De film bestaat uit beelden van zijn eigen straat in de Syrische stad. We zien de dagelijkse realiteit van de oorlog, begeleid door het commentaar van de kunstenaar. ‘Dit zijn mijn buren’, wijst hij, ‘ze drinken thee en lachen.’ Op de laatste dag filmt Touma islamitische strijders die zwaarbewapend en met bivakmutsen op de straat in lopen. De oorlog komt schrikbarend dichtbij. ‘Ik wil de oorlog niet meer filmen’, horen we Touma zeggen. De camera gaat uit.

In mei 2015 ligt Aleppo onder vuur; in de stad wordt op leven en dood gevochten. Een aantal jonge vrouwen, die eerder meededen aan Touma’s kunstproject Art Camping, schuilen in de galerie voor het geweld. De camera gaat weer aan. Touma maakt fotoportretten van de vrouwen, meisjes eigenlijk nog. De oorlog verdwijnt naar de achtergrond, naar de tekst die de foto’s begeleidt en waarin de vrouwen hun dromen en angsten vertellen. ‘Na de oorlog wil ik de Chinese Muur bekijken’, zegt een van hen. Een ander is dagen onderweg geweest om in Aleppo een examen kunstgeschiedenis af te leggen. Geslaagd, gelukkig. De foto’s worden nu in Amsterdam tentoongesteld onder de veelzeggende titel Women We Have Not Lost Yet. In Castrum Peregrini, dat vanwege zijn achtergrond als schuiladres voor kunstenaars en schrijvers tijdens de Tweede Wereldoorlog een toepasselijke locatie is.

‘Ik wilde noch de oorlog fotograferen noch de mensen die hem voeren’, zegt Touma, staande in de expositieruimte. ‘De oorlog in Syrië is al lang geen vrijheidsstrijd meer. Elke strijdende partij maakt burgerslachtoffers. Voor mij is een moordenaar een moordenaar, hoe veel of hoe weinig slachtoffers hij ook maakt. Iedereen die aan de kant van het volk zou staan, zou de wapens neerleggen.’

De vrouwen op de foto’s wisten op het moment dat de foto genomen werd niet wat er van hen of hun stad zou worden. Touma: ‘Er sterven iedere dag mensen zoals zij, gewone mensen die niets met het geweld te maken hebben. Hun dood blijft onopgemerkt, door de media, door het Westen.’

Zijn portretten laten gewone vrouwen zien, zonder hoofddoek, in hun eigen kleren, met nagellak en kettinkjes waar het woord angel aan bungelt. Ze poseren met subtiele glimlachjes, soms frivool als in een glossy. Een zachte strijd tegen de statistieken van de oorlog die wereldwijd iedere dag de kranten vullen. Touma: ‘Mensen die de foto’s zien realiseren zich dat deze vrouwen niet zo veel verschillen van henzelf.’

De diversiteit van de vrouwen moest wel worden benadrukt, vertelt hij. ‘Ik kan me kwaad maken als media slechts over één kant van het conflict berichten.’ De etnische lappendeken waaruit de Syrische bevolking bestaat moest worden weergegeven. Daarom wordt bij alle foto’s de etnische achtergrond en de religie van de meisjes vermeld. De meesten zagen de toegevoegde waarde daarvan echter niet. ‘Een meisje zei: “O mijn god, ik ben een soennitische moslim!” Ze had er nog nooit over nagedacht.’

De foto’s zijn op zo’n manier afgesneden dat de ogen van de meisjes niet te zien zijn, om hun veiligheid te kunnen garanderen. Touma zelf kiest nadrukkelijk geen partij. ‘Ik ben niet pro- of anti-Assad. Veel mensen hebben daar moeite mee, maar hoe kan ik partij kiezen als elke partij bloed aan haar handen heeft? Bovendien heb ik vrienden aan de kant van de oppositie, maar ook vrienden die aan de kant van de regering staan. Wat als één kant wint, en de andere kant uitmoordt? Ik zou verplicht zijn een deel van mijn vriendenkring te gaan haten.’

Het totale gebrek aan dialoog tussen verschillende groepen in Syrië baart Issa Touma zorgen: ‘Ook als westerse organisaties dialoog organiseren, zijn ze huiverig om bepaalde partijen uit te nodigen. Zo blijft de Syrische maatschappij totaal verdeeld. Er is geen kans dat partijen door dialoog hun standpunt veranderen of met elkaar kunnen onderhandelen. Terwijl dat is hoe democratie werkt. We kunnen niet wachten tot de oorlog voorbij is en dan een democratie beginnen. Democracy has to happen now.’

De meisjes op de foto’s van Women We Have Not Lost Yet zijn nog steeds in Aleppo. Touma maakt zich geen illusies over hun situatie. Het is extreem gevaarlijk voor vrouwen in Syrië. ‘Vrouwen zijn de echte slachtoffers van dit conflict. Ze zijn erg bang. Doodsbang. Als Aleppo in handen valt van de extremisten zal iedereen moeten vluchten. Niemand wil leven onder de sharia. Iedereen zal vluchten naar de gebieden die in handen zijn van de regeringstroepen.’

Om zich te beschermen tegen geweld gaan sommige vrouwen willekeurige huwelijken aan. De angst voor de extremistische islam is groot. De enige vrouw op de foto’s van Touma die een sluier draagt, is christelijk. Ze draagt hem op de foto om uitdrukking te geven aan haar angst om ooit gedwongen te worden de sluier te dragen. Touma licht toe: ‘In Brussel, waar ik deze week was, dragen meer vrouwen hoofddoeken dan in Aleppo.’

Touma is kritisch over de houding van Europese staten tegenover minderheden. ‘Toen ik een tijd geleden in Londen was, zag ik hoe het verkeer werd omgeleid zodat moslims konden bidden. Natuurlijk moeten moslims hun geloof kunnen uitoefenen. Maar andere mensen moeten ook gewoon hun gang kunnen gaan. En de straat kunnen oversteken.’

Over de vluchtelingenstroom is hij duidelijk: ‘Het geweld moet stoppen, dan pas zullen er minder vluchtelingen naar Europa komen. Als de oorlog ophoudt kunnen mensen beginnen hun land weer op te bouwen en verder te gaan met hun leven.’

Hoe sterk die wens is, maakte Touma onlangs zelf mee, toen hij voor zijn fotoproject vanuit Europa terug naar Aleppo reisde: ‘Ik reisde samen met een moeder en een dochter. Ze waren Syrië al lang geleden ontvlucht, hadden de Italiaanse nationaliteit gekregen. Maar het was begin september en de dochter had zich ingeschreven bij de universiteit. Niet in Milaan. In Aleppo. Daar wilde ze studeren.’


Women We Have Not Lost Yet and Other Stories from Aleppo is nog tot en met 27 september te zien in Castrum Peregrini in Amsterdam. Daar is ook de film 9 DAYS: From My Window in Aleppo te zien die werd geregisseerd en gemonteerd door Floor van der Meulen en Thomas Vroege. Ook zijn er opnames te bekijken van Mini Opera - A Postcard from Aleppo, een muzikale samenwerking tussen schrijver Abdelkader Benali, componist Merlijn Twaalfhoven en Syrische muzikanten.


Beeld: Portretten uit de serie Women we have not lost yet; (1) Lama (25), Arabisch, soennitische moslim; (2) Hiba Allah, Arabisch, soennitische moslim. Foto’s Issa Touma.