Haar instinct is om het kindje te laten aborteren. Voor ze dat daadwerkelijk doet, arriveert er een nieuwe bewoner, Jayden (Kaitlyn Dever), een tienermeisje dat zichzelf mutileert. Grace en Jayden. Geestgenoten in een wereld waarin onuitsprekelijke horror plaatsvindt in de meest alledaagse context, die van het ouderlijk huis.

Wat een prachtige film is Short Term 12 van de beginnende regisseur Destin Cretton. Zonder opsmuk, wel met een intensiteit die de rauwheid van een leven vol schoonheid én ellende weerspiegelt. De cameravoering is afwisselend nerveus en statisch. In het laatste geval dient deze als ironische betekenisgever: het beeld is volmaakt in balans terwijl de personages binnen de grenzen ervan dat allerminst zijn. Ze zijn stuk voor stuk gebroken mensen, en ook nog op zo’n jonge leeftijd. Een jongen die zijn haar niet wil laten knippen, omdat je dan het letsel op zijn hoofd zou zien, opgedaan doordat hij herhaaldelijk geslagen werd door zijn moeder. En Jayden die een kinderverhaal schrijft waarin haar arm wordt afgebeten door een haai. Een haai die altijd aanwezig is, als een roofziek gedrocht dat haar nooit met rust zal laten. Allemaal moeten ze leven ‘zonder te weten wat het is een normaal leven te leiden’, zoals een van hen het stelt.

Maar juist in hun abnormaliteit zoeken ze verlossing van de nachtmerrie van het verleden. Grace slaag erin het probleem dat ze als kind had en lang heeft onderdrukt onder ogen te zien. Haar ontmoeting met Jayden vormt een keerpunt. Wanneer Jayden uit het tehuis ontsnapt om naar de woning van haar vader terug te keren, volgt Grace haar te voet. De regels van haar werk bepalen dat ze buiten de muren van het tehuis geen lichamelijk contact met Jayden mag hebben. Minuten lang meanderen ze door de keurige straten van de voorstad. Zonder ook maar iets te zeggen. De twee personages hebben een band die tegelijk mooi en verschrikkelijk is. Crettons camera observeert dit allemaal zonder iets bij de kijker te willen manipuleren of te forceren. En tóch zijn we er, ín het verhaal, ín het hoofd van beide personages. Dit is cinema om te voelen en te ervaren.

Ik geef verder niets weg, ook niet met deze beschrijving van de laatste, verbijsterende scène: een groepje jonge begeleiders staat buiten in het zonnetje te roken en te kletsen. Dan stormt een jongen van een jaar of tien naar buiten. Met slechts een pyjamabroek aan. Op zijn rug wappert de Amerikaanse vlag. Als een cape. Hij ís ook een held. Een uitbraak, zo lijkt het. Maar het gaat om een spel, om het simpele geluk van een kind. De begeleiders zetten de achtervolging in, in slowmotion terwijl muziek klinkt. Hij ontwijkt behendig de begeleiders. Het is een lyrische viering van verlossing en de mogelijkheid van hoop en nieuw leven.

Short Term 12 geeft geen zekerheid op een ‘goede afloop’, integendeel, je hebt het gevoel dat het volgende mentaal verminkte kind elk moment kan arriveren. En toch blijken menselijkheid en compassie mogelijk. Er is een sprankje hoop, niet meer. Misschien is dat wel genoeg in een leven dat zo vroeg al gemerkt is door wreedheid.


Te zien vanaf 17 oktober