LONDEN Sneeuw verkopen aan Eskimos en zand aan Arabieren, dat kon hij volgens zijn trotse moeder Margaret al. En sinds vorige week heeft de wereld kennisgemaakt met een nieuw talent van Sir Mark Thatcher: trauma helikopters aan de man brengen in Afrikaanse dictaturen. Voor een rechtbank in Kaapstad bekende hij voor 275.000 dollar te hebben geïnvesteerd in Air Ambulance Afrika, een «paramedisch» bedrijfje van de Zuid-Afrikaanse ex-huurling Crause Steyl. Dat hij hiermee een schakel was bij een mislukte couppoging in het oliestaatje Equatoriaal Guinee, zei de 51-jarige baronet tot wijdverbreid ongeloof niet te hebben geweten. Hij had een vreemdelingenlegioen aangezien voor Flying Doctors. «Tricky Thickie» kreeg een boete van 380.000 euro en vier jaar voorwaardelijk opgelegd. In het Britse Lagerhuis gaan stemmen op om hem te verlossen van zijn adellijke titel, maar aan zijn achternaam kunnen ze niets veranderen.
Nu Sir Mark de bajes is ontsprongen, «coupmanager» Simon Mann vier jaar in Zimbabwe vast zit en opperhuurling Nick du Toit zal uitvinden of hij de 34 jaar gaat volmaken in de Black Beach-gevangenis van Equatoriaal Guinee, zal de aandacht zich verplaatsen naar de architecten van de bijna-staatsgreep. Helaas is de «aandeelhouderslijst» van Manns boekhouder James Kershaw spoorloos verdwenen, net als Kershaw zelf overigens. Een schrale troost vormen de bankafschriften van Manns dekmantel Logo Logistics. Volgende maand beslist de rechtbank van Guernsey of deze documenten openbaar mogen worden gemaakt. Een reeds uitgelekt deel is veelbelovend.
Het wildwestverhaal begint in Madrid. Daar zit de oppositieleider van Equatoriaal Guinee, Severo Moto, in ballingschap. Als zelf uitgeroepen democraat wil hij de plaats innemen van de huidige president, Teodoro Obiang, die de macht in de voormalige Spaanse kolonie een kwart eeuw geleden op bloedige wijze had overgenomen van zijn oom. Op gezag van Moto meldt de Britse pers met de nodige details en illustraties dat Obiang de testikels van zijn vijanden placht op te eten. Sadisme blijkt een familiekwaal, want zijn oom liet tijdens openbare executies altijd Those Were the Days, My Friend uit de luidsprekers klinken. Hoe het ook zij, Obiangs populariteit bij de 523.000 inwoners is tanende. Haalde hij in 1996 nog 115 procent van de stemmen, zes jaar later was dat een teleurstellende 97,1 procent.
Hoewel het land na Angola en Nigeria de grootste olievoorraden van Afrika heeft, leven de meeste mensen nog in het tijdperk van de cacaobladeren en koffiebonen. Bedrijven als Exxon/Mobil, dat driehonderd duizend olievaten per dag exporteert, en Triton Energy, waar George Bush jr. banden mee heeft, zorgen ervoor dat Obiangs speciale steekpenningenrekening bij de Amerikaanse Riggs Bank flor eert. De Amerikaanse ambassade die onder Clinton wegens de mensenrechten situatie was gesloten, werd op aandringen van de olie baronnen eind 2001 heropend. Volgens Moto een goede vriend van de Spaanse ex-premier Aznar was de tijd rijp voor een realistische uitwerking van Forsyth thriller The Dogs of War, waarin het Britse establishment het onder leiding van Sir James Manson voorzien heeft op de platinareserves van Zangaro, zoals Equatoriaal Guinee daar wordt genoemd.
Moto benaderde zijn suikeroom Ely Calil, een Libanees die multimiljonair is geworden dankzij de Nigeriaanse olie. Hoewel hij elke betrokkenheid ontkent, zou Calil zich vanuit zijn twintig miljoen pond kostende villa in Chelsea ontpoppen als architect van de couppoging. Hij regelde een ontmoeting tussen Moto en Mann, die drie miljoen pond voor dit klusje zou krijgen. De Old Etonian Mann telg uit een brouwersfamilie, zoon van een oud-aanvoerder van het Engelse cricketteam en buurman van Sir Mark was als voormalig lid van de Scots Guards gehard in Noord-Ierland en Midden-Amerika waarna hij met zijn uitzendbureau voor huurlingen Executive Out comes zijn sporen verdiende in Angola en Sierra Leone. Na een korte filmcarrière hij speelde een commandant in Bloody Sunday was hij weer toe aan een echt avontuur.
