De zaak «Heel Nederland tegen el-Moumni» had al groteske trekken gekregen met de roep van enkele kamerleden, in mei vorig jaar, om deze exotische analfabeet en Nederlands onbekwame imam het land uit te bonjouren. Maar met het operetteproces dat in Rotterdam plaatsvindt, zijn we intussen in een kafkaiaans toneelstuk beland met de Marx brothers in de hoofdrollen. Een misrekening vooral die met de uitspraak van de rechter over twee weken rampzalig zal blijken te zijn voor het aanzien van justitie, de veiligheid van homo’s en het imago van de Nederlandse samenleving binnen islamitische kringen.

Vooropgesteld: ik koester geen enkele sympathie voor deze imam. Ik ben ervan overtuigd dat hij volgens een dubbele agenda handelt. Enerzijds de barmhartigheid van zijn geloof voor extern gebruik prediken, anderzijds, intern dit keer, de integratie van moslims in de westerse cultuur zoveel mogelijk afremmen of onmogelijk maken. El-Moumni is deze samenleving vijandig gezind, zoals de meeste imams van dit land.

Maar hem voor zijn religieuze standpunt over homoseksualiteit willen straffen is niet alleen civielrechtelijk en ethisch onjuist, maar zal spoedig contraproductief blijken te werken. Er is geen enkel Europees hof of internationale bevoegde instantie die een veroordeling van de imam voor zijn uitspraken in stand zal willen houden. Als el-Moumni homoseksualiteit een ziekte vindt die zich kan verspreiden en een gevaar vormt voor de samenleving is dit, hoe verwerpelijk ook, een mening die ook in het openbaar mag worden geuit. Zo vind ik de politieke islam ook een ziekte die de vreedzame samenleving bedreigt. Hiermee zet el-Moumni niet openlijk aan tot haat en discriminatie tegen homo’s, integendeel.

In een andere uitspraak die Nova zorgvuldig buiten zijn befaamde uitzending van vorig jaar heeft gehouden, zei de imam dat zijn geloof elke vorm van geweld en discriminatie tegen homoseksuelen verbiedt. Dit is pertinent niet waar, maar hij zei het wel. Op grond hiervan en indachtig de vorige processen over soortgelijke onderwerpen die tegen politici of geestelijk leiders van gereformeerde of katholieke signatuur werden gevoerd en verloren, zal de imam vrijgesproken moeten worden. Als dit niet zou gebeuren, dan zouden we te maken hebben met een even schandelijke dwaling als die uit 1997 die tot de veroordeling van Hans Janmaat leidde. De CD-leider werd toen door een politieke (correcte) rechter bestraft vanwege zijn uitspraak: «Als we aan de macht komen, schaffen we de multiculturele samenleving af.» Als el-Moumni wordt veroordeeld, dan mogen moslims, zoals ze al hebben aangekondigd, een heel bataljon Nederlanders voor de rechter slepen. Met voorop Fortuyn (islamitische cultuur is achterlijk), Rob Oudkerk (kut-Marokkanen) en Van Gogh (geitenneukers).

Het Openbaar Ministerie is zeer lichtzinnig in dit avontuur gestapt. Het zal over vijftien dagen niets anders kunnen doen dan el-Moumni vrijspreken, hem daarmee het aura van verzetsheld verschaffend. Niet alleen zal justitie in de ogen van vele moslims een machteloze indruk maken, maar ook zullen de aanhangers van el-Moumni worden gesterkt in hun dubieuze opvattingen. Nederland-Islam: 0-1. Verder zal de toenemende moslimse agressiviteit jegens homo’s hierdoor zeker niet worden afgeremd. Per saldo is het de gehele moderne en permissieve samenleving die door conservatieve krachten een slag zal worden toegebracht. Justitie heeft zich laten verblinden door de anti-el-Moumni-hype die sommige media, Nova voorop, hebben gelanceerd. Het Openbaar Ministerie had een veel betere en sterkere testcase kunnen uitzoeken om de steeds groeiende brutaliteit van de (politieke) islam een halt toe te brengen. Bijvoorbeeld door degenen aan te klagen die op islamitische scholen antisemitische en antiwesterse gevoelens in woord en geschrift propageren.