Voor een militair in Guatemala is de term synoniem voor ‘marxisme’ – waar een beetje kenner van geschiedenis toch niet gauw op komt. Zelden ook het woord ‘straffeloosheid’ zo toepasselijk gevonden als in dat land waar moordenaars, drugsbendeleden, verkrachters en genocideplegers zo weinig kans hebben veroordeeld te worden. Althans, tot 2010. Toen werd Claudia Paz y Paz benoemd tot hoofd van het Openbaar Ministerie. Boink volgde haar gedurende de periode dat ze dat ambt bekleedde en met onwaarschijnlijke moed de bezem haalde door een verrot justitie- en politieapparaat.

Wie zich een signalement van haar probeert voor te stellen heeft weinig kans dat het lijkt op deze betrekkelijk jonge, ogenschijnlijk verlegen, bijna fluisterende vrouw die na haar ambtsaanvaarding aan de filmmakers vraagt of haar stem niet te veel trilde en of ze haar verhaal niet te snel heeft afgestoken. Hoeveel mannen zouden dat doen? Mannen die de handschoen opnemen tegen al dan niet geïnstitutionaliseerd kwaad zijn vaak evenzeer macho als de vijand die ze bestrijden.

Paz y Paz is een mirakel van zachte kracht, bescheiden zelfverzekerdheid, van overwegend ingehouden emoties. Zelfs haar incidentele tranen om het lot van slachtoffers, om de weerzinwekkende tegenkrachten die haar kruistocht oproept, om de gevaren die haar en haar gezin bedreigen – zelfs die zijn nauwelijks waarneembaar. Niet uit stoerheid maar uit introverte bescheidenheid. En toch, vanaf dag één in het ambt gaat ze een leger van incompetente, laffe, corrupte en half- tot heel-criminele ambtsdragers te lijf. En verwerft ze de opluchting, bewondering, steun, solidariteit en liefde van de goedwillenden en bekwamen die er ook zijn, binnen en buiten het Openbaar Ministerie.

Ze bezoekt het Openbaar Ministerie in een provincie grenzend aan Mexico waar de criminele infiltratie vergaand is. Een leger vlezige mannen rond de tafel. Hoeveel opgeloste moordzaken de laatste tijd, vraagt ze. ‘Weinig’, is het antwoord. Fout, want het zijn er nul. En maar vier of vijf zaken überhaupt voor het gerecht. ‘Ik zou daar geen salaris voor willen krijgen’, zegt ze. En dreigt met consequenties als het niet verandert. Als je haar daarna ziet wegrijden besef je hoe dicht ze bij de speelfilmscène is waarin haar auto wordt opgeblazen.

Dat blijft haar en de kijker bespaard. Sterker, ze kan na ruim drie jaar indrukwekkende statistieken overleggen inzake aantallen opgeloste zaken, arrestaties en veroordelingen. Dat ze die zelfs móet overleggen omdat een Constitutionele Commissie haar vierjarige termijn inkort, komt doordat ze nog gevaarlijker vijanden te lijf is gegaan: voormalig dictator generaal Ríos Montt, zijn stafchef en dus het leger. Aanklacht: misdaden tegen de menselijkheid en genocide op de indiaanse Ixil-gemeenschap.

Het proces is huiveringwekkend vanwege de gruwelijke getuigenissen en het niveau van de demagogische verdediging: ‘Dat kleine Chineesje van de Verenigde Naties (bedoeld wordt de Koreaan Ban Ki-moon – wvdk), die niet eens weet waar Guatemala ligt, betaalt de getuigen voor dit circus.’ Ríos Montt wordt veroordeeld tot tachtig jaar en zit nog geen week vast. Paz y Paz ontvlucht het land en onderzoekt nu vanuit Washington de vermissing van Mexicaanse studenten. Ze behoorde ooit tot de staf van bisschop Gerardi die regering en leger aanwees als verantwoordelijken voor massaslachtingen en die prompt met een kei werd doodgeslagen. Hoe ze ooit benoemd kon worden vertelt de film niet. Een belangrijk en indrukwekkend document.


Joey Boink, Burden of Peace (De gevaarlijkste baan van der wereld). Human 2Doc, woensdag 8 april, NPO 2, 23.00 uur