
De met twee Golden Globes bekroonde oorlogsfilm 1917, tevens grote kanshebber bij de Oscars, krijgt jubelende recensies. Maar het werk stuit op grote bezwaren van de criticus van The New Yorker, Richard Brody, die schrijft: ‘Het meest vulgaire special effect dat ik vorig jaar zag was niet in een film van Marvel; het was in 1917, wanneer een soldaat overlijdt.’ Toen ik dit las, moest ik denken aan een soortgelijk moment uit een andere oorlogsfilm, Pearl Harbor (2001) van Michael Bay: de camera talmt op de knalrode lippen van actrice Kate Beckinsale in haar witte verpleegstersuniform terwijl de Japanse vliegtuigen verderf zaaien op de Amerikaanse vlootbasis. Brody bemerkt iets soortgelijks in 1917: het pittoreske in plaats van het afgrijselijke.
Brody bedoelt de dood van een soldaat tijdens de tocht van Schofield (George MacKay) en Blake (Dean-Charles Chapman). Ze moeten een boodschap aan een regiment in Noord-Frankrijk overdragen, namelijk dat het terugtrekken van de Duitsers aan zet is. En dat de Britse troepen bij een aanval in een hinderlaag zouden belanden, met rampzalige gevolgen.
Regisseur Sam Mendes vertelt dit epische verhaal met een enkele take, wat de verhaalwerkelijkheid een claustrofobisch gevoel geeft. Doordat de camera constant dicht bij hen is, zien we slechts het perspectief van Schofield en Blake. Deze stijlfiguur vindt Brody ‘visuele trucage’, bewijs dat de regisseur afleiding gebruikt om de ‘goedkope machinaties’ van het script te maskeren.
Misschien is de kern van Brody’s probleem toepasbaar op de meeste oorlogsfilms. De vraag is of je filmische opsmuk in een verhaal over massaal mensenleed kan of moet dulden. Immers, het simpelweg tonen van de realiteit zou genoeg moeten zijn. Keerzijde: film is geen spiegelbeeld van ‘echt’. Bij artistieke verbeelding horen metaforen en symbolen die de ongrijpbare werkelijkheid ombuigen tot een narratief geheel dat iets zegt over wat ons voorstellingsvermogen te boven gaat. Dit doet Mendes’ enkele take: de constant bewegende camera imiteert de nerveuze blik van Schofield en Blake. Ze kijken en kijken, maar zien niets. Hier ligt een soldaat met een gat zo groot als een voetbal in zijn borst, maar hoe is dat gekomen? Ze zoeken naar iets herkenbaars, maar stuiten op anarchie en waanzin.
Het moment waarop de soldaat overlijdt – Brody noemt het een ‘smaakvolle dood’ die de ‘smakeloosheid’ van 1917 toont – is complex, maar niet omdat het sterven ‘slechts aangrijpend’ en niet ‘afschuwelijk of weerzinwekkend’ is, zoals Brody schrijft. Enerzijds kun je het eens zijn met het idee dat het sterven geen Hollywood-moment mag zijn, anderzijds is die mysterieuze gebeurtenis in een mensenleven misschien juist ‘slechts’ aangrijpend en intiem. Het echte afschuwelijke is in 1917 hoofdzakelijk buiten ons blikveld, verwijderd van die enkele take. Dat klopt ook: hoe kun je ooit tonen wat er werkelijk gebeurde? Veertig miljoen doden? In een loopgravenoorlog? Dat is pas vulgair, net als die rode lippen in Pearl Harbor die staan voor onze lust voor spannende beelden in oorlogsfilms. Het bleke gezicht van de stervende soldaat in 1917 is ánders. Het moment is haast spiritueel, en in die zin: mooi.
Nu te zien