Joost Zwagerman schrijft in het pamflet De schaamte over links dat de linkse politiek weer elan moet krijgen. Opdat je eindelijk weer eens zonder lood in je schoenen en zonder schaamte links kunt stemmen. Nu is de PVDA te veel bezig met mensen de mond snoeren, is de SP te populistisch en GroenLinks te achterhaald. Zwagermans kritiek is niet helemaal nieuw. Hij sluit zich aan bij de groeiende groep linkse mensen die af wil van culturele fratsen en morele dubbelzinnigheid. Goed dat het homohuwelijk er is, goed dat vrouwen gelijke kansen hebben, goed dat je zelf mag kiezen om te overlijden. Allemaal mooi. Maar de VPRO is toch zo’n beetje dood en wordt het na al die verworven vrijheid kortom niet tijd om weer te praten over het verheffen en beschermen van sociaal zwakkeren? Ook als dat betekent dat je die sociaal zwakkeren in moet peperen hoe met die verworvenheden om te gaan – bijvoorbeeld door homohaat onder moslimjongeren de kop in te drukken, of door leerlingen weer ouderwets klassikaal onderwijs te geven.
Zwagerman stelt voor dat de PVDA fuseert met de SP tot een ‘sociaal democratische volkspartij’, en daar mogen van hem dan ook GroenLinksers bij. Twee kwesties verhinderen telkens dat dit bekende voorstel tot progressieve samenwerking vorm krijgt. Een winnende partijleider peinst niet over een koerswijziging. En het gemiddelde actieve kaderlid plast in zijn broek van ergernis bij het idee dat hij zich opeens iets moet aantrekken van de erfide cultuur van de tegenstander. Nederlandse politieke partijen komen pas tot elkaar als de neergang van de samenstellende delen heeft ingezet. Zie GroenLinks, zie het CDA.
Zwagermans verlangen naar één grote, niet-populistische linkse partij zal flink weerklank vinden, zeker juist nu de PVDA zich met de kritische zelfanalyse van de ‘commissie-Vreeman’ nog eens flink over de eigen rug rost. En het is ook onvermijdelijk dat het er ooit van komt. Alleen staan de sterren niet zo gunstig. De PVDA hoopt zich uit de narigheid te regeren. GroenLinks heeft zich neergelegd bij het huidige zeteltal in het parlement en op lokaal niveau weet de club nog altijd flink mee te besturen. De SP is in de winning mood waardoor daar al helemaal geen beweging te verwachten valt.
Daarom is er nog tijd om ons af te vragen waar de ‘sociaal zwakkeren’ zélf baat bij hebben. Het zijn tegenwoordig nogal uiteenlopende groepen, de zwakkeren. Niet meer dé arbeiders, maar leerlingen op slechte scholen, bewoners van achterstandsbuurten, ouderen zonder familie of vrienden, werkloze migranten, vrouwen uit zware moslimgemeenschappen. Zwagerman meent dat zijn bepleite fusie ervoor zorgt dat dezen zich allemaal weer verbonden weten via ‘de gemeenschappelijke kernwaarden van een linkse volkspartij’. Is dat zo?
Zo’n grote linkse partij neemt een herculestaak op zich. Om de belangen te bundelen van eenzame bejaarden, beknelde migrantendochters, verwaarloosde scholieren en ambitieuze sociale klimmers en ook pro-Europa en pro-mondialisering te zijn, daarvoor is veel evenwichtskunst vereist. Kan zo’n partij meer voor mensen verbeteren dan de tientallen partijtjes in steden en dorpen nu voor elkaar krijgen? Of hebben al die zwakkeren vooral baat bij activistische lokale politici die weten wat er in hun buurt speelt – dondert niet van welke partij? Zullen al die verschillende groepen zich door zo’n volkspartij echt met elkaar verbonden gaan voelen, terwijl ‘de arbeiders’ dat eigenlijk ook maar mondjesmaat deden? Beetje weinig plek om ook nog de antwoorden te geven. Volgende week verder.
Rubriek Menno Hurenkamp
Een volkspartij
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/2007/22
www.groene.nl/2007/22