
Het lijkt een onschuldige familiefoto. In toga met academisch baret poseert Alexandra Lupu voor de ingang van de School of Business and Economics van Maastricht University. Haar broer heeft zijn arm om haar schouder geslagen. Voor haar borst houdt Alexandra, dochter van een prominente politicus uit Moldavië, haar zojuist ontvangen diploma. Trotse vader Marian Lupu deelt de foto in mei 2018 op zijn Facebook-pagina. Daarmee wordt het kiekje een puzzelstukje in een web van fout geld.
Nederlandse universiteiten controleren niet op witwasrisico’s of corruptiebetalingen via collegegeld van buitenlandse studenten, blijkt uit onderzoek van De Groene Amsterdammer. Ze hebben geen mechanismen om studenten als Lupu te onderwerpen aan nader onderzoek naar de herkomst van hun collegegeld. Ook beschikken ze niet over methodes om uit te vogelen of een extra controle gezien de achtergrond van een student noodzakelijk is. Een kind van een invloedrijk Moldavisch politicus, maar ook uit bijvoorbeeld een Russisch oligarchenkroost, kan zonder probleem in Nederland studeren.
Bij Lupu had een controlemechanisme zeker geleid tot vraagtekens. Een Moldavisch parlementariër verdiende in 2015 tussen de 431 en en 534 euro per maand, volgens een rapport van EU-instantie Greco. Lupu’s moeder werkte destijds voor een universiteit in hoofdstad Chisinau, waar ze hoogstwaarschijnlijk niet meer verdiende dan haar vooraanstaande echtgenoot. Alexandra Lupu’s studie kostte ondertussen alleen in het jaar 2014 al negentienduizend euro aan collegegeld en – vermoedelijk – leefgeld. Een dergelijk gat tussen officiële inkomsten van de ouders en hoge kosten geldt volgens witwasexpert Joras Ferwerda van de Universiteit Utrecht als alarmbel.
Voor de rol van controleur wijzen universiteiten vrijwel unaniem naar hun bank. Die financiële instellingen hebben in Nederland de taak om verdachte geldstromen te monitoren. Na hoge boetes voor halfslachtig werk namen de grootbanken de laatste jaren een klein leger van Know Your Customer-werknemers aan. Inmiddels checken zo’n twaalfduizend werknemers van Nederlandse banken de achtergrond en transacties van klanten. Universiteiten varen bijna geheel op de kunde van de banken bij controle op fout collegegeld.
Het enige waar sommige universiteiten zelf op letten zijn internationale sanctielijsten. Zo laat de TU Eindhoven weten dat de universiteit extra vragen stelt bij studenten uit sanctielanden, zoals Syrië en Iran. ‘Daarbij moet de inschrijver vooraf aangeven hoe en wie er betaalt. Ook moet de betaling rond zijn voordat de inschrijving definitief is.’ Lijsten met zogenoemde Politically Exposed Persons (PEP’s), waarop de Moldavische familie Lupu voorkomt, hanteren universiteiten niet.
Het nadeel van het blinde vertrouwen in de bank is dat financiële instellingen een belangrijk deel van de informatie missen: de persoon achter de betaling. Banken zien wel de geldstroom, maar missen de achtergrond van de student. Daarnaast hebben betalingen van collegegeld geen prioriteit voor een bank. Andere sectoren gelden als risicovoller, bijvoorbeeld omdat er veel contant geld in omgaat. De laatste acht jaar hebben banken geen enkele melding gedaan die duidde op ongebruikelijke transacties met collegegeld bij overheidsinstantie Financial Intelligence Unit (FIU).
Tussen 2015 en 2021 verdubbelde het aantal studenten afkomstig van buiten de EU tot 28.000. Zij moeten het hogere instellingscollegegeld betalen. Dat kan oplopen tot tienduizenden euro’s per collegejaar. Honderden van hen komen uit landen als Nigeria, Iran en Rusland, landen hoog op de lijst van meest corrupte landen ter wereld. De kans is groot dat tussen de valide studenten jongeren zitten die hun studie betalen met weggesjoemeld geld.
In het Verenigd Koninkrijk speelt de discussie over studerende kinderen van de internationale elite al langer. Zakenlui en politici van over de hele wereld gebruiken de Britse eilanden om de volgende generatie oligarchjes klaar te stomen. Een studie van denktank Carnegie Endowment for International Peace (CEIP) schat dat alleen al West-Afrikaanse politici jaarlijks meer dan dertig miljoen pond collegegeld betalen om hun kinderen in het Verenigd Koninkrijk te laten opleiden. Onderzoeker Matthew Page schrijft in zijn rapport dat onderwijsinstellingen die studenten rekruteren in met name Nigeria en Ghana zich blootstellen aan corruptierisico’s.
