Terwijl ik even weg was, kan mijn huis zijn veranderd in een smeulend gat in de grond. Misschien is er in mijn afwezigheid een flat, of een benzinestation voor in de plaats gekomen. Ik ben niet blij of opgelucht wanneer ik mijn straat in loop en de donkergroene verf van mijn voordeur zie glimmen. Het moment van niet zeker weten, dat mogelijkheden schept en een vreemde vorm van vrijheid zou ik zo lang mogelijk willen rekken. Jammer genoeg duurt het alleen zolang ik de hoek omga.

Kunstenaar Dan Geesin (Nottingham, 1970) lijkt in de liedjes die hij zingt op zijn nieuwe cd Green eeuwig de hoek om te gaan. Hij verkeert in een voortdurende staat van niet-zeker-weten waar door in zijn wereld alles mogelijk is. Hij houdt er zelfs rekening mee dat degene tot wie hij spreekt niet hetzelfde referentiekader heeft als hij. Dat levert absurde taferelen op die voortkomen uit een serieuze poging het direct aanwijsbare te benoemen.

De cd is verpakt in een dik boek met tekeningen, prachtige deprimerende taferelen uit het leven van de kunstenaar, met grote aandacht voor het detail. Elke tegel in een tegelvloer wordt getekend, elk stiksel van een spijkerbroek wordt met de tekenpen in inkt nagestikt. Of beter gezegd, dat waar Geesin zijn oog op laat vallen, tekent hij volledig. Want als je goed kijkt, zie je dat er misschien wel meer details te tekenen waren, maar dat de kunstenaar een keuze maakt om de absurditeit van het gewone zo effectief mogelijk te presenteren. En vaak neemt het absurde het van het gewone over, zoals wanneer de kunstenaar zichzelf liggend op een tafel met tafelkleed in beeld brengt, en een andere versie van zichzelf met twee emmers door de kamer laat lopen. Gaat deze man vers water halen, of gaat hij emmers kots wegbrengen? Alles in deze tekening krijgt een verdubbeling, van de deurknop tot de geruite deken op de vloer waarvan het ruiten patroon een resonantie vindt in de tegelvloer. Alleen een snoer dat uit een stopcontact komt en rechts uit beeld verdwijnt, slingert eenzaam door de kamer. Dat wat gedacht wordt door de getekende man, dat wat hij meemaakt en dat wat hij wenst, lopen dwars door elkaar, het figuurlijke en het letterlijke wonen hier in eenzelfde dimensie, in dit boek vol wonderbaarlijke mogelijkheden in de woonkamer.

In deze tekeningen wordt niets gesuggereerd, of met zachte to nen neergezet; Alles in de tekening heeft eenzelfde lijndikte. Het is als de toon waarop hij zingt, soms op het vlakke af, volkomen pretentieloos en ongeaffecteerd. Geesin zingt en tekent beelden, die worden gepresenteerd alsof ze de gewoonste zaak van de wereld zijn, maar in je hoofd opstijgen als een vliegtuig.

In het openingsnummer, Hello Mr Geesin, vertelt een jongen over een man die op een ladder in een appelboom staat, zijn moeder en zijn broers eromheen. Niks aan de hand. Er komt een vliegtuig aan en de jongen krijgt het idee dat hij het zou kunnen aanraken:

An aeroplane is going to land

It’s trying to land on my hand

An aeroplane is going to land

It thinks that my hand is the land

Dan slaat de stemming om, en zingt Geesin die zichzelf begeleidt op een harmonium, donker en gedreven: «I got a house, got a wife, and a very sharp knife».

De duistere ondertoon die steeds aanwezig is, van de lage pompende tonen van het trap orgel, maar ook in de herhaling van wegglijdende melodielijnen die worden afgewisseld met vrolijke en aanstekelijke deuntjes, doet soms denken aan Nick Cave in een opgewekte bui. Een achteloosheid met een voortdurende dreiging van depressie en teleurstelling op de achtergrond.

In het lied Green zingt Geesin op volstrekt serieuze toon dat hij rondrijdt in een groene bus. Hij rijdt langs bomen en mannen met kettingzagen. «They’re turning trees into doors». Hij merkt op dat er een kras zit op zijn bus, die is gemaakt door een van de kettingzagers. «He tried to turn me into a door». En in For Mr Rabbit introduceert Geesin zichzelf als jongen die langs de rivier slentert en in de verte een boer ziet naderen. De jongen heeft net vriendschap gesloten met Mr Rabbit. Hij moet stil liggen, geen enkel geluid maken. Dan klinkt het refrein:

I don’t mind being om my own

I don’t mind feeling all alone

My head is like a football

White and black and round

Kick me over the river

Where I can’t be found

De boer pakt hem op, en stopt de jongen die in een bal is veranderd in zijn tas. Schiet Mr Rabbit dood, «just to hear the sound». Maar niets is wat het lijkt in de wereld van Geesin. Even later liggen de jongen en het konijn, of de voetbal en het konijn, op een steen te kletsen: «We start to talk about fishing in the sea/ And we start to talk about the advantages of being me».

Waarna het refrein dat eerst alleen maar grappig en wonderlijk klonk opeens van een treiterende bitterheid is. Misschien zijn ze beiden dood, misschien heeft de jongen het konijn alleen maar dood gefantaseerd, maar de jongen is zo alleen dat hij al manieren heeft verzonnen om ermee om te gaan.

In het enige Nederlandstalige liedje op de cd zingt Geesin dat hij twee fietsen heeft: «Ik heb twee fietsen, en ik heb een nieuwe huis. Ik heb een mooi vriendin. Alles is goed nu met mij».

Door het Engelse accent waarmee de zanger Nederlands zingt, is het moeilijk te verstaan of hij «gloednieuw» of «goed nu» zingt en het accent blijkt uiterst effectief.

Niet alleen heeft Geesin twee fietsen, hij heeft ook een tafel gevonden.

Ik heb een nieuwe tafel van het Amsterdamse School

Ik heb dat gevonden liggend op de straat.

Alles komt goed nu voor mij

Alles gebeurt op tijd nu voor mij.

Alles gaat heel goed voor mij.

Lag de tafel op straat? Na het beluisteren en bekijken van Green is het waarschijnlijker dat Dan Geesin zelf languit op straat lag toen er een mooie tafel voorbijkwam.

Dan Geesin

Green

That Dam! Record Company (Record 9)