
Er staan voldoende disclaimers op Mr. Morale & The Big Steppers, het nieuwe album van Grammy Award- én Pulitzer Prize-winnaar Kendrick Lamar, disclaimers die waarschuwen tegen een eenduidige snack van een luisterervaring. Het herhaalde ‘And I can’t please everybody/ No, I can’t please everybody’, bijvoorbeeld, in Crown. Of de openingswoorden van het album:‘I hope you find some peace of mind in this lifetime (Tell them, tell ’em, tell them the truth)’. Mental issues staan centraal op zijn nieuwe album en de voornaamste daarna: daddy issuses. Hij benoemt ze zelf rechtstreeks in Father Time: ‘I come from a generation of home invasions and I got daddy issues, that’s on me/ Everything them four walls had taught me, made habits bury deep’.
Maar ze komen ook langs in We Cry Together, een duet met Taylour Paige, dat de volledige ruim vijf en half minuten bestaat uit een steeds hoger oplopende ruzie. Het is meer een hoorspel dan een nummer, een stijlvorm waar Lamar altijd al in uitblonk (denk aan BLOOD. uit 2017, of Swimming Pools uit 2012). Het is een soms pijnlijke, zelfs schrijnende, dan weer hilarische luisterervaring, dit wederzijdse salvo aan verwijten. Maar al scheldend komen de twee heen en weer schietend tot rake maatschappelijke observaties, waarin de trechter via (gelegenheids)feminisme en Harvey Weinstein weer leidt naar diezelfde daddy issues.
In Count Me Out gooit Lamar er een tamelijk beukende beat in, en de stotterrap van het refrein zal het zeker goed doen in de enorme arena’s die hij inmiddels vult, maar verder heeft hij op zijn vijfde album een voorkeur voor vloeiende, warme soulsferen.
Het broeierige, razendsnel gerapte Worldwide Steppers, vol seksuele ontboezemingen, had in de handen van andere rappers snoeverig kunnen uitpakken, zeker na de waarschuwing ‘I am not for the faint of heart’.
Maar Lamars ambities liggen elders, en ook hoger. In het wraakthema (seks met een witte vrouw om haar racistische vader terug te pakken) ademt evenwel de echo van Body Counts KKK Bitch door.
De opvallendste van de vele samenwerkingen die hij op het album aangaat is ook het hoogtepunt van het album: in het lange, hypnotiserende Mother I Sober duikt Beth Gibbons op, de uit duizenden herkenbare stem van Portishead. Het repetitieve, bezwerende pianoritme, de aanvankelijk kalme maar steeds emotionelere voordracht van Lamar, het onderwerp (dat via alcohol en drugs al snel afdaalt naar de kern, seksueel misbruik): ze vallen allemaal samen in een sfeer van beladen onheil, precies de sfeer waarvoor Beth Gibbons’ stem is gevormd.
Na deze zeventien avontuurlijke, gelaagde nummers en gedurfd gebrek aan enige conflictvermijding resteert Kendrick Lamar nog één nummer, en één advies: ‘Do yourself a favor and get a mirror’.
Kendrick Lamar – Mr. Morale & The Big Steppers. Lamar speelt 7 en 8 oktober in de Ziggo Dome in Amsterdam