Hij spiedt om zich heen en trekt me z’n zaak in. ‘Je moet me helpen.’ Met wat? ‘De Nederlanders, jij begrijpt hen.’ Wat is het probleem? ‘Ze kopen niets!’

Adel verkoopt juwelen op een Nijl-cruise. Zo’n enorm gevaarte waarmee toeristen van Luxor naar Aswan varen en de tempels en de Vallei der Koningen bezoeken. Hoewel het in Zuid-Egypte al jaren rustig is, liggen vrijwel alle boten werkeloos aan de kant. Karnak en Luxor Tempel liggen er verlaten bij. Op de enorme pleinen waar vroeger honderden touringcars stonden, is nu geen mens of bus te zien. De meeste Europese reisbureaus bieden geen Nijl-cruise meer aan. De enige toeristen die het beroemde zuiden van Egypte nog aandoen, zijn een handvol Nederlanders, Duitsers en Britten. Vooral de eerste groep is onderhandelingsmoe en keurt de winkeltjes nauwelijks een blik waardig.

Adels jongere broer heeft een kledingzaakje aan boord en met ons drieën maken we een plan: ze gaan hun waren bovendeks verkopen en houden vaste prijzen aan. Het werkt. Vrijwel alle Nederlanders happen toe en belangrijker: ze betalen in euro’s. Het water staat Adel en Attef aan de lippen. Ze bieden noodgedwongen hun prachtige handwerkgemaakte spullen aan voor bodemprijzen. Na de aanslag op het Russische vliegtuig uit Sharm-el-Sheikh is het toerisme in Egypte nagenoeg stilgevallen. Afgelopen kwartaal trok het voor het eerst voorzichtig aan. Maar Egypte wordt geteisterd door een ander groot probleem. Nu de koers van de Amerikaanse dollar aantrekt, keldert het Egyptische pond.

Tijdens de heftigste revolutietijden schoot de koers soms naar elf pond voor een euro. Nu is de Egyptische munt nog maar vijf eurocent waard, een waardedaling van bijna vijftig procent. In een land waar veertig procent onder de armoedegrens leeft, heeft dat enorme gevolgen.

Veel geïmporteerde goederen worden onbetaalbaar. Van niets is de prijs zeker. Wie nu een cola of Red Bull bij een kiosk koopt, moet eerst een telefoontje met de bank afwachten. Pas nadat de verkoper de koers van de dag heeft opgevraagd, wordt de prijs bepaald. In Zuid-Egypte hebben de meeste mensen nog wat land, eigen kippen, een geit of een koe, maar in de steden wordt door steeds meer mensen honger geleden.