Maar Britse onderwijsinstellingen controleren wel zelf op zaken als witwassen, corruptiebetalingen en crimineel verkregen geld. Veel Britse universiteiten hebben medewerkers aangesteld om zicht te houden op verdachte geldstromen. Dat levert jaarlijks enkele tientallen meldingen op bij de National Crime Agency.
Zo was het nichtje van de Syrische dictator Bashar al-Assad bezig aan een master toen de National Crime Agency haar bijna 25.000 pond bevroor. De zoon van de Moldavische oud-premier Vlad Filat verloor zelfs bijna een half miljoen pond. Vlad Junior gebruikte rekeningen op onder meer de Kaaimaneilanden voor de aanschaf van een Bentley en het vooruitbetalen van vierhonderdduizend pond aan huur van zijn penthouse.
Nederland profileert zich internationaal graag als betaalbaar alternatief voor dure Britse universiteiten. Nederlandse ambassades helpen in onder meer Nigeria en India bij het werven van studenten voor universiteiten en hogescholen. Maar in tegenstelling tot Britse opleidingsinstituten is er geen bewustzijn over mogelijke witwas- of corruptierisico’s, blijkt uit ons onderzoek.
Witwas-expert Ferwerda twijfelt over de vraag of Nederlandse universiteiten meer zouden moeten doen aan financiële controle, net als hun Britse collega-instellingen. ‘Ik weet niet hoe vaak het gebeurt, en ik vraag me af of universiteiten genoeg kennis hebben van hun klant. Banken hebben veel meer middelen en expertise’, zegt hij. Aan de andere kant: ‘Je wil ook niet dat een toekomstige dictator op jouw universiteit heeft gezeten. Kim Jong-un heeft ook ergens gestudeerd.’
In Nederland zijn banken en andere spelers, zoals notarissen en accountants, aangewezen als poortwachters van het financiële systeem. Het is hun taak om mogelijk criminele geldstromen te traceren en te melden bij de Financial Intelligence Unit (FIU). Maar de opgezette methodiek is nogal omslachtig. Ondanks groeiende inzet van met name banken levert de aangeleverde data weinig afgepakt crimineel vermogen op.
Zo kreeg de FIU in 2021 van alle poortwachters liefst 1.230.411 ongebruikelijke transacties binnen. 96.676 van die meldingen markeerde de overheidsinstantie als verdacht, om ze door te zetten naar opsporingsdiensten. Niet duidelijk is wat politie en Fiod daarna deden met de informatie over ruim vijftien miljard euro aan verdachte geldstromen. Zeker is dat de gehele Nederlandse strafrechtketen in 2021 voor driehonderd miljoen euro crimineel vermogen afpakte. Dat bedrag is bovendien geflatteerd: het merendeel is afkomstig van ABN Amro, dat miljoenen betaalde vanwege onvoldoende witwascontroles.
In hoeverre de resterende afgepakte miljoenen toe zijn te schrijven aan FIU-meldingen is onduidelijk. In het boek Nederland Drugsland (2020) stelt een bron van auteurs Jan Tromp en Pieter Tops dat slechts een tiende van de verdachte transacties leidt tot opsporingsactiviteit. ‘We pakken niet voldoende misdaadgeld af, dat is duidelijk’, zegt oud-Fiod-rechercheur en anti-witwasexpert Jan van Koningsveld. ‘Bovendien weten we helemaal niet of het systeem van meldingen effectief is. Elke documentatie over wat er met de signalen van de FIU bij de politie en Fiod gedaan wordt, ontbreekt. De overheid is op dit vlak een slechte boekhouder.’
Volgens de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) besteden hun leden naar schatting 1,4 miljard euro per jaar aan het signaleren van verdachte transacties. Noodgedwongen, want ze riskeren megaboetes als ze zich onvoldoende inspannen. ABN Amro schikte bijvoorbeeld al voor 480 miljoen euro vanwege nalatigheid bij het voorkomen van witwassen. ING ging eerder akkoord met een betaling van 775 miljoen euro.
Mede door die boetes schuiven banken tegenwoordig heel veel meldingen richting FIU – zo weten ze zeker dat ze geen verdachte betalingen missen. In 2021 ging het om liefst 262.991 meldingen, een enorme stijging ten opzichte van de jaren ervoor. Ter vergelijking: accountants tipten de FIU in hetzelfde jaar 2.741 keer, belastingadviseurs 323 keer, en advocaten slechts dertien maal.
