Iedereen moest weten hoe mooi ze was. Hij dwong een lijfwacht haar ’s nachts te bespieden als zij zich zou ontkleden om te gaan slapen. De lijfwacht, Gyges, wilde niet. Hij vond het onkies. Maar Candaulas dwong hem. De koningin zag de verschijning in het duister, herkende haar mans favoriete lijfwacht en stelde hem voor een ultimatum: wat je hebt gedaan is schaamtevol, je moet óf zelfmoord plegen, óf de man doden die jou hiertoe heeft gedwongen. Gyges ging, begrijpelijk, voor optie B, vermoordde zijn vorst, en nam diens plek in op de koninklijke troon en in het koninklijke bed.

In Lieve zit dit Candaulas-thema op verscheidene manieren verstopt, of nauwelijks verstopt. Jaren geleden stuurde scenarioschrijver Casper de Goede een jonge Vlaamse actrice als escort naar de hotelkamer van zijn regisseur, Noah Boudrin. Noah wilde een film maken over een machtige man die valt voor een prostituee, Casper dacht dat hij Noah een handje hielp door hem die escort te sturen, iets wat wel paste in de seksuele dynamiek die hij met de actrice had opgebouwd. Waar hij niet op rekende was dat de regisseur en het meisje pardoes verliefd op elkaar raakten, hij haar castte in de hoofdrol, zij doorbrak, uitgroeide tot een ster, ze trouwden, en op de dag dat ze te horen kreeg dat haar Amerikaanse carrière vleugels kreeg ze zichzelf dronken te pletter reed.
Nu, inmiddels zoveel jaar later, maakt Noah een film over zijn overleden vrouw, de inmiddels mythische Lieve Vanlieve. Tot ongenoegen van Casper heeft hij zelf het script geschreven, hij cast de hippe Bison van Beerschot (lekkere naam hoor) als zichzelf, en de onbekende Liv Minnema als Lieve. Noah ziet Liv als de tweede Lieve, heeft meteen een intense band met haar – maar op de allereerste opnamedag, terwijl de acteurs op de technici liggen te wachten in het bed waar ze direct een seksscène moeten draaien, worden ze verliefd op elkaar. En is Noah de controle over zijn leading lady kwijt.
Kortom, mannen die hun vrouwen weggeven en daar spijt van krijgen. Het is een mooi thema, dat Ronald Giphart kalm en gecontroleerd uitwerkt. Zijn stijl is kraakhelder, elke actie wordt psychologisch gemotiveerd (soms zozeer dat er wel heel weinig voor de verbeelding van de lezer overblijft). Zijn vertelstem is alwetend, maar buitengewoon manipulatief. Hij schakelt tussen heden en verleden, de voornaamste spanningsboog is niet zozeer wat er gebeurt, en wat er gebeurd is, maar wie wat op welk moment krijgt te weten.
Is het pedant om te zeggen dat je Lieve een ‘volwassen’ boek vindt? Waarschijnlijk. Giphart draait inmiddels al een tijdje mee, heeft een enorm publiek bij elkaar geschreven, weet heus wel hoe je een boek in elkaar timmert. Maar toch. Bij de ontvangst van zijn vorige roman, Harem, in 2015, hing dat woord ‘volwassen’ ook in de lucht. Het was de onderliggende toon in veel van de recensies, leek het, alsof de critici ergens opgelucht waren dat Giphart eindelijk de verhalen over studentikoos, frivool gerondneuk achter zich had gelaten en op zijn vijftigste zijn eerste echt serieuze roman had geschreven, meer gewichtig, over vaders en zonen, over nalatenschap en intimiteit, over fotografie en daarmee over kijken en gezien worden.
Voor de volledigheid: ik las die studentikoze, frivole rondneukboeken helemaal stuk – toen ik net student was. Daarna raakte ik hem tien jaar uit het oog, daarom verraste Harem me, en daarom verrast Lieve me nu weer, omdat hij zijn roman net als Ik omhels je met duizend armen (2000) weer in de hippe happening-wereld van de regisseurs en acteurs plaatst en seks weer helemaal centraal in zijn roman staat. Lieve en Noah hebben elkaar ontmoet door seks, Liv en Bison vinden elkaar door seks, van zo’n beetje elk personage dat er in het boek toe doet wordt vlug het seksleven opgedist, of wordt een seksanekdote verteld. Maar Giphart weerstaat de verleiding om daar spitsvondig lollig over te gaan doen. Seks is ineens een stuk serieuzer geworden, het is nu geen feest van de liefde meer, het is een opening in een pantser, een moment waarop professionaliteit, beroemdheid of cynisme wijkt, en kwetsbaarheid en intimiteit mogelijk is.
(Maar één keer glijdt Giphart terug naar studentikoze seksleukigheidjes: ‘Kalm bewoog Liv haar vingers en ze voelde hoe een fysiologisch volkomen onschuldig proces ervoor zorgde dat het parasympathische deel van zijn autonome zenuwstelsel ervoor zorgde dat het niveau van zijn stikstofoxide in zijn bloed steeg, waardoor zijn bloedvaten zich verwijdden en de drie zwellichamen die gebroederlijk zijn geslachtsdeel vormden zich vulden met bloed.’)
Het meest invoelend is dat uitgewerkt in Bison en Liv, op de set, met een paar dozijn geluids-, camera- en visagiemensen om hen heen. Het is een omdraaiing van het genderstereotype: Bison de bink verliest zichzelf hopeloos in elk meisje waar hij mee naar bed gaat, terwijl Liv rovend op pad gaat, haar prooien uitkiest en weer uit hun huis glipt voordat ze wakker zijn geworden. Eenmaal samen op de set maken ze zichzelf wijs dat ze acteren, dat ze slechts een rol spelen – maar net als bij Candaulas houdt het geen stand. Het spelletje heeft echte gevolgen.
Beeld: Jean-Léon Gérôme, Koning Candaulas, 1859. Olieverf op doek, 67 x 100,1 cm (Museo de Arte de Ponce, Puerto Rico)