«Stijl is een heel eenvoudige zaak: stijl is ritme. Als je dat door hebt kún je niet de verkeerde woorden gebruiken. Maar dat is makkelijk gezegd. De halve morgen is voorbij en hier zit ik, mijn hoofd vol ideeën en beelden, maar ze komen er niet uit omdat het juiste ritme ontbreekt. Ritme zit diep en is diepgaand, veel diepgaander dan woorden. Een zucht, een emotie, creates this wave in the mind, lang voordat passende woorden het verhaal zijn vorm geven.»

Naar deze brief uit 1926 van Virginia Woolf aan Vita Sackville-West verwijst de Amerikaanse auteur Ursula K. Le Guin (1929) in de titel van haar nieuwe essay bundel The Wave in The Mind, een verzameling literaire kritieken, lezingen, autobiografische vertellingen en hersenspinsels over uiteenlopende onderwerpen als vrouwenschoenen, schoonheid, bibliotheken en haar vader, een antropoloog. Over schrijvers als Mark Twain, Jorge Luis Borges en Tolkien en bovenal over schrijfkunst, lezen en de kracht van verbeelding. De keuze van de titel is niet toevallig.

The Wave in The Mind is zorgvuldig gekozen en samengesteld door een eigenzinnig, productief en gelauwerd schrijfster, die al lang voordat Harry Potter op zijn bezemsteel voorbij kwam vliegen zich in haar A Wizard of Earthsea had voorgesteld hoe een tovenaarsschool eruitzag, lezers met The Left Hand of Darkness en The Dispossessed heeft verleid tot sciencefiction en fantasy en met haar non-fictie heeft bewezen een scherpzinnig, prikkelend essayist te zijn. «Rowling can type, but Le Guin can write», aldus Nicholas Lezard in het Britsde dagblad The Guardian.

Ook in haar nieuwe essaybundel, bestaande uit Personal Matters, Readings, Discussions & Opinions en On Writing, toont Le Guin haar vakmanschap en schrijfkunst. Speels, elegant en met rake beeldspraak doet ze vol overgave een beroep op haar intellect en dat van de lezer om tot de kern van «het schrijven» te komen. Wat is schrijven? Voor wie schrijf je? Waar komen verhalen vandaan? Wat is het verschil tussen realistische en fantastische fictie en hoe werkelijk is non-fictie? Le Guin beantwoordt deze vragen helder, analytisch en gedreven.

Let wel: The Wave in The Mind is geen schrijfcursus over het plaatsen van komma’s, punten, bijzinnen, hoofdzinnen en de opbouw van een tekst, al zegt Le Guin meer respect te hebben voor komma’s dan voor leden van het Huis van Afgevaardigden en erkent ze schrijven als ambacht. Nee, het boek is een bespiegeling omtrent schrijven als een van de schone kunsten.

Een kunstuiting waarvoor de auteur respect moet tonen door zijn schepping geen ander doel te laten dienen dan zichzelf en waarvoor hij volledig verantwoordelijk is. Immers, een auteur verleidt de lezer ertoe zijn verhaal binnen te treden, in zijn verhaal te participeren en tot een ontmoeting in zijn verbeelding. «Een verhaal is als een dans, de schrijver en lezer de danspartners. De schrijver leidt, maar duwt niet.» Dus auteurs die hun ego ongevraagd uitstorten over de hoofden van hun lezers (en daar zijn er nogal wat van) zijn geen dansers, maar noemt Le Guin «verkrachters».

Haar ideaalbeeld van de (proza)schrijver is als volgt: herinnering en levenservaring geven de auteur ideeën en beelden, die vervolgens door verbeelding worden gekneed en omgevormd, vrij van conventies, heersende meningen en modeverschijnselen, tot een verhaal. Tot fictie. In de realistische fictie zal de lezer alledaagse, cultuurgebonden ervaringen weerspiegeld zien en mogelijk herkennen. Maar Le Guin wil meer: «Ik wil iets herkennen wat ik nog nooit eerder heb gezien» en dát kan alleen in serious fantasy: de oudste, meest universele vorm van fictie waarin verbeelding het duistere deel van de psyche heeft getransfigureerd tot onbekende, andere werelden, die je moet betreden om in algemeen menselijke verlangens, hartstochten en angsten te delen.

Maar als de beelden en ideeën niet goed worden gekneed, als je niet met ze kunt dansen omdat het juiste gevoel, het ritme ontbreekt, dan worden ze noch omgevormd tot realistische noch tot fantastische vertellingen. Een auteur moet dit ritme, «the wave in the ocean of the mind», aanvoelen, zich erdoor laten meevoeren, tot de golf breekt en in duizenden woorden haar verhaal vertelt.

Virginia Woolf herkende dit ritme en liet zich erdoor meevoeren. Maar ook Twain, die Le Guin roemt om zijn onafhankelijke geest, ongebreidelt, ongebreidelde fantasie, nauwkeurigheid en meesterlijke stijl, Borges, onsterfelijke fantasy-schrijver, en Tolkien dansten hun dans op de golven.

Hartstochtelijk en nauwgezet analyseert Le Guin het ritmisch samenspel van woorden, zich herhalende beelden, handelingen en thema’s in Tolkiens Trilogie. «Net als Dickens moet Tolkien hebben gehoord wat hij schreef.» De reden waarom Le Guin de Trilogie aan elk van haar drie kinderen heeft voorgelezen. Een van de vele persoonlijke details en vertelsels waardoor The Wave in The Mind leest als een literaire autobiografie, van een begenadigd auteur die voluit danst.