Moeder en Grunberg gaat over de relatie tussen mevrouw Grunberg en haar zoon Arnon. De kern wordt gevormd door huiselijke scènes, gesprekken en aanzetten tot zoon-moeder-interviews, gefilmd in de periode dat hij bij haar was ingetrokken met het oog op een te schrijven boek. Daartussen hun telefoongesprekken en door Grunberg ingesproken citaten, vooral uit het autobiografisch gekleurde Blauwe maandagen. Soms zijn er intermezzi uit de buitenwereld, fragmenten uit optredens en interviews – alle met betrekking op de relatie tussen zoon en moeder, en in mindere mate vader.

Door Grunbergs aandeel in een avond ter ere van Joseph Roth realiseer ik me pas hoe verwant die twee zijn in nomadisch hotelbestaan. Sinds zijn achttiende heeft Arnon niet meer in een huis gewoond. Alles zit in drie koffers. Raar? ‘Nee, een huis is raar.’ Tijdens een andere bijeenkomst spreekt iemand uit het publiek zijn verbazing uit over Grunbergs relatie tot zijn ouders: voor hem was de liefde van zijn ouders beslissend fundament voor het leven. ‘Ja’, zegt Grunberg, ‘die liefde wordt wel een pot met goud genoemd. Maar in mijn visie is die pot vergiftigd.’

Het zal de Grunberg-lezer niet verbazen, maar verrassend moet het wel zijn voor wie hem niet kent en deze uitspraken in de film hoort en ziet. Want zelden zal een moeder-zoon-relatie als zo expliciet liefdevol zijn getoond in woord en gebaar. Het is de zoon die zorgt, aait en streelt als een vader zijn kind – of meer nog als een moeder haar kind. De moeder geniet en betaalt met gelijk intieme en liefhebbende toon terug. Toch is hij dezelfde man die vertelt hoe hij door haar dominante aard allergisch voor elke vorm van overheersing is geworden; en hoe haar onvoorspelbaarheid hem heeft geleerd dat iets elk moment kan veranderen, zonder dat je weet waarom. Veilig kan dat niet geweest zijn. Hij heeft haar dan ook redelijk vroeg verlaten, ‘maar in zekere zin ook niet’ – getuige onder meer de frequente telefoongesprekken vol koosnaampjes en wederzijdse bevestiging van liefde en zorg.

Portret van een intieme relatie, uitzonderlijk in uitgesprokenheid. Het gesprek dat Twan Huys met Grunberg had in College Tour opende met een fragment uit deze documentaire. Moeder op ziekenhuisbed die de dood voelt naderen, zoon in buitenland die om haar moed en vertrouwen smeekt. Zoon had toestemming voor vertoning gegeven maar was even van slag. Ook ik vond het ongelukkig iets zo iets intiems uit te knippen en meteen in de zaal met publiek en de huiskamers te gooien. Emotionele hoogtepunten, ze zijn er gek op in praatprogramma’s. Dus hield ik mijn hart vast voor de film. Maar die is koosjer en ontroerend. En verhelderend over de gruwel die moeder mede maakte tot wie en hoe ze was; haar huwelijk mede maakte tot wat het was; haar kinderen mede maakte tot wie en hoe ze zijn. Die kinderen verschillen. Dochter vindt dat moeder optimistisch zou moeten zijn: ze had ook dood kunnen gaan in Auschwitz, zoals haar ouders en ontelbaren. Zoon bevestigt moeders pessimisme. Cynisch is hij niet, hij zegt gewoon de waarheid. ‘Jammer dat die vaak zo cynisch klinkt. Daarom kun je maar beter liegen als je wilt dat de mensen je aardig vinden.’

Pascalle Bonnier, Silvia Bromet, Moeder en Grunberg, Joodse Omroep, zondag 3 mei, NPO 2, 13.00 uur. Herhaling woensdag 6 mei, NPO 2, 23.00 uur.