Tekening van Francesco Salviati, Vrouwenhoofd, 1540, te zien in ‘Geniaal getekend’ in het Cromhouthuis © Cromhouthuis

Drie jaar na de dood van Carel Fodor (1801-1860) werd in Amsterdam Museum Fodor geopend, een ‘gaanderij voor schilderijen en teekeningen’ gehuisvest in de twee huizen en het pakhuis aan de Keizersgracht die Fodor daarvoor in zijn testament had aangewezen. Fodor was en is een enigszins raadselachtige figuur. Hij was een succesvolle handelaar in steenkool, een van de exponenten van de groei van de Nederlandse economie in de negentiende eeuw, en hij was uiterst actief in het kunstleven, maar hij liet maar zeer weinig documentatie na. Niemand leek hem te kennen, hij was vrijgezel, hij scheen nogal op zijn moeder gesteld te zijn en hij gold in later jaren als ‘zwaarmoedig’. De vrome Debora Blok (1800-1875) besloot van een verloving af te zien omdat Fodor niet godsdienstig was: ‘Myn geweten zey my dat die liefde niet goed was en dat als ik eenmaal met hem getrouwd was en ik kinderen kreeg ik bezwyken zou van smart als God niet hun hoogste goed was. Maar myn hart dat hem zo lief had zey my dat ik een middel in Gods hand zoude weten om hem tot het geloof te brengen.’ Vergeefs. Fodor stierf eenzaam; er werd gefluisterd dat het zelfmoord was.

De collectie die hij naliet omvatte 161 schilderijen, 877 tekeningen en 302 prenten. Fodor verzamelde vooral schilderijen die terugkeken naar de zeventiende eeuw, en dus doorgingen voor conservatief en fantasieloos. Zijn absolute topstuk was de monumentale Christus Consolator van Ary Scheffer; hij had daar zestigduizend franc voor over. Fodor had geen belangstelling voor wat zich bijvoorbeeld in de Haagse School aandiende. Het museum werd niet populair. In 1948 werd het gebouw een dependance van het Stedelijk; de collectie kwam in beheer bij het Amsterdams Historisch Museum.

De collectie tekeningen is echter van uitzonderlijke klasse. Een kleine selectie, samengesteld door Taco Dibbits, wordt nu getoond in het Cromhouthuis aan de Herengracht. Het Amsterdam Museum maakt handig gebruik van de relatie met dat huis, waar kunstwerken in een meer aansprekende context kunnen worden getoond. De tentoonstelling is heel klein – zo’n 25 tekeningen – maar omvat alleen maar topstukken. Hier is bijvoorbeeld de geniale tekening te zien die Hendrick Goltzius in Rome maakte van de Hercules Farnese, met de twee toeristen die er bedremmeld en vol ontzag naar opzien. Daarnaast hangt het rake portretje van de jonge Hugo de Groot door De Gheyn, in het fantastische millimeterwerk dat alleen mogelijk is als je de zilverstift in volmaaktheid beheerst. De Gheyn is ook hier de absolute virtuoos, hors concours, ook naast dat zingende meisje van Jan de Bray, de vredige Madonna van Francesco Salviati of de godenverzameling van Rembrandt. Dan is er ook nog dat ene werkje van Leonardo da Vinci, een oude mannenkop, een bozige borstelige tronie met een hoekige neus, misschien een studietje voor de tweede apostel van rechts in Het laatste avondmaal.

Museum Fodor hield op te bestaan in 1993 en in de ‘gaanderij’ huist nu Foam. Het is dus mooi dat Fodors naam en zijn royale schenking niet zomaar vergeten worden. Bij deze.


Geniaal getekend: Van Da Vinci tot Rembrandt. Cromhouthuis, Amsterdam, t/m 13 oktober; cromhouthuis.nl