Sinds 2012 hadden zij honger, vatbommen en een afgesloten leven in kelders getrotseerd. ‘We hebben vier jaar standgehouden. Maar we konden gewoon niet meer’, zei een van de strijders tegen de BBC. In Syrië wordt gespeculeerd op meer soortgelijke deals. Als er een snel einde aan de burgeroorlog mogelijk is, dan lijkt dit het meest waarschijnlijke scenario: vrede door uitputting.

Een dezer dagen zal hopelijk een staakt-het-vuren in Syrië worden afgekondigd. Rusland en de VS werken daar al een paar weken aan, maar lijden (volgens de Amerikanen) aan een ‘vertrouwensgat’ – alsof je voor een wapenstilstand eerst vrienden moet worden. Als dat staakt-het-vuren er toch komt, zal waarschijnlijk een koor van stemmen beweren dat Rusland in Syrië ‘heeft gedaan wat de VS hebben nagelaten’. Die stelling horen we al sinds vorig jaar september, toen Rusland begon met bombarderen van de Syrische oppositie en (in beduidend mindere mate) IS. De laatste weken hoor je het vaker – eind augustus bijvoorbeeld van de laatste Amerikaanse ambassadeur in Syrië in een interview in NRC Handelsblad. Hij wilde vooral dat de VS ‘iets’ deden in Syrië (‘wat’ wist hij ook niet precies).

Het blijft waarschijnlijk nog lang donker in Syrië

Voor de militaire analist Andrew Bacevich is dit een schoolvoorbeeld van een nieuw strategisch denken dat de norm is geworden in de VS. In het laatste nummer van Foreign Affairs traceert Bacevich dit nieuwe denken terug naar de eerste beleidsgids van defensie na de Koude Oorlog, opgesteld in 1991 onder onderminister Paul Wolfowitz. Daarin is de voornaamste rol van het Amerikaanse leger niet het voorkomen van oorlog, maar het ‘vormgeven van de toekomst’: het maken van een betere wereld door inzet van militaire macht. Uit die visie volgt dat als de VS niet ‘iets’ doen bij een ernstige crisis ergens ter wereld, dat de VS dan falen.

In Syrië kunnen de VS echter helemaal niet doen wat Rusland doet. Rusland heeft in Syrië een strategisch doel dat met militaire middelen kan worden bereikt, namelijk voorkomen dat Assads regime militair ineenstort. Dat doel heeft Rusland met een jaar intensief bombarderen bereikt. De VS (en andere westerse landen) hebben zo’n doel in Syrië niet. De VS wilden vanaf het begin van de Syrische oorlog in 2012 graag dat Assad plaats zou maken voor een verlichte democratie. Maar westerse landen investeerden daar nauwelijks in en na verloop van tijd bleek dat ook een wensdroom, want de belangrijkste strijdgroepen tegen Assad zijn fundamentalisten. Assad wegbombarderen betekent al-Qaeda en IS naar Damascus halen, en een jaar bombarderen om rebellen een betere deal met Assad te laten sluiten is voor het Amerikaanse publiek onacceptabel (zie de bovengenoemde ideologie van shaping the future). Hoe hadden de VS zich uit die tegenstelling kunnen bombarderen?

In ieder geval is er in Syrië in het afgelopen jaar een nieuwe situatie ontstaan. Er is zicht op een wapenstilstand die hopelijk langer duurt dan de vorige. Maar vrede is iets anders. Zelfs als alle Syriërs zo oorlogsmoe zijn als de inwoners en verdedigers van Darayya, dan nog kunnen ze over die vrede niet zelf beslissen. Een hele reeks landen voorziet een nieuw Midden-Oosten, dat zal verschillen van wat Britse en Franse diplomaten een eeuw geleden ontwierpen; het zal een andere machtsbalans hebben dan voorheen. Veel landen zijn ervan overtuigd dat de oorlog in Syrië cruciaal is voor dat nieuwe Midden-Oosten en zijn bereid daarvoor te vechten (zelfs Turkije doet nu mee). Nog veel meer landen zijn bereid om op andere manieren in die oorlog te investeren. Een wapenstilstand sluiten moet haalbaar zijn, maar een vredesakkoord dat volgens veel landen beslissend zal zijn voor een nieuw Midden-Oosten, is een andere opgave. De afgelopen jaren hield Assad onderhandelingen af, nu zullen dat waarschijnlijk de teruggedrongen oppositiegroepen worden (met achter zich Saoedi-Arabië en Qatar, de ongemakkelijke vrienden van de VS). Het blijft waarschijnlijk nog een hele tijd donker in Syrië. ‘Iets’ doen zal weinig helpen.