Ook hier valt een vergelijking te trekken met het Verenigd Koninkrijk. De Britse onderzoeksjournalist Oliver Bullough maakt in zijn onlangs verschenen Butler to the World een soortgelijke analyse: voor de zekerheid doen banken in zijn land zo veel mogelijk meldingen, terwijl andere poortwachters bijzonder inactief zijn. Hij beschrijft dat Groot-Brittannië evenveel verdachte meldingen registreert als 26 EU-landen samen. Slechts één EU-lidstaat verkeert enigszins op het niveau van de Britten, merkt hij op: Nederland.
De gebrekkige effectiviteit leidt tot kritiek uit de financiële sector. De Nederlandsche Bank (DNB) liet vorig jaar weten twijfels te hebben over de effectiviteit bij het bestrijden van criminaliteit, die volgens de toezichthouder leidt tot ‘onvoldoende’ resultaat. Niet het aantal meldingen moet omhoog, maar de kwaliteit van de controle, benadrukte DNB.
Vergelijkbare kritiek klonk begin juni uit een rapport van de Algemene Rekenkamer. Het College van Staat ziet het aantal witwaszaken voor de rechter de laatste jaren stijgen. Maar: ‘De opsporingsdiensten en het OM kunnen niet garanderen dat de meest risicovolle signalen nader onderzocht worden.’ Bovendien blijken opsporingsambtenaren afzonderlijk van elkaar dezelfde verdachte transacties te onderzoeken. ‘Hierdoor zetten zij hun schaarse specialistische financiële expertise suboptimaal in’, concludeert de Rekenkamer.
Het is dus de vraag of een meldplicht voor universiteiten de witwasrisico’s zou oplossen. ‘Als criminelen op grotere schaal geld gebruiken om hun kinderen te laten studeren, dan is het zeker goed om ook universiteiten een rol te geven als poortwachter’, zegt Van Koningsveld. Maar dan moet de kwaliteit van het meldsysteem wel omhoog, vindt ook hij. ‘Dit systeem kost particuliere instellingen miljarden, je kunt je afvragen of dat geld in een andere vorm niet beter het doel bereikt: witwassen aanpakken.’
Banken zijn bezig alternatieve methodes te ontwikkelen. Zo werken de grootbanken samen in Fintell Alliance en in Transactie Monitoring Nederland (TMNL). In beide gevallen delen financiële instellingen informatie met elkaar, zodat ze met minder werk een beter overzicht krijgen in hun brei van data. Ook willen ze actiever opereren, bijvoorbeeld door op eigen initiatief de financiële modus operandi van pakweg mensenhandelaren in kaart te brengen. Doel is niet langer honderdduizenden meldingen bij de FIU over de schutting te gooien, maar gerichter te zoeken naar criminelen.
Of dergelijke experimenten navolging krijgen is zeer de vraag. De Raad van State (RvS) publiceerde in juni felle kritiek op een wetsvoorstel dat het delen van informatie tussen banken vergemakkelijkt. ‘De massale schaal waarop banktransacties gezamenlijk zullen worden gemonitord is ongekend’, waarschuwde het adviesorgaan. De RvS vreest privacyschending en discriminatie.
Eén categorie transacties zouden universiteiten volgens Ferwerda wel zeker zelf in de gaten moeten houden: contante betalingen. Een student die tienduizend euro op de balie legt verdient altijd extra aandacht. Er kunnen valide redenen zijn om contant te betalen, voor bijvoorbeeld een student uit een land getroffen door sancties, zegt hij. Maar gebruikelijk is het niet. ‘In onze universiteitskantine accepteren we ook geen cash meer. Bij een grote cashbetaling moeten alarmbellen afgaan. Je zit meteen op glad ijs.’
Zijn Britse collega Matthew Page van Carnegie en ngo Chatham House formuleerde het vorig jaar in The Times stelliger. ‘Elke onderwijsinstelling die contante betalingen aanneemt legt eigenlijk een welkomstmat voor de deur voor de kleptocraten en witwassers van deze wereld.’ De Britse krant onthulde dat 49 universiteiten in het Verenigd Koninkrijk studenten contant lieten betalen in de periode 2015 tot en met 2020. Er kwam 52 miljoen pond binnen, waaronder miljoenen uit China, India, Rusland en Nigeria.
Uit een rondgang langs Nederlandse universiteiten blijkt dat nog één van hen contante betalingen aanneemt: de Rijksuniversiteit Groningen. Groningse studenten kunnen bij de ‘Cash Office’ op de eerste etage van Groningse Academiegebouw kiezen voor de optie ‘cash only’ op de aanmeldzuil, en daarna de meegebrachte biljetten op de balie leggen. ‘De Rijksuniversiteit Groningen moet dit accepteren, omdat contant geld in Nederland een wettelijk betaalmiddel is’, zegt een woordvoerder.
