Omdat Lourdes in mijn jeugd een mythe was, en tegelijkertijd een realiteit - mijn zieke oma ging er twee keer heen, het bronwater dat ze meebracht staat nog steeds in een plastic Mariabeeldje in mijn boekenkast -, wilde ik er ook heen. Bijna twintig jaar geleden zat ik aan de overkant van de Gave gefascineerd te kijken hoe mensen op hun blote knieen naar die grot kropen, om daar eindeloos te bidden en kaarsen op te steken. Voor wie? Voor Maria? Voor Bernadette? Voor zichzelf? In een zaaltje draaide iedere dag The Song of Bernadette, de film die Henry King in 1943 maakte van het gelijknamige boek van Franz Werfel over Bernadette Soubirous, een film waaraan ik in mijn kindertijd in onze dorpsbioscoop volledig verslingerd was geraakt.
Volgens schrijfster Matin van Veldhuizen en regisseur Liesbeth Coltof is het verhaal van Bernadette vooral het verhaal van een kind dat wordt verpletterd door haar omgeving, die haar persoonlijke (religieuze) gevoelens en gedachten niet serieus neemt en er iets anders van maakt. Bernadette wordt door de ontmoetingen met de ‘witte dame’ geinspireerd, de Anderen maken er een instituut van. De voorstelling - voor iedereen vanaf 8 jaar - heet Geheim is geheim. De geschiedenis van Bernadette wordt chronologisch verteld, ingebed in een ‘raamvertelling’ van twee mensen die op de vlucht zijn. Die ‘raamvertelling’ is geinspireerd op Het Lied van Bernadette van Franz Werfel, die met zijn vrouw Alma Mahler in 1940 op de vlucht was voor de nazi’s - ze hielden zich een paar weken schuil in Lourdes. De scenes tussen de vluchtelingen hangen er in Geheim is geheim wat losjes bij. Frank Houtappels en Jes Vriens doen erg hun best om het vluchtelingenverhaal aan dat van Bernadette te verbinden, maar hun intermezzi komen niet echt van de grond. Zij spelen ook alle andere rollen in het stuk: een pastoor, een vriendje en een boze klasgenote van Bernadette, die later ook in het klooster van Nevers belandt en Bernadette daar koeioneert omdat ze eigenlijk jaloers is op haar ontmoetingen met de ‘witte dame’.
De vertellende stijl van Geheim is geheim is door het effectieve ensemblespel goed gelukt. Misschien iets te goed, een beetje braafjes van en-toen naar en-toen. Maar werkelijk prachtig is Geheim is geheim vooral door de spelprestatie van Tessa du Mee, die Bernadette speelt. De passie in haar ogen wanneer wij alleen maar een lichtbundel zien en zij de ‘witte dame’ ontmoet, is van een ontroerende schoonheid. Ook Bernadettes verwildering wanneer de ‘verschijningen’ voorbij zijn en het rk-circus bezit van haar neemt, en de kalmte die over haar komt wanneer ze in het klooster is, zijn door Tessa du Mee bijzonder raak getroffen.
Als (quasi overtuigd) atheist raakte ik van de voorstelling danig in de war. Waar gaat dat heen met dit gejongleer met religieuze gevoelens? Is dit het antwoord op het pijnlijk verlies van idolen en ideologieen? Steken hier theatermakers de nek uit, of zijn ze verdwaald in trendy godsdienstigheden? Ik wist het na afloop even niet, maar bleef wel dagen met de voorstelling rondlopen. En dat is niet verkeerd, dan is er in ieder geval iets gebeurd.