‘Ik heb altijd medelijden met degene die ik haat’, suisde door mij heen toen ik Marjan zag, en tegelijkertijd genoot ik van de meerdere betekenissen die deze zin kan hebben. De mens is in staat zichzelf vanaf verschillende hoogten en vanachter verscheidene hoeken gade te slaan; misschien heeft ons brein wel een holistische structuur.
‘Marjan, ik word nu geinterviewd! Ga naar boven, ga liggen, of kleed je aan en ga weg, maar laat me in ieder geval even met rust.’
‘Kom je ook zo boven?’ vroeg ze, met een stem die verneukeratief klonk.
‘Nee’, zei ik duidelijk, ‘mijn dochter en ik gaan straks naar mijn moeder.’
‘Je dochter?’
‘Ja, die mevrouw daar.’ Ik wees naar mijn dochter.
Mijn dochter reageerde poeslief en stelde zich voor, waarbij het leek alsof ze een lichte buiging maakte.
‘Maakte jij die herrie?’ vroeg Marjan.
Even werd ik zeer woedend (ik was al gewoon woedend) en dacht: ‘Wat geeft jou het recht om zo tegen mijn dochter op te treden, trut!’ Maar aan de andere kant trof het me dat zij - net als Anna - de juiste toon wist te treffen. Waarom kan iedereen gewoon met elkaar praten en waarom lukt mij dat nooit? Haat en medelijden - gevoelens die ik ook jegens mezelf koester.
‘Ja, ik wist niet dat u in het bed van mijn vader lag’, antwoordde mijn dochter. Marjan zweeg.
‘Nou ja…’ zei ze berustend. En ze verdween weer naar boven.
Mijn dochter ging achter haar aan. Wat ging mijn dochter doen? Wat was er aan de hand? Was Marjan misschien een heks en had ze mij en mijn dochter betoverd?
Anna lachte wat tegen mij.
‘Ik zou graag hebben… dat je dit niet allemaal in je interview ver werkt’, zei ik, en ik dacht: ‘Als ik als verslaggever in zo'n huishouden terecht zou zijn gekomen, zou ik wel alles nauwkeurig hebben beschreven.
'Geeft niet hoor’, zei Anna.
Ik besefte dat alles op haar bandje stond.
‘Maar ik zal antwoord geven op je vraag’, zei ik, ‘ik vind de televisie inderdaad een decadent medium. Decadent om twee redenen. In de eerste plaats treedt er altijd decadentie op wanneer iets over zijn hoogtepunt heen is, en televisie is over zijn hoogtepunt heen. Het heeft zijn effectiviteit in de samenleving verloren. In de tweede plaats: de programma’s. De talkshows, de andere programma’s… ze informeren niet meer, ze amuseren. Dat is best. Maar ook daarin zijn ze over hun hoogtepunt heen, dus moeten de programmamakers naar andere kicks zoeken. Wat je aan sadisme, masochisme, pijn, dood, verval, noem maar op, te zien krijgt, overschaduwt alles wat we aan het eind van de negentiende eeuw zagen, en…’
Marjan kwam zonder kloppen de kamer weer binnen - ze had zich aangekleed - en ze had in haar hand een waterglas jenever. Ze zei zacht: ‘Van je dochter gekregen… We kunnen het goed met elkaar vinden.’ Ik zag Marjans trillende handen… Ze nam een slok.
Toen kwam mijn dochter binnen. ‘Ik mocht tante Marjan wel een borrel geven, he pap?’
Tante Marjan?
Ineens voelde ik dat het allemaal fout was: er waren dingen niet goed. Iedereen moest weg. Alleen mijn dochter mocht blijven. Er waren hier drie vrouwen. Een beauty, een heks en een prinses. Het was een kwaad sprookje, maar wie was ik?
‘Zo, wijze knaap, laat je dochter en mij maar eens horen wat je allemaal weet’, zei Marjan.
Pas op dat moment zag ik dat Anna geirriteerd raakte.
(Wordt vervolgd)