Voor de financiële kant van de coup maakte Calil een rondje binnen zijn vriendenkring, te beginnen bij zijn boezemvriend Jeffrey Archer, misdaadschrijver en oud-voorzitter van de Conservatieve Partij onder Thatcher die zijn titel kwijtraakte na twee jaar in de gevangenis wegens meineed. Nooit te beroerd voor financieel avontuur maakte «Lord Archer of Belmarsh» 74.000 pond over naar Manns belastingvrije rekening. Ook Calils zakenpartners Gary Hersham, makelaar te Mayfair, en Greg Wales, accountant te Richmond, zouden hebben geïnvesteerd. In ieder geval zijn ze naar Gabon gereisd, een buurland van Equatoriaal Guinee, om daar de aanstaande «regulatie» van de oliemarkt te onderzoeken.
Wales bracht, zo berichtte Newsweek, echter een nog interessanter bezoek: in het Pentagon sprak hij met het hoofd Afrikaanse Zaken onder Rumsfeld over de situatie in het West-Afrikaanse oliestaatje waar Amerikaanse ex-generaals kort daarvoor een onderzoek naar hadden gedaan. Vervolgens legde hij de voordelen van privaat militair ingrijpen efficiënt, goedkoop en geen politieke risicos in Equatoriaal Guinee uit aan de International Peace Operation Association, een conglomeraat van particuliere militaire ondernemers. Het staat niet vast dat Calil direct contact heeft gehad met Mark Thatcher. Wel zou zijn vriend Lord Bell of Belgravia, ex-mediagoeroe onder Thatcher, na het klappen van de zaak opduiken als woordvoerder van de Thatchers. En van Mann.
Om de politiek-juridische kant van de zaak af te dekken, sprak Calil in een Libanees restaurant nabij Westminster met Peter Mandelson, vertrouweling van Tony Blair en nu euro commissaris voor Handel. De twee kennen elkaar al jaren. Tijdens zijn ministerschap in Noord-Ierland huurde Mandelson een vijfhonderdduizend pond kostend tweekamerappartement van Calil nabij Holland Park. Kernvraag van Calil aan «Mandy»: ben ik juridisch aansprakelijk wanneer het misgaat? Het Zuid-Afrikaanse politieteam dat de zaak onderzoekt, The Scorpions, wil Mandelson graag ondervragen over diens «Rumble in the Jungle» zoals het Britse weekblad The Spectator met venijnig plezier meldde.
Wat Calil toentertijd niet wist, was dat het ministerie van Buitenlandse Zaken al op de hoogte was van de coup die voor de tweede week van maart op de agenda stond. Het departement was geïnformeerd door de Zuid-Afrikaanse ex-militair Johann Smith, thans als political risk consultant werkzaam voor onder meer Obiang. Tijdens een vergadering van het Royal Institute of International Affairs bleek in februari over de coupplannen te zijn gesproken. En niet alleen daar. «It was the talk of all diplomatic cocktail parties», meldde een rapport over de mislukte coup voor een oliemaatschappij. De auteur was Nigel «Captain Pig» Morgan, ex-lid van de eurosceptische Brugge-groep van de Conservatieve Partij. Maar ook vriend van Mark Thatcher én Simon Mann. De Britse minister van Buitenlandse Za ken Jack Straw besloot Obiang niet te waarschuwen, daar het «vertrouwelijke informatie» betrof.