Een woordvoerder laat weten dat contante betalingen sporadisch voorkomen. In de eerste drie maanden van dit jaar hebben volgens haar tien studenten deze route gekozen. Uit een Wob-verzoek van De Groene Amsterdammer blijkt dat de baliemedewerker in Groningen de afgelopen vijf jaar ruim anderhalf miljoen euro aan contanten ontving. Een paar honderdduizend euro was afkomstig van studenten van buiten de Europese Economische Ruimte (EER), de EU aangevuld met een paar landen.
Van de andere instellingen voor wetenschappelijk onderwijs staat ook de Universiteit Twente contante betaling toe, maar alleen in uitzonderlijke gevallen. ‘Bijvoorbeeld als een student op 31 augustus nog het collegegeld moet voldoen. Een bankoverschrijving is dan te laat, waardoor de inschrijving van de student niet meer lukt’, laat de woordvoerder weten. In de afgelopen jaren is dat volgens de universiteit een enkele keer voorgekomen.
Ook de universiteit van Maastricht biedt de mogelijkheid bij hoge uitzondering. ‘Een paar jaar geleden is er één uitzondering gemaakt voor een student bij wie de overboeking niet wilde lukken.’ Zowel in Enschede als in Maastricht was geen sprake van controle op de herkomst van het geld.
In het Verenigd Koninkrijk waarschuwt de overheid dat risico’s met betalingen voornamelijk voorkomen bij private onderwijsinstellingen. In Nederland zouden die risico’s kunnen spelen bij bijvoorbeeld Wittenborg University of Applied Sciences (WUAS) in Apeldoorn. De voertaal van de particuliere hogeschool is Engels. Studenten komen uit landen als China (14 procent), Nigeria (10 procent), Vietnam en India (beide 9 procent). Bachelorstudenten betalen de ‘boetiek hogeschool’ 9800 euro per studiejaar, masterstudenten 18.300 euro.
Een flinke som geld, beseft directielid Karen Penninga. Bij een inschrijving let ze met name op of de student genoeg geld heeft om de studie te betalen en rond te komen. ‘Onder meer Bangladesh en India zien we als risicolanden’, zegt Penninga. ‘We willen voorkomen dat mensen geld lenen voor een studentenvisum, en dan naar Nederland komen om te werken, niet om te studeren.’
Ter controle interviewt de hogeschool daarom toekomstige studenten, waarbij de onderwijsinstelling onder meer vraagt wat de ouders doen. Op die manier voorkomt de onderwijsinstelling naar eigen zeggen met succes dat studenten ‘om andere redenen dan studie’ naar Nederland komen. Controleren op mogelijke corruptie of witwassen doet ook Wittenborg niet. Soms belt de bank, zegt Penninga. ‘Die krijgt een alarm, bijvoorbeeld bij geld uit Iran.’ Penninga of haar collega’s leggen dan de achtergrond van de betaling uit, bijvoorbeeld dat de studenten particulieren zijn, met het recht om te studeren. ‘Een keer benaderde de bank ons, en vertelde dat een familielid van een van onze studenten in de Panama Papers voorkwam.’ Het telefoontje had geen consequenties voor de student.
Dat Wittenborg collegegelden verwelkomt uit landen met hoge risico’s, blijkt ook uit een wervingstekst uit 2015. De inname van de Krim door Rusland was voor de hogeschool aanleiding Nederland neer te zetten als betaalbaar alternatief in tijden van politieke druk en een dalende roebel. ‘WUAS, een van de meest internationale onderwijsinstellingen van Nederland, maakt zich klaar om meer Russische studenten te ontvangen’, schreef de hogeschool op de site. Bestuursvoorzitter Peter Birdsall had op een beurs in Moskou gesproken met ten minste 45 agenten die Russische studenten rekruteren voor een studie in het buitenland. De hogeschool sprak van de ‘betrokkenheid’ van Rusland bij de ‘crisis’ in Oekraïne.
