Ik hang mijn neus maar weer eens in de wind.
Ik ruik een oude geur: conservatief.
Hoewel… het oude rook juist progressief.
Conservatisme, naam van een oud kind.
Het oude kind met pofbroek, luchtballon
speelt spelletjes van vroeger en ik zie
het schrikbeeld van een oude fantasie:
de hardheid van t gewapende beton.
Humaniteit is in t beton gestort.
Van Aartsen, Verdonk, De Geus, Balkenende
wendden zich af, opdat het zachter wordt.
Maar het verhardt zo buigt men naar het volk.
Het avondrood verwacht een nieuwe wende,
met tussen de tanden een oude dolk.