NIJMEGEN – Een stille, teruggetrokken jongen die niet meeat in zijn woongroep en niet meedeed aan acties. Type ‘vage hippe’, met weinig vrienden en vooral bezig met klussen aan fietsen. Zo beschrijven Nijmeegse activisten Marcel T. De 38-jarige verdachte heeft inmiddels de moord op Louis Sévèke én tal van bankovervallen bekend. Desondanks leidde hij een sober bestaan in de jaren negentig, toen hij een tijd lang in Nijmegen kraakte. Als hij al de kost verdiende met proletarisch winkelen bij de bank, dan uitte zich dat niet in een decadente levensstijl. Het beeld doemt op van een romantische dromer. Zo citeert de Volkskrant een oud-collega van de linkse boekhandel Assata waar T. werkte. Hij zou zich hebben onderscheiden door zijn interesse in anarchistisch werk en (buitenlandse) literatuur. Op zijn kamerdeur hing een poster van de Zapatistas. Daar staat tegenover dat een ordinair conflict over geld mede aanleiding was voor zijn vertrek uit de Nijmeegse scene. T. wilde wél ingaan op de door de eigenaar van zijn kraakpand geboden ‘oprotpremie’, zijn huisgenoten niet. Sévèke koos hun kant. Al met al een verwarrend beeld. Veel vrienden van Sévèke volharden in hun zwijgen. Zowel Sévèkes huisgenoot als diverse personen die de verdachte gekend hebben, wilden afgelopen week niet ingaan op nadere vragen van De Groene Amsterdammer. Zij hebben naar eigen zeggen niets toe te voegen aan de door familie en vrienden naar buiten gebrachte persberichten en zijn bezig de klap te verwerken. Ondertussen trekken de media, en daarmee het grote publiek, hun conclusies: de kogel kwam dus toch van links.
Dat het met krakers onder elkaar niet altijd feest is, mag geen nieuws heten. Toch verdient het beeld van ‘kraker vermoordt kraker’ bijstelling, vindt de Nijmeegse activist en voormalig Grote Broek-bewoner Paul Benschop. Hij noemt het ‘schokkend’ dat de verdachte in krakerskringen verkeerde. ‘Maar het is niet zo van: “Marcel is één van ons.” De Grote Broek en enkele verwante panden zijn heel politiek. Andere kraakpanden in Nijmegen en omgeving houden zich afzijdig van de linkse beweging.’
De plaats waar de verdachte in zijn Nijmeegse periode woonde, zou onder die laatste categorie vallen. Hetzelfde lijkt te gelden voor diens latere woonplaats Barcelona. Hoewel de Spaanse politie stelde dat Marcel T. zich daar in de omvangrijke kraakbeweging bewoog, is hij naar verluidt bij de ‘politieke krakers’ in die stad niet bekend.
Los van de verschillen tussen meer en minder politieke krakers, is de doorloop in de van oudsher losjes georganiseerde actiescene groot. Tel daar een hoge mate van tolerantie voor onaangepaste freaks bij op en je hebt een ideaal klimaat voor zonderlingen, mensen van wie niemand precies weet waar ze vandaan komen en wat ze nu eigenlijk doen.
‘Het mooie aan de kraakbeweging, aan kraken en kraakpanden’, zei Louis Sévèke ooit in een interview over zijn geschiedenis, ‘is dat het mensen de mogelijkheid biedt zich te ontwikkelen. Om met politiek bezig te zijn én zelf vorm te geven aan je eigen omgeving, de ruimte waarin je leeft en woont.’ Maar, zo voegde hij eraan toe, ‘een minder positieve kant van kraken is de neiging om een eiland te vormen. Er zijn mensen die dat eiland willen en zich daarom terugtrekken uit de maatschappij in een kraakpand.’
Ergens in de afgelopen jaren heeft één zo’n zonderling op een eiland haat tegen Sévèke opgevat. Maar waarom? Anonieme ‘bronnen bij justitie en politie’, die vorige week door diverse kranten zijn aangehaald, zeggen dat de moordenaar zijn motief heeft neergeschreven in een dagboek. Hij zou uit zijn op wraak, omdat Sévèke hem ervan had beschuldigd een infiltrant te zijn. Ook zou hij verantwoordelijk zijn voor de aanslag op basf in Arnhem op 16 april 1996. De explosie blies de entree van het Nederlandse hoofdkantoor van het chemiebedrijf eruit en beschadigde een flink deel van de voorgevel. Eén plus één is twee. Is Sévèke, de man van de onthullingen over infiltranten die hun boekje te buiten gingen en linkse groepen opstookten geweld te gebruiken, zelf het slachtoffer geworden van een losgeslagen agent-provocateur?
Familie en vrienden van Sévèke, met één mond sprekend via een persgroep, denken van niet. ‘Het was niet de werkwijze van Louis om zomaar mensen te beschuldigen infiltrant te zijn’, stellen zij in een persbericht. ‘Zulke zware aantijgingen, vond Louis, moesten onderbouwd worden met feiten voordat erover gesproken kon worden. Voor zover wij weten heeft dit met betrekking tot de verdachte nooit gespeeld.’
Ook het hierboven geschetste beeld van een teruggetrokken jongen strookt niet met het idee van een infiltrant. Die moet immers contacten leggen, biertjes drinken met activisten in de kroeg en zich aansluiten bij politieke groepen.
Maar ook als dit dolle scenario terzijde wordt geschoven, werpt de bekentenis van Marcel T. nieuw licht op de bomaanslag in 1996. Of beter gezegd bomaanslagen. In de maanden voorafgaand aan de ontploffing bij basf vonden immers soortgelijke incidenten plaats. Op 17 oktober 1995 mislukte een aanslag op het Arnhemse filiaal van de Franse bank Crédit Lyonnais. Begin januari was er wel een flinke ontploffing, dit keer bij de Banque Paribas. Het gebruikte materiaal en het tijdstip van de ontploffing waren in alle gevallen hetzelfde. De spullen zaten in een bij de Nijmeegse Xenos gekochte voorraadbus, het kookwekkertje was van de Hema.
Alleen de motivering verschilde. De eerste twee aanslagen konden met enige goede wil nog in verband worden gebracht met de Franse kernproeven in de Stille Oceaan. De bom bij het Nederlandse hoofdkantoor van basf kwam echter als een donderslag bij heldere hemel. Weliswaar was het productiebedrijf van basf ooit in opspraak geraakt wegens illegale lozingen in de Rijn, maar dat was jaren daarvoor en op een andere locatie.
Veel mist dus. In de Volkskrant van 30 april 1996 zei Louis Sévèke geen idee te hebben uit welke hoek de acties kwamen. ‘Je kunt er wel over speculeren, maar er is niets van te zeggen. Als er nou eens een verhaal of een verklaring bij kwam…’ Die verklaring werd niet lang daarna openbaar gemaakt door actieblad Ravage. ‘Arnhem. De vervuiler betaalt. Ook oude rekeningen’, luidde de summiere tekst. Was getekend: het Earth Liberation Front (elf, zie kader).
Onder de uit Groot-Brittannië overgewaaide verzamelnaam elf hadden eerder acties plaatsgevonden, vertelt Eric Krebbers, toentertijd al betrokken bij het linkse informatiecentrum De Invalshoek in Leiden en schrijver van een brochure over het elf. ‘Maar dat was kleiner, bijvoorbeeld autobanden lekprikken of machines slopen. Toen was daar out of the blue ineens die bomaanslag in Arnhem. Met een bijbehorende verklaring waar niemand iets van snapte en die inhoudelijk ook nergens op sloeg.’
Een tweede verklaring die Ravage op 13 mei ontving, veranderde daar niet veel aan. ‘basf heeft jarenlang stelselmatig het milieu verziekt en er flink aan verdiend. Op 16 april hebben we ze een deel van de rekening gepresenteerd. Voor ons staat basf symbool voor al die multinationals en regeringen die denken mens en natuur te kunnen opofferen voor hun eigen economische belangen. De boodschap voor hen is dus duidelijk: we pakken jullie terug, waar en wanneer we willen.’ Ook de mislukte aanslag op 17 oktober 2005 werd nu opgeëist. ‘Als de Franse regering denkt kernproeven te moeten houden en daarbij het milieu en de gezondheid van de plaatselijke bevolking achteloos op het spel zet, dan houden wij ónze kernproeven!’
Ook voor sommige andere onder elf-vlag strijdende activisten was die motivering wat mager. ‘De keuze van sommige van onze kameraden om de extreem vervuilende multinational basf aan te pakken, komt op ons nogal willekeurig over’, stelde elf Utrecht later in een uiteenzetting van zijn ideeën, strategie en doelen. ‘Wij pleiten ervoor zoveel mogelijk aan te sluiten bij al levende thema’s, want wij zijn vooralsnog niet zo invloedrijk dat we zelf de actieagenda kunnen bepalen.’ Een ander kritiekpunt onder activisten was het tijdstip van de aanslagen: elf uur ’s avonds. Omdat een uitgangspunt van het elf luidt dat slachtoffers koste wat het kost vermeden moeten worden, zou het logischer zijn geweest midden in de nacht toe te slaan.
De gevolgen van deze onvoorziene radicalisering waren niet mis. De politie viel binnen bij Ravage en nam computers, postzakken vol informatie én het abonneebestand in beslag. Het tot 25 rechercheurs uitgebreide Bastionteam van de Arnhemse politie ondervroeg tal van activisten. ‘De politie vraagt de benaderde mensen naar hun mening over de Paribas-aanslag en of zij een vermoeden hebben van degenen die achter de actie zitten’, schreef obiv, het Onderzoeksbureau Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten van Sévèke en zijn vriend Frank Schoenmaeckers, in juni 1996.