Penninga laat weten dat het gepubliceerde artikel geen wervingstekst is, maar een nieuwsverslag van de journalist van de hogeschool, naar aanleiding van een projectweek met als thema ‘zakendoen in Rusland’. Het doel was informeren, zegt ze. Russische studenten rekruteerde Wittenborg al jaren, volgens Penninga, dat was niet nieuw. ‘Nederland werd aantrekkelijk voor de Russische student, niet de Russische student voor Wittenborg.’ Net als publieke universiteiten controleert Wittenborg de studenten uitsluitend op sanctielijsten. ‘We hebben nog nooit iemand aangetroffen die op een sanctielijst staat.’ Wat de opsporing niet helpt is dat de onderwijsinstelling alleen kijkt of de student zelf gesanctioneerd is, in plaats van diens familieleden. ‘Je weet gewoon vaak niet wie de rekening betaalt. Het is heel lastig. Wij zijn niet in de positie om de hele familie te screenen’, zegt Penninga.
Dat een basale controle geen onmogelijke opgave hoeft te zijn voor universiteiten, bewijst de betaling voor eerstejaarsstudent Alexandra Lupu in juli 2014. De afzender valt op: de negentienduizend euro komt niet van Alexandra’s ouders, maar van Rowallan Overseas op de Britse Maagdeneilanden. Dat zou in 2014 al verdacht zijn geweest. Tegenwoordig is bekend dat de brievenbusmaatschappij op het tropische eiland in handen is van Moldavisch oligarch Vlad Plahotniuc.
Lupu senior en Plahotniuc kennen elkaar goed. Lupu was minister, zat het Moldavische parlement voor en leidde de machtige partij PDM. De rijke zakenman Plahotniuc verscheen in 2010 op de kieslijst van die partij als Lupu’s secondant. In 2016 volgde de oligarch zijn collega-politicus op als partijvoorzitter.
De betaling van Plahotniuc voor de studie van de dochter van Lupu heeft alle schijn van corruptie: een rijke zakenman en politicus speelt een van zijn collega’s via een schimmig belastingparadijs duizenden euro’s toe. Plahotniuc is tegenwoordig voortvluchtig vanwege zijn rol bij de verdwijning van een miljard dollar van Moldavische banken. In Moldavië staat de zaak bekend als de ‘diefstal van de eeuw’. Volgens aanklagers zou meer dan een tiende van het gestolen bedrag op rekeningen van de oligarch terecht zijn gekomen. De Letse bank die het Moldavische miljard hielp zoekmaken, is dezelfde bank die collegegeld van Lupu overmaakte naar de ING-rekening van Maastricht University.
Marian Lupu, tegenwoordig president van de Moldavische Rekenkamer, laat via zijn werkgever weten dat hij in 2014 niet beschikte over een bankrekening waarmee hij internationale overboekingen kon doen. De toenmalige partijvoorzitter kreeg hulp van partijgenoot Plahotniuc, die optrad als tussenpersoon. ‘De heer Lupu had verscheidene collega’s die door hun zakelijke activiteiten internationale overboekingen konden doen’, schrijft een woordvoerder. Volgens haar had Lupu geen weet van de precieze bankrekening waarlangs de overboekingen plaatsvonden. Haar resterende twee studiejaren betaalde Alexandra Lupu het collegegeld volgens de woordvoerder vanaf haar eigen rekening.
Als Lupu’s bewering klopt, kent de Moldavische bankenwereld serieuze tekortkomingen. Plahotniuc hiep via Rowallan Overseas nog drie Moldavische studenten geld over te maken naar Britse onderwijsinstellingen, ontdekte Rise Moldova, dat de activiteiten van de brievenbusmaatschappij als eerste onthulde. In alle gevallen gaat het om kinderen van politici.
In Nederland zou de betaling aan Maastricht University moeten zijn opgevallen bij de bank, zegt Ferwerda. Hij somt op: ‘Onduidelijke afzender, hoog bedrag, een buitenland dat op de lijstjes staat. Bij één van de overschrijvingen staat de naam van de studente vermeld.’ Dat laatste is relevant, omdat de dochter van de politicus op PEP-lijsten staat. Volgens Ferwerda had een bankmedewerker de FIU moeten inschakelen, die vervolgens bijvoorbeeld politie of Fiod kan inseinen. ‘Dit is iets voor het Nederlandse strafrecht. Maar of een zaak van Moldavische corruptie hier prioriteit heeft is iets anders.’
ING laat weten dat de bank ‘de situatie zoals geschetst’ met de huidige processen zou oppikken en een onderzoek naar de klant zou beginnen. ‘Een mogelijke uitkomst van het klantonderzoek kan een melding van een ongebruikelijke transactie zijn’, zegt een woordvoerder. Of dat in 2014 ook gebeurde mag de financiële instelling wettelijk niet zeggen.
Maastricht University laat weten vanwege privacyredenen niet op de financiële transacties van individuele studenten in te kunnen gaan. Zeker is dat Alexandra Lupu in 2018 bij de School of Business and Economics ongestoord haar diploma kon ophalen.
Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten