SAN SALVADOR - Klodders verf trekken in een buitenwijk van San Salvador een spoor van de ene lantaarnpaal naar de andere. Muren, stoepranden en auto’s dragen het rood, wit en blauw van regeringspartij Arena. Het rood en wit van het linkse FMLN, de voormalige guerrilla, vecht met het groen van de christen-democraten (PDC). Politiek leeft hier, zeggen voorbijgangers. Dat geldt minder voor de stedelijke begroeiing. Veel bomen stikten onder de verf, tot ergernis van Ricardo Navarro, directeur van een grote milieuorganisatie. ‘Wervelende campagnes zijn tot daar aan toe, maar deze verfmanie is van de gekke.’
Zondag vinden de verkiezingen plaats. De Salvadoranen gaan naar de stembus om een (vice-)president, een parlement en een lokaal bestuur aan te wijzen. Belangrijkste deelnemers zijn de radicaal rechtse Arena-partij, het christen-democratische PDC - tussen 1984 en 1989 aan de macht - en de linkse oppositiepartijen Convergencia Democratica en FMLN - het voormalige gewapende verzet.
Het zijn de eerste verkiezingen sinds het FMLN, de Arena-regering en de militairen op 16 januari 1992 vrede sloten. In 1980 begon een burgeroorlog die 75.000 doden en meer dan een miljoen vluchtelingen eiste. Tijdens de oorlog hadden verkiezingen weinig met democratie te maken. Niet alleen was het voor partijen die niet met het bewind sympathiseerden lange tijd onmogelijk zich kandidaat te stellen, ook werd op grote schaal met de uitslagen gefraudeerd. Nadat aartsbisschop Romero in 1980 door rechtse doodseskaders was vermoord, bundelden vijf guerrilla-organisaties hun krachten in het FMLN. Een jaar later lanceerde dit zogenoemde cfrente neen offensief, maar zij kon de regeringsmacht net niet veroveren. Bevangen door communistenhaat en angst voor een herhaling van de revolutie in Nicaragua besloot de regering-Reagan de militairen te steunen. Na jaren strijd werd duidelijk dat de oplossing in politieke onderhandelingen moest worden gezocht. In 1989 deed een deel van links in het Convergencia Democratica (CD) voor het eerst weer mee bij de presidentsverkiezingen. Het FMLN - pas sinds 1991 een politieke partij - wees de verkiezingen af omdat de regering de CD systematisch tegenwerkte en met de uitslagen fraudeerde.
Zijn anno 1994 de condities geschikt voor vrije verkiezingen? De regering benadrukt dat de stemming ‘democratisch’ zal verlopen. Dat is moeilijk te geloven. Het kiesregister is grotendeels gebaseerd op dat van vorige verkiezingen en daarom onbetrouwbaar. ‘Er is nu al gefraudeerd’, zegt een woordvoerder van juridisch instituut IEJES in San Salvador. ‘Zo'n 350.000 mensen blijven zonder stemlegitimatiebewijs en kunnen niet stemmen. Bovendien komt een groot aantal doden in de registers voor, en levenden niet - of juist dubbel.’
De naleving van de vredesakkoorden laat tot nog toe veel te wensen over. Het staatsleger werd weliswaar ingekrompen en de guerrillero’s van het FMLN droegen het grootste deel van hun wapens over aan de Verenigde Naties, maar dank zij vertragingstactieken van zowel de regering als het leger zit er weinig schot in de zaak. Ook de zuivering van justitie en politie haalt de in de akkoorden gestelde doelen niet. De gevreesde Policia Nacional moet worden vervangen door de Policia Nacional Civil, waarin ook ex-FMLN'ers deelnemen. De oude organisatie blijft echter gewoon bestaan en krijgt zelfs meer geld dan voorheen.
