Toen de troepenversterking, volgens de plannen van generaal Petraeus merkbaar begon te worden, hadden veel Irakezen dusdanig genoeg van de eigen milities, dat ze bereid waren tot samenwerking met de Amerikanen door die van informatie te voorzien. Twee jaar eerder was dat nog niet het geval.‘ Een citaat uit de nieuwsanalyse in The New York Times over de nieuwste aflevering van de WikiLeaks, de publicatie van 391.832 geheime documenten over de oorlogen in Irak en Afghanistan. De versterkingen hebben toen hun relatieve nut gehad, maar ondanks de aanwezigheid van nog tienduizenden Amerikaanse soldaten vliegen er nu bij aanslagen nog regelmatig burgers de lucht in. In verminderde mate duurt de catastrofe in Irak voort. Die in Afghanistan is nog in volle gang.
In juli van dit jaar heeft de eerste editie van WikiLeaks, de publicatie van 92.000 documenten, al onthuld dat bij de oorlogen in Irak en Afghanistan veel is misgegaan. Martelingen, willekeurige schietpartijen waarbij burgers het slachtoffer werden, en het zelfstandig optreden van de huurlingen van Blackwater en andere organisaties, buiten de regels van het oorlogsrecht. Tegenstanders van Julian Assange, de oprichter van WikiLeaks, hebben toen bepleit dat er maatregelen zouden worden genomen omdat hij op deze manier mensenlevens in gevaar bracht. Hij heeft zich verweerd door te verklaren dat de namen van alle mensen die door de publicatie gevaar zouden kunnen lopen, waren verwijderd. Van noodlottige gevolgen is toen niets bekend geworden. Bij deze publicatie is het van hetzelfde laken een pak. Niettemin voelt de historische klokkenluider zich opgejaagd, achtervolgd, is on the run, zoals uit een interview, ook in The New York Times, blijkt.
In feite is het nog steeds de omgekeerde wereld. Degenen die het werkelijk verdienen door genadeloze commissies ondervraagd te worden zijn de bevelhebbers die verantwoordelijk zijn voor de manier waarop de oorlogen gevoerd zijn: George W. Bush en zijn gezelschap. In het lange voorspel tot de aanval op Irak zijn ze praktisch dagelijks gewaarschuwd, van alle kanten, door mensen die het beter wisten. Chirac, Schröder, Nicholas Kristof, generaal Wesley Clark, om er een paar te noemen. Door de reusachtige vergissingen en de demagogische leugens van de president, Paul Wolfowitz, Donald Rumsfeld, Condoleezza Rice en hun Nederlandse makkers uit die tijd zijn ze, met hartelijke hulp van de verwante media overstemd. Irak zou het democratische voorbeeld voor de hervorming van het Midden-Oosten worden. En op 1 mei 2003 dacht Bush dat 'die klus geklaard was’.
WikiLeaks onthult nu voor de tweede keer de praktische gevolgen van deze formidabele vergissing. Mij dunkt dat dit maar één consequentie zou moeten hebben: dat degenen die de laatste verantwoordelijkheid voor deze rampen dragen, nu zelf voor het gerecht worden gedaagd. Maar ik besef ook wel dat dit zuiver theorie zal blijven. De nieuwe Britse vice-premier Nick Clegg wil wel een nieuw onderzoek naar de martelingen en andere schendingen van het oorlogsrecht. Op zichzelf is dit niet meer dan een zaak van fatsoen, maar zelfs hier lijken de zittende beleidsmakers voorlopig niet ontvankelijk voor. In Amerika heeft de politiek bij de komende verkiezingen en de resultaten daarvan wel iets anders te bespreken. En in Nederland, waar onze bewindvoerders uit die jaren ook boter op hun hoofd hebben (hoewel ik ze niet van het bevorderen van martelingen verdenk), zal nu een nieuwe, grondige enquête ongetwijfeld als ‘buiten de orde’ worden beschouwd.
Er is nog een andere kant aan de publicatie die aanmerkelijk minder de aandacht krijgt. In zeven jaar oorlog zijn meer dan 109.000 burgers gedood, een paar miljoen zijn naar de buurlanden gevlucht, er zijn geweldige verwoestingen aangericht en met de wederopbouw schiet het niet op. In Afghanistan is de toestand op een enigszins andere manier op z'n minst even ernstig. Wij in het Westen maken ons in toenemende mate zorgen over het aantal immigranten uit het Midden-Oosten en de haat die ons daar in een aantal landen wordt toegedragen. Om alle misverstand te voorkomen: ik ben er geen voorstander van dat we ons zullen laten ‘islamiseren’. Ik denk trouwens dat daar geen kans op is. Als we hier trouw blijven aan ons consumentisme, zal binnen een generatie ook de gemiddelde moslim hier tot consument zijn bekeerd. En met die kleine harde kern van hardnekkige gelovigen zullen we dan wel kunnen leven. Maar gaan we met onze democratiserende politiek in het Midden-Oosten op dezelfde weg verder, dan moeten we niet verrast zijn als de haat daar verder toeneemt. Dat is dan de grondslag voor de volgende godsdienstoorlog. Een nieuw probleem voor onze politici en de generaals van morgen.