De dichter Bloem had ooit de jonge Remco bestudeerd toen die, alleen, op een tramhalte wachtte, met als conclusie: ‘die jongen heeft niets en niemand nodig’. Wolf vertelt het aan John Albert Jansen in diens Campertportret Verloop van jaren. Jansens documentaire is zowel bevestiging als ontkenning van die observatie. De bevestiging is het meest manifest. Nog altijd kent Wolf namelijk het antwoord niet: veel mensen kan ze al snel ‘lezen’ – haar man niet. Die zit in ‘een soort capsule’. ‘Een open cocon’ probeert hij. ‘Een cocon is niet open’. ‘Deze wel.’

Het tekent een, althans in de film, goedaardige kibbelrelatie, die zich ook manifesteert in hun langjarige scrabbletoernooi. Tijdens de opnamen brengt hij tot haar misnoegen zijn achterstand terug van 75 naar 74 partijen, waarbij hij opmerkt dat hij die dus nooit meer kan inhalen. ‘Natuurlijk wel’, zegt ze gevat, ‘je leeft toch nog wel 75 dagen?’ Waarmee, naast kenbaarheid, een andere kern is geraakt: de eindigheid. Wie Camperts werk of alleen al zijn rubriek in de Volkskrant volgt, weet dat de dood in zijn denken, schrijven en dichten een grote rol speelt. In vroeger en vrolijker jaren beduidend minder: ‘alles zoop en naaide’ immers, hij zelf ook. Alleen al zijn fragiliteit, in de film gestadig toenemend, maakt die thematiek nu onvermijdelijk, zoals dat ook voor hoogbejaarde niet-schrijvers geldt. Het besef dat de dood hem een leven lang op de hielen zit is zich steeds meer gaan opdringen: ‘de tijd duurt één mens lang.’ En bijna alle dichtervrienden zijn al dood.

Maar de dood speelde zijn rol, al dan niet beseft, al veel langer. In zekere zin was het zuipen en naaien uit zijn jongelingsjaren óók reactie op het massale slachten tijdens de oorlog – een geheven middelvinger naar burgerlijke orde, netheid en fatsoen die te weinig schild tegen totalitair onfatsoen waren gebleken – of erger. Deze interpretatie is trouwens voor mijn rekening. Maar dat de gruwelijke dood van de vader (in Neuengamme), toen de zoon dertien was, een steeds zwaarder drukkend stempel zette, dat maakt de film overduidelijk. Te zwaarder doordat de vader hem toen al lang verlaten had. Aan het eind van het prachtige Over mijn vader (2004) beseft hij dat hij geprobeerd heeft ‘wat hij me niet gegeven heeft wel aan hem te geven: een beetje liefde’. Tragisch dan dat zijn eigen vaderschap zo onvolmaakt bleef, zoals in woord en beeld blijkt, want hij lijkt inderdaad niemand nodig te hebben. Geprobeerd heeft hij het vaak genoeg. Achteraf nooit liefde maar verliefdheden, zegt hij, een uitzondering makend voor zijn gade. Die daar zelf minder van overtuigd blijkt. Dit portret is een paradox. Liever blijft Campert in de schaduw, maar hij laat wel de camera toe in zijn privé-leven, zelfs op uiterst kwetsbare momenten. Gemakkelijk vindt hij dat zichtbaar niet. O ja, er komen prachtige gedichten voorbij. Raadsel Remco.


VPRO Teledoc, dinsdag 20 december, NPO 2

Beeld: Verloop van jaren - Dichter bij Remco Campert, regie John Albert Jansen (The Publicity Company)