‘Het Salvadoraanse politiekorps is crimineel’, zegt Navarro. Een collega van de milieu-activist werd vorig jaar per ongeluk door de politie beschoten. Hij is voor de rest van zijn leven half verlamd. De politieleiding verontschuldigde zich en stelde de verantwoordelijken tijdelijk buiten dienst. Nadat ze had vernomen dat het slachtoffer een aanklacht wilde indienen, begon de politie echter een speurtocht langs de ziekenhuizen in San Salvador. ‘Ze wil het karwei afmaken’, vertelt Navarro. ‘Zonder slachtoffer bestaat immers geen bewijsmateriaal voor hun misdaad.’
De ondertekenaars van de vredesovereenkomsten blijven elkaar dwarszitten. De beschuldiging dat het FMLN niet alle wapens heeft ingeleverd, is een stokpaardje van Arena, zeker nadat vorig jaar een aantal geheime wapendepots explodeerde. Het FMLN benadrukt op zijn beurt de betrokkenheid van Arena-leden bij doodseskaders. Andere bezwaren tegen rechts betreffen fraude. Dagbladen plaatsten in februari foto’s van de voormannen van gevestigde partijen, die zich lieten testen op de aanwezigheid van verdovende middelen in hun bloed. ‘Verslaafde bestuurders zijn immers extra ontvankelijk voor corruptie’, was de boodschap. Alleen Diario Latino, het enige progressieve dagblad in El Salvador, kopte de dag na de actie: ‘FMLN adviseert de politici ook een corruptietest te laten uitvoeren.’
De Arena-kandidaat voor de opvolging van president Cristiani is Armando Calderon Sol, de huidige burgemeester van San Salvador. Hij heeft publiekelijk verklaard de vredesakkoorden niet te erkennen. Calderon Sol behoort tot het uiterst rechtse deel van Arena. Met de onthulling van een aantal Amerikaanse overheidsdocumenten in november 1993 bleek dat zowel hij als de huidige vice-president Merino betrokken waren bij doodseskaders. Het bericht dat de Amerikaanse overheid al die tijd op de hoogte was van de samenstelling van de doodseskaders, dat Amerikaanse officieren zelfs doodseskaders trainden, bevestigde overigens wat links al jaren beweerde.
De presidentskandidaat van het linkse front, Ruben Zamora, heeft ideologisch altijd dicht bij het FMLN gestaan, maar nam nooit deel aan de gewapende strijd. Hij is een van de oprichters van de Convergencia Democratica en zit nu voor die partij in het parlement. De CD vormt samen met het FMLN en het sociaal-democratische MNR (Movimiento Nacional Revolucionario) een coalitie voor het presidentschap. De verdeeldheid binnen het FMLN is groot. In de partij tekent zich een scheiding af tussen een sociaal-democratische en een radicale marxistische stroming. Hoewel Arena stevig in het zadel zit, zal de partij naar verwachting geen absolute meerderheid behalen. Als de eerste ronde geen absolute winnaar oplevert, kunnen volgens Zamora de stemmen van de christen-democraten in de tweede ronde grotendeels naar hem gaan.
Ook wanneer dit scenario uitkomt, blijft de ruimte voor een wezenlijk andere politieke koers gering. Het geld voor een sociaal beleid is gewoon niet aanwezig. En, belangrijker nog, de kapitaalkrachtige oligarchie heeft vele mogelijkheden om de boel klem te zetten. Om deze bovenlaag enigszins gerust te stellen koos de linkse coalitie als vice-presidentskandidaat de gematigde Chico Lima. De bejaarde politicus heeft een bijna onkreukbaar imago. Hij was twintig jaar geleden vice-president, hij werkte bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag en hij verbleef enige tijd als ambassadeur in de Verenigde Staten. Zijn enige zwakte is de drank. Ooit werd hij overgeplaatst omdat hij Golda Meir tijdens een receptie in de billen had geknepen.
Het getouwtrek om wie de volgende stap in het vredesproces moet zetten, leidt de aandacht van de politici af van de enorme milieuproblemen in El Salvador. De ontbossing is een groot probleem; de miljoenen bommen die in de burgeroorlog vielen, lieten slechts zes procent van het bosareaal ongeschonden. De verstedelijking en het tekort aan brandhout en landbouwareaal bedreigen de rest. De kans op een koerswijziging in het milieubeleid is aanwezig, nu de media meer aandacht aan het