Te vrezen valt dat dit niet tot één band beperkt blijft, te meer omdat Daalder onlangs een apart boek publiceerde over één hoofdstuk uit dit laatste deel (Drees en Soestdijk: De zaak-Hofmans en andere crises, 1948-1956).
In het door Gaemers geschreven deel over de «jonge» Drees wordt alle informatie die hij over de hoofdpersoon heeft gevonden keurig op een rijtje gezet. Ook wordt er ruime aandacht besteed aan de context waarbinnen Drees opereerde. Toch wreekt de opzet van deze biografie zich hier enigszins, omdat het streven naar volledigheid nu eenmaal niet is waar te maken.
Gaemers moet aandacht besteden aan de ideologische en politieke heroriëntering die de sdap in de jaren dertig doormaakte en vermeldt hierbij dat Drees daarin geen opvallende rol speelde.
Wel schrijft hij dat Drees van mening was dat in dit proces de hoofdrollen waren weggelegd voor Vorrink, Wiardi Beckman en Albarda. Daarom gaat Gaemers uitgebreid in op het optreden van deze heren, waardoor hij over het hoofd ziet dat de belangrijkste bijdrage aan deze ideologische heroriëntering werd geleverd door Willem Banning. Uit de bibliografie blijkt dat hij geen enkel geschrift van of over Banning heeft geraadpleegd terwijl hij ook enkele belangrijke artikelen over de ideologische vernieuwing heeft genegeerd.
Deze kolossale biografie van Drees (we zitten nu al op tweeduizend bladzijden) is voor historici onmisbaar, maar voor het grote publiek – alleen al in financieel opzicht – een brug te ver. En dat terwijl Drees een biografie had verdiend zoals Jos Perry die over sdap-voorman Willem Vliegen heeft geschreven: overzichtelijk, meeslepend en in een prachtige stijl.