
Ze kunnen geen kant op, en dat geldt ook voor de acteurs. De camerablik is genadeloos gericht op wat hun personages zeggen en hoe ze dat zeggen. Soms zijn ze stil en draagt lichaamsexpressie de belangrijkste betekenis van een scène: een lege gezichtsuitdrukking die schaamte of schuld of allebei uitdrukt; ogen die zacht staren en dan verslagen naar beneden kijken; een hoofd vanuit de hoogte zijdelings gedraaid, het personage vervuld van walging jegens degene naast hem of haar.
De film gaat over een echtscheiding. Zij haat hem, hij houdt zielsveel van haar. Hij weigert in te stemmen met de scheiding. De zaak zal uiteindelijk vijf jaar duren, gecondenseerd in een drama van pakweg twee uur.
Naast het zaaltje en de wachtkamertjes is er nog een ruimte: de bioscoop. Wie kijkt is medeplichtig. Want het verhaal is herkenbaar: tussen haat en liefde is er weinig licht. Beide dingen kunnen een ander mens vernietigen. In een relatie zijn schuld en boete aan de orde van de dag. Een van de rechters zegt: ‘Iedereen staat hier terecht.’
Viviana (Ronit Elkabetz) houdt niet meer van haar man Elisha (Simon Abkarian). Maar dat pikt hij niet. De redenen hiervoor zijn complex: hij is streng gelovig, zij lijkt de strikte religieuze conventies aan haar laars te lappen. Maar of dat nu de echte reden is? De drie rechters van het rabbijnse hof weten het ook niet. Ze baseren zich op de rechtspraak van hun geloof, maar dat is niet afdoende. Viviana, een beeldschone vrouw die zo uit een prerafaëlitisch schilderij lijkt te zijn gestapt, heeft een eigen kapperszaak. Haar man heeft ze niet nodig. Maar ze kan niet verder met haar leven, omdat hij haar niet wil laten gaan. De rechters, volstrekt in de war, stellen onomwonden: niet meer van hem houden is geen reden voor echtscheiding. Ze willen maar één ding zien en dat is ‘huishoudelijk geluk’.
Elisha wordt bijgestaan door een rabbijn die getuigen oproept die zijn smetteloze karakter duiden. En o wat is hij goed. In de synagoge zingt hij als een nachtegaal, ‘zelfs de vogeltjes stoppen om naar hem te luisteren’. Viviana riposteert, maar ze krijgt nul op het rekest. Haar vriendinnen weten hoe het zit. Een van hen zegt: ‘Als gescheiden vrouw ben je in Israël niets waard.’
Maar Viviana weigert zich te onderwerpen. Haar gevaarlijke verschijning ondermijnt de strikte gewoonten van deze wereld. Raafzwart haar, hoge jukbeenderen, volle lippen. Opeens verschijnt ze in een knalrode jurk. En de spanning in het zaaltje stijgt. Elisha’s rabbijn bijt haar toe: ‘Je bent een verderfelijke vrouw.’ Maar de geestelijke komt alleen maar tragikomisch over.
Vaak zien we haar tegen vlakke, witte achtergronden, wat de visuele beeldspraak van Jeanne d’Arc oproept zoals in de jaren twintig en zestig verfilmd door respectievelijk Carl Theodor Dreyer en Robert Bresson. Viviana is een martelaar, maar dat betekent niet dat de mannen in Gett gezichtsloze daders zijn. De regisseurs slagen erin sympathie voor hém te creëren. Elisha ziet zichzelf als slachtoffer (‘Je bent mijn straf’). Zo’n enorme liefde is waardevol. Of niet? Misschien horen Viviana en Elisha bij elkaar. Maar zij wíl niet meer. Uiteindelijk bereiken ze een compromis dat uitkomst biedt, hoewel de mogelijkheid bestaat dat het hele verhaal daardoor van voren af aan kan beginnen.
Te zien vanaf 4 september
Beeld: Gett - The Divorce Trail of Viviane Amsalam (Cinemien).