Ik ga me er niet aan wagen, maar zat de afgelopen weken wel, als een beroepsdeformatie, te dagdromen over welk perspectief zo’n boek of film zou moeten hebben. Het meest voor de hand liggende valt meteen af. Een drama vanuit het slachtoffer is te eenduidig en levert geen verhaal op. Iemand stapt in het vliegtuig en stort, zonder daar zelf iets van te vermoeden of er iets aan te kunnen doen, tussen de zonnebloemen in Oekraïne neer. Dat zou zoiets worden als de film Flight 93, een film die niet duidelijk maakt wat de fictie toevoegt aan journalistieke reconstructie anders dan een verlevendiging, een journalistieke productie met dialogen en spanningsopbouw.
Om invoelbaar drama te maken moet iemand een keuze hebben, een dilemma ervaren. X heeft, omdat hij bij de AIVD werkt, informatie over de aanwezigheid van raketafweergeschut op de vluchtroute, maar besluit toch zijn schoonzusje Y, dat op die vlucht naar Australië reist, niet in te lichten, omdat hij een beroepsgeheim heeft. Bovendien verwacht hij niet dat de separatisten op passagiersvliegtuigen zullen schieten. Hij neemt de gok, en blijft achter met een schuldgevoel.
Maar als je zo’n verhaal wilt vertellen, kun je beter meteen een van de schietende separatisten als protagonist nemen. Die ondergaat een klassiek geval van de hamartia bij Aristoteles: hij begaat een tragische vergissing. Hij denkt in een oorlog een transportvliegtuig te onderscheppen, maar raakt een passagiersvliegtuig.
Tja, en dan? Waarom zou je dat dan per se op de MH17 moeten baseren, anders dan dat dit je kansen vergroot dat je er de aandacht van kranten-, tv- en radioredacties mee trekt?
Fictie heeft niets te zoeken in de actualiteit. Ga maar na. We gaan niet naar Richard the Third omdat we geïnteresseerd zijn in de perikelen van vorsten in Groot-Brittannië in de vijftiende eeuw, maar omdat we de worstelingen en hartstochten herkennen rond wraak, verantwoordelijkheid, liefde, macht en verlies.
Waargebeurd is geen excuus, luidt de waarschuwing voor autobiografisten, en het geldt evenzeer voor de actualiteit. We hebben kranten, documentaires en onderzoeksrapporten die exact uitvlooien hoe de radertjes van het noodlot in elkaar grepen. De fictie voegt daar niets aan toe. Wat voor de onderzoeksjournalistiek de hoogste waarheid is, is voor de fictieschrijver hooguit een decor. Een verzonnen voorgrond tegen een bestaande achtergrond.
Zoals de vuurwerkramp in Enschede in Bonita Avenue alleen een achtergrond is voor een familiedrama. Zoals de inhuldiging van Beatrix en de krakersrellen in De slag om de Blauwbrug alleen maar een achtergrond vormen voor een heel ander verhaal, over daden, bewustzijn, herinnering, tijd.
Door er even aan te refereren weet de Nederlandse lezer meteen waar hij zich bevindt. Zelf heb ik de moord op Fortuyn eens bijna onopvallend in de achtergrond van een roman opgesteld. Iedereen weet waar hij was op dat moment (mijn hoofdpersoon was een prostituee aan het bezoeken), het is een stuk bevroren geschiedenis in het brein van de lezers. Je hoeft het maar eventjes aan te raken en je ontdooit die geschiedenis, je brengt de lezers meteen in de juiste tijdgeest en stemming.
In La grande bellezza zit een scène waarin hoofdpersoon Jep vanaf een rots uitkijkt over het gekapseisde wrak van de Costa Concordia. Het iconische journaalbeeld is decor en plaatsbepaling. Wie de film over tien jaar terugkijkt, komt meteen in de juiste historische stemming – kredietcrisis, Berlusconi, de Europese crisis.
Beelden van rampen hebben de neiging meteen iconisch te zijn. Het enkele beeld slokt de hele catastrofe in zich op en vat een complete wereld samen. In het geval van de MH17 is het de grijze, raamloze koeltreinwagon met militairen ernaast. De brokstukken tussen de bloeiende zonnebloemen. De lange stoet rouwwagens op een lege snelweg door zonovergoten grasland. Als ik een filmmaker was, zou ik die misschien gebruiken. Uiteraard als een contrast. De hoofdpersoon, een jonge vrouw, rijdt op de andere weghelft op weg naar een afspraakje met een minnaar op het strand. Ze draagt alleen een bikini. Zelfs over vijftien jaar breng je de meeste lezers meteen naar de zomer van 2014.
Iconische rampbeelden zijn voor een romanschrijver van dezelfde orde als de Ponte Vecchio, de Eiffeltoren of het strand van Terschelling. Het zijn landmarks in de tijd. En er moet tijd overheen gaan voor je ze overtuigend kunt gebruiken.