Barcelona – Banken die met staatssteun gered worden, failliete tolwegen waar de belastingbetaler voor opdraait, een mislukt privé-project voor gasopslag dat miljarden verlies doorschuift naar de kleine gasverbruiker; de Spanjaarden hebben het allemaal meegemaakt. Maar nog niet eerder vertoond: staatssteun voor een rechter, zoals voor Pablo Llarena. Hij leidt het onderzoek tegen de afgezette Catalaanse premier Carles Puigdemont en andere leiders van de onafhankelijkheidsbeweging. Aangemoedigd door de Spaanse regering beschuldigt hij ze van rebellie, het zwaarste misdrijf in Spanje. Rebellie is wat Franco in 1936 deed en wat kolonel Tejero in 1981 probeerde: met geweld de wettelijke regering omverwerpen. Puigdemont organiseerde een stemming over onafhankelijkheid zonder geweld: zoek de zeven verschillen.

Buitenlandse rechters hadden er geen moeite mee. Rechtbanken in Duitsland, België, Schotland en Zwitserland, landen waarnaar Puigdemont en zijn medestanders waren uitgeweken, spoorden ze moeiteloos op. Spaanse uitleveringsverzoeken wegens rebellie werden daarom stuk voor stuk afgewezen. Maar Llarena gedraagt zich als een spookrijder die geen moment twijfelt aan zijn eigen gelijk. In eigen land heeft hij de steun van politiek en media die uitleggen hoe dom buitenlandse rechters zijn.

Buiten Spanje ligt dat anders. En dus accepteerde een Brusselse rechtbank een civiele klacht van Puigdemont tegen Llarena. Op persoonlijke titel had de onderzoeksrechter te verstaan gegeven dat de Catalaanse politici zonder twijfel schuldig waren. Dat leek verdacht veel op schending van het basisrecht op vermoeden van onschuld. Llarena reageerde met zijn gebruikelijke arrogantie. Hij lachte om de Belgische klacht. Maar nu de datum van het proces op 4 september nadert, gooit de rechter het over een andere boeg. Hij zou namelijk een Belgische advocaat moeten inhuren. Dat kost geld. Opeens was de zaak ‘een grove aanval op de Spaanse justitie’. Llarena vroeg bescherming bij de Raad voor de Rechterlijke Macht. Die bescherming is bedoeld om rechters te behoeden voor politieke druk, niet om rechters die hun boekje te buiten gaan de hand boven het hoofd te houden. De Raad willigde het verzoek in. Bovendien zou de staat de verdediging van Llarena op zich nemen. Zodat de Spanjaarden nu mogen opdraaien voor de grote mond van de rechter in zijn vrije tijd.