Ondertussen benaderde Mann in Zuid-Afrika een oude wapenbroeder: Nick du Toit, die warme contacten onderhoudt met ex-leden van het tijdens de apartheid gevreesde 32ste Buffalo Bataljon. Aanvankelijk had deze white warlord geen zin in dit avontuur, maar een aanbod van een miljoen dollar bleek te verleidelijk. Tijdens de voorbereidingen heeft hij naar eigen zeggen vier keer overlegd met Mark Thatcher. Met zestien paratroepen (voor het grootste deel Armeniërs en Zuid-Afrikanen) zou hij Equatoriaal Guinee met vissersboten incognito betreden. De coup zelf was via de lucht gepland. Mann had een speciale Boeing 727, ooit eigendom van de Amerikaanse reservisten, op de kop weten te tikken en Crause Steyl zou de helikopter (en stuntpiloot) leveren voor Moto, die op de dag van de coup duimendraaiend zat te wachten op de Canarische Eilanden. Een paar dagen eerder verlieten twee Spaanse marineschepen de haven van Cadiz, varend in de richting van de Afrikaanse Goudkust. Waarom de coup uiteindelijk mislukte, is de vraag. Vermoedelijk weet de Franse geheime dienst er meer van. Frankrijk, dat belangen had in Equatoriaal Guinee en nog steeds heeft in buurland Gabon, zou niet zitten te wachten op nog meer Amerikaanse invloed in de regio.
In ieder geval kwam de Zimbabwaanse despoot Robert Mugabe ter ore dat er een Boeing 727 met Mann, Crause Steyls broer Neil en 69 huurlingen in de hoofdstad Harare zou landen om voor honderdduizend dollar aan hand granaten, AK-47s en patronen op te halen, bedoeld om collega-despoot Obiang met diens veertienhonderd man tellende legertje te verdrijven. Dat het Britse establishment een rol bij de coup bleek te spelen, was een opsteker voor de nationalistische Mugabe. Terwijl hij had kunnen rentenieren in zijn villa naast de Tafelberg te Kaapstad of in zijn landgoed te Hampshire, vond een geketende Mann zichzelf tussen de kakkerlakken in de Chikurubi-gevangenis wegens illegaal wapenbezit. Van daaruit luidde zijn wodehousiaanse noodkreet: «I must say once again: what will get us out is Major Clout. We need heavy influence of the sort of Smelly, Scratcher, David Hart, and it needs to be used heavily and now. Once we get into a real trial scenario we are f****d.»
Hij doelde dus niet alleen op Sir Mark («Scratcher») en Calil («Smelly»), maar, veelzeggend, ook op David Hart, een andere oude bekende in het Britse politieke landschap. In de jaren tachtig was de Old Etonian Hart niet alleen bevriend met CIA-baas Dick Casey, maar ook met Thatcher, die hij adviseerde tijdens de mijnwerkersstakingen. Het mocht niet baten.
Sir Mark had meer geluk. Nadat Margaret snel de borgsom had voldaan, wist hij zich omringd door topadvocaten, waaronder Desmond da Silva, bijgenaamd «The Scarlet Pimpernel», wegens zijn talent om landgenoten te verdedigen in levensbedreigende regimes. Edoch, de praktische beslissing om een klein deel van de zaak te bekennen, is hem waarschijnlijk aangedragen door Mummy, in haar jonge jaren een verdienstelijke juriste.
Met de plea bargain werd een slepend proces voorkomen. Het is inmiddels duidelijk dat een uitleveringsverzoek van de Londense advocaat van Equatoriaal Guinee kansloos is. «A person who called himself a solicitor of the Supreme Court of England and Wales, and advocate at the Paris bar, has given us a document that is shocking in the extreme», mopperde rechter Deon van Zyl tijdens een behandeling. Dat was misschien ook de achtergrond van het «bulldog stoicism and pathos-laden cheer» bij Sir Mark tijdens het kerstfeest. Dit werd in The Daily Telegraph opgetekend door Leonie Frieda, die met haar partner, de historicus (en pleitbezorger van het imperialisme) Andrew Roberts te gast was bij moeder en zoon Thatcher.
Het was Sir Marks laatste kerst in Zuid-Afrika. Hij heeft zijn villa aan 10 Dawn Avenue dat op naam staat van Kosovo Investments in de verkoop gedaan. Als de Amerikaanse autoriteiten niet al te zwaar tillen aan zijn veroordeling kan Sir Mark zich weer bij zijn vrouw en twee kinderen voegen in Dallas, waar hij een oude bekende is van de fiscale politie en de Bush-clan. Hij heeft zijn faam als brokkenpiloot en «Heilige Graal van de onderzoeksjournalistiek» volledig waargemaakt, vond ook The Sunday Telegraph: «Perhaps the plotters biggest mistake was in chartering Sir Mark Thatcher…»
=