Als je ze niet meer kunt vertrouwen, is het einde zoek. Want hoe moet de consument in de supermarkt aanvoelen met hoeveel rund- en varkenseiwitten zijn kipfiletje is geïnjecteerd, hoeveel kankerverwekkend acrylamide er in zijn patat zit, en of een boer medroxyprogesteron acetaat door zijn varkensvoer heeft gemengd? Deze drieledige vraag had een week eerder nog niemand kunnen bedenken, nu lijkt alleen het antwoord nog even ver weg. Alleen dat laatste middel klonk vagelijk bekend in de oren. Het blijkt dat in het verleden wel is voorgesteld om het te gebruiken voor chemische castratie bij seksuele misdadigers.
Hoe moeilijk het voor de consument ook is om te bepalen hoe ongezond, gevaarlijk of lekker manipulaties het voedsel maken, hij rook al langer onraad. Uit een opinieonderzoek van het Productschap Vee, Vlees en Eieren bleek dat de consument nog voordat daar enig bewijs van was geleverd al wist dat varkens vol hormonen zitten. Nu de keuringsdienst winkelend Nederland gelijk heeft gegeven, is het woord aan de producenten. In alle reacties geven die, bijna wanhopig, de schuld aan de consument. Aan ons dus. Wij willen niet de dunne kip uit Brazilië, maar de opgepompte uit het lab. En de vraag creëert immers het aanbod. Maar de hand van Adam Smith is hier nog onzichtbaarder dan de manipulaties van groente en vlees, want de consument is nooit om een mening gevraagd.
Die is voor de markt ook onbelangrijk. Daar gaat het slechts om zijn gehoorzaamheid aan zijn eigen affecties en voorkeuren, zoals geopenbaard in de winkel. Het verschil tussen woorden en daden is nergens zo groot als voor de rekken met groente, vlees en eieren. Dus misschien is de consument wel schuldig. Maar maakt dat hem ook aansprakelijk? Nee, dat is hij niet zolang hij aan die lekker ogende kipfilet niet kan zien dat er varkens- en rundereiwitten in zitten (voor hindoes, joden en moslims overigens niet onbelangrijk te weten). Onafhankelijk van consumentengedrag zal met het voortschrijden van de techniek daarom het belang van Europese en landelijke keuringsinstanties alleen maar toenemen. Want vertrouwen op een integere houding en goed burgerschap bij de producent is niet voldoende. Hun daden spreken voor zich: in 1995 werd in België de vleeskeurder Karel van Noppen zelfs door vleesproducenten vermoord. Het duurde even, maar nu maakt de Belgische regering ernst met de gemene zaak van de voedselveiligheid. In Nederland hoeft het niet zo ver te komen. Als men de ernst van de zaak ziet, zou men hier kunnen denken aan een ministerie voor Voedselveiligheid. De voorzitter van de landbouworganisatie LTO noemde de kwesties van de afgelopen week «incidenten». Hoeveel incidenten wil hij nog om ook doordrongen te raken van de noodzaak van zon ministerie?