In hetzelfde stuk wordt een vergelijking getrokken met de strategie van justitie bij een eerder onderzoek naar de Revolutionaire antiracistische actie (Rara), bekend van de brandstichtingen bij de Makro, verdacht van de aanslag op de woning van staatssecretaris Aad Kosto van Vreemdelingenzaken en betrokken bij andere acties rond het vluchtelingenbeleid. Toen werden tal van medewerkers van vluchtelingenorganisaties benaderd. ‘Naast het verzamelen van informatie over een groot aantal mensen en groepen, leken die benaderingen ook het verzamelen van distantiëringen van de Rara-acties in te houden.’ Op die manier gebruikte justitie de radicale acties om de geweldbereidheid van de activistenscene in kaart te brengen, zo was het idee. Daarmee ging het Bastionteam ook na zijn formele ontbinding nog een tijdje door. Althans, dat meldde obiv begin 1997 in Ravage. ‘Het obiv adviseert de mensen die benaderd worden door de rechercheurs, niet op hun verzoek tot een gesprek in te gaan. Volgens het obiv zijn tot op heden te veel mensen ingegaan op de vrijwillige verhoormethoden van de politie. Laat je niet gebruiken.’
Het is lastig om de persoon van Marcel T. en zijn latere daden in deze geschiedenis in te passen. Het beeld van de zonderling met een fascinatie voor geweld lijkt aannemelijker dan dat van de agent-provocateur. Beide doen flink af aan het politieke karakter van de aanslagen. Maar het biedt nog geen verklaring voor het gapende gat tussen de gebeurtenissen in Arnhem halverwege de jaren negentig en de moord op Sévèke tien jaar later. Hoe veranderde een revolutionaire bommenlegger in een moordenaar? Volgens – opnieuw – niet nader genoemde bronnen bij de politie zou de verdachte een paranoïde indruk maken en lijden aan achtervolgingswaanzin, schrijft het AD. Geen vreemde symptomen voor iemand die tal van aanslagen en overvallen pleegde en daar met niemand over kan praten. En ja, eenmaal gevangen in zo’n spiraal, kan een mens zich de gekste dingen inbeelden.
Maar dat blijft speculatie. Veel mensen rond Sévèke willen daar dan ook niet aan meedoen. ‘Wij weten niet wie, en dus ook niet of de verdachte, betrokken was bij de aanslag op de vestiging van basf in Arnhem in april 1996. Voor zover wij weten heeft ook Louis hier geen kennis van gehad’, aldus familie en vrienden in een persbericht.
Rick van Amersfoort van Bureau Jansen & Janssen, dat politie en inlichtingendiensten kritisch volgt, vindt het hele verhaal van het dagboek vooralsnog curieus. Zoveel bekentenissen, die zomaar ineens uitlekken. ‘Ik vind het allemaal vrij onbegrijpelijk. Het gaat nog altijd om een verdachte. Laten we eerst maar eens de rechtszaak afwachten en dan de feiten beoordelen.’
Links:
Bekijk de persconferentie over de aanhouding van Marcel T. op TV Gelderland
De verklaring van het ELF Utrecht over haar motieven, strategie en de kritiek op het ELF
Lees het artikel ‘Tatort Nijmegen’ over leven en werk van Louis Sévèke
…………………………………………………………………………………………………………………………….
Earth Liberation Front
Niet lang na de oprichting in Engeland begin jaren negentig deed het Earth Liberation Front (elf) zijn intrede in Nederland. Tijdens internationale actieweken staken activisten in onder meer Amsterdam en Leiden banden lek en saboteerden ze diverse infrastructurele projecten. Daarbij ging het altijd om los van elkaar opererende groepen, die in principe geen enkele band met elkaar hadden.
Het elf is dan ook geen organisatie met leiders en leden. Het betreft enkel een verzamelnaam waaronder radicale milieuactivisten ‘directe acties’ uitvoeren. Wel zijn er enkele algemene richtlijnen, bijvoorbeeld dat alles moet worden gedaan om slachtoffers te vermijden. Uitgangspunt is milieuvervuilers door middel van sabotageacties economische schade toe te brengen en daarmee de rekening te presenteren voor hun gedrag.
Tot de jaren negentig richtte de Nederlandse actiebeweging zich altijd sterk op Duitsland en de daar dominerende ideeën over anti-imperialisme en autonomie. Met groepen als het elf, Earth First en het Animal Liberation Front kwamen daarvoor minder inhoudelijke do it yourself-strategieën uit de Angelsaksische landen in de plaats. Ook de onderwerpen veranderden. Waar bijvoorbeeld het socialisme en antikapitalistische actiegroepen zich na de val van de Muur in 1989 in een crisis bevonden, bleven bewegingen rond milieu en dierenrechten relatief sterk.
Het ELF zelf kwam voort uit het reeds genoemde Earth First. Dat is ook een netwerk maar dan gericht op publieke acties, zoals massale blokkades van nieuw aan te leggen wegen. De Nederlandse tak, Groenfront, haalde eind jaren negentig veelvuldig de publiciteit met acties tegen de aanleg van de Betuwelijn. Die succesvolle campagne zorgde ook voor een bescheiden opleving van het Nijmeegse actiewereldje.
KOEN HAEGENS