Aan langdurige Europese vergaderingen, besluiteloosheid, compromissen zijn we gewend en we hebben er vrede mee. Het hoort zo. Het verenigd Europa is geen dictatuur.
Maar nu, voor het eerst is een lidstaat vastgelopen in zijn eigen economische problemen en de Europese routine van de conferenties faalt. Griekenland bezwijkt onder zijn schulden, financieel wanbeheer en het politieke wantrouwen van de bevolking. De plaatselijke leiders weten zich geen raad, hetzelfde geldt voor de Europese politici en de Griekse bevolking. Nu is de kogel door de kerk. Europa stelt 82 tot 86 miljard euro beschikbaar, het geld dat de Grieken binnen drie jaar moet redden. Zal dat helpen? Wat zal er volgen? Niemand weet het.
De conferenties die we de afgelopen week hebben meegemaakt zijn de volgende fase in een langdurig proces waarvan we nu het voorlopig slot beleven. De duur van de onderhandelingen was een zelfstandige factor geworden. Niemand wil een Grexit, het definitieve vertrek van Griekenland uit het Europees verband, maar door het gebrek aan resultaat van het overleg dreigde er een toestand te ontstaan die een feitelijke Grexit steeds naderbij bracht. De Duitse minister van Financiën Wolfgang Schäuble stelde zondag al een ‘tijdelijke Grexit’ voor.
Wat zou men zich van een feitelijk volledig vertrek van Griekenland uit de Unie moeten voorstellen? Ja, de drachme zou terugkomen. Dat zou op zichzelf al een garantie voor een plaatselijke chaos kunnen zijn, het gedoe met wisselkoersen en niet onwaarschijnlijk de onderwaardering van de nieuwe munt en de conflicten die daarop kunnen volgen. Maar het is niet onmogelijk dat de hele Griekse openbare orde zou worden verstoord. De nieuwe drachme zou minder waard zijn dan de oude euro. Grexit zou waarschijnlijk een nieuwe golf van collectieve verarming tot gevolg hebben. Hoe ver strekt het geduld van de Griekse massa? Dat zou in dit geval proefondervindelijk worden aangetoond. Grexit betekende een onaanvaardbare kans op ontwrichting van de Griekse samenleving. En dan is er één aspect dat in de recente onderhandelingen geen rol heeft gespeeld: de buitenlandse politiek. Griekenland hoort tot de zuidflank van Europa. De afgelopen vijf jaar heeft dit gebied steeds meer de allure van een front gekregen. Islamitische Staat heeft Griekenland nog niet ontdekt, maar met het Griekse gezag dat gedeeltelijk versplinterd is over honderden eilanden lijkt het een ideaal operatieterrein.
En we hebben de bootvluchtelingen. Tot dusver hebben ze alleen het eiland Kos ontdekt, maar in een verzwakt Griekenland zouden ze misschien nieuwe kansen zien. De praktijk van Grexit zou dat leren. En wordt op zo’n manier de Griekse verantwoordelijkheid aan de zuidflank groter? Het is in ieder geval begrijpelijk dat dit probleem in Brussel niet aan de orde is gesteld. Ten slotte is het de vraag hoe Moskou op deze ontwikkelingen zal reageren. Na zijn half mislukte operatie in Oekraïne heeft Poetin een rekening met het Westen te vereffenen. Zullen de Russen proberen de nieuwe situatie uit te buiten door hun invloed in Athene te vergroten? Met zo’n poging zullen we in ieder geval rekening moeten houden. Griekenland als een front van een nieuwe Koude Oorlog. En waar is dan Amerika? Dat is intussen meegesleurd in zijn eigen verkiezingsstrijd.
Aan het begin van deze week hebben we in ieder geval een goede afloop beleefd, voorlopig. Want het Griekse volk zal door de eindeloos lijkende onderhandelingen niet onbeïnvloed zijn gebleven. We kunnen met gegronde reden veronderstellen dat het alle vertrouwen in de politiek heeft verloren. Ja, Griekenland is voorlopig gered. En het volk is gedemoraliseerd, het gelooft zijn politieke elite niet meer, het land blijft een uiterst wankele lidstaat van een verward Europa.