
Vorige week kwamen plots van alle kanten de signalen: in een open brief pleitten hoogleraren voor de sluiting van alle kolencentrales, het KNMI kondigde ‘code oranje’ af en Jesse Klaver en Diederik Samsom presenteerden gebroederlijk hun klimaatwet. De tijd van het vrijblijvend babbelen over de klimaatproblematiek is voorbij, was de boodschap, er moet actie ondernomen worden. Het diende allemaal als zetje in de rug voor de klimaattop die vandaag van start gaat in Parijs.
De gevolgen van klimaatverandering worden in toenemende mate voelbaar. 2015 is het warmste jaar dat ooit gemeten is. De aarde is al met bijna 1 graad opgewarmd sinds de pre-industriële tijd – nog 1 graad erbij en we overschrijden de kritieke grens van 2 graden. Die grens, hoewel enigszins arbitrair, wordt door wetenschappers en politici aangewezen als absolute rode lijn. Het CO2-gehalte in de atmosfeer oversteeg dit jaar de historische grens van 400 ppm. De laatste keer dat er zoveel CO2 in de lucht zat, bestond de mens nog niet en lag de zeespiegel tientallen meters hoger. In Nederland piekte het kwik afgelopen zomer boven de 38 graden, iets wat de komende decennia met groeiende regelmaat zal gebeuren.
De Europese commissaris van klimaat Arias Cañete ziet de top in Parijs als een ‘historische mogelijkheid die we niet mogen missen’. Maar datzelfde riep menig leider zes jaar terug in de aanloop naar de klimaatconferentie in Kopenhagen. Toen heetten de onderhandelingen, in de woorden van de toenmalige Britse premier Gordon Brown, ‘de laatste kans om de wereld voor een catastrofe te behoeden’. Maar, alle grote woorden ten spijt, de top in Denemarken ging de boeken in als een jammerlijk falen. Is er ditmaal meer reden tot optimisme? Of zal eens te meer blijken dat dit soort internationale onderhandelingen niet voor oplossingen kunnen zorgen?
Vandaag, op de eerste dag, mogen de regeringsleiders hun zegje doen. Ook zij zullen signalen afgeven. Het is alvast de eerste les van Kopenhagen: toen werden de staatshoofden op het laatste moment ingevlogen en begonnen ze nog aan de teksten te morrelen. In plaats van het katalyserende effect, waar het voorzitterschap op gehoopt had, liepen de gesprekken volledig spaak. In Parijs zwaaien de regeringsleiders al gauw weer af en laten ze het noeste onderhandelingswerk aan hun diplomatieke delegaties.
Hoeveel ieder land bereid is zijn CO2-uitstoot terug te schroeven is al voor aanvang van de top bekend. In de aanloop naar Parijs presenteerden meer dan 180 landen hun klimaatbeloftes, de zogeheten INDC’s: intended nationally determined contributions. Het is een tweede les die is geleerd van Kopenhagen. Was het proces tot aan de top in Denemarken nog top-down, met centraal gestuurde onderhandelingen over reductieverplichtingen, nu mochten landen van tevoren zelf hun bijdragen vaststellen. Aan de voorgestelde emissiereducties in deze INDC’s zal in Parijs niet getornd worden, de hoop is dat het voorbehoud ‘intended’ straks vervalt en dat de ‘contributions’ omgezet worden in ‘commitments’.
Les drie van Kopenhagen: temper de verwachtingen. Zes jaar terug werd er hoog ingezet, er moest een nieuw bindend verdrag komen à la Kyoto. Die ambitie is bijgesteld. Ieder akkoord dat er komt in Parijs zal onvoldoende zijn om de opwarming van de aarde tot twee graden te beperken, heeft de UNFCCC-chef Christina Figueres al laten weten. Het belangrijkste is dát er een bindend akkoord komt. Parijs moet geen eindpunt worden, maar een startschot. Maar om een serieuze kans te maken om de opwarming van de aarde binnen de perken te houden is een vliegende start noodzakelijk.
De komende twee weken zal De Groene vanaf deze plek regelmatig berichten over de klimaatconferentie in Parijs. We doen verslag van side events in de Franse hoofdstad, waar ngo’s en bestuurders hun oplossingen presenteren. We spreken met denkers en beleidsmakers over hun visie op deze enorme uitdaging. En we publiceren stukken uit ons archief, die het klimaatprobleem van verschillende kanten belichten.
Beeld van de site icewatchparis.com/
Ice Watch van Olafur Eliasson wordt eind november geïnstalleerd op een nader bekend te maken plek in Parijs, voor het begin van de internationale klimaatconferentie COP21 aldaar van 30 november t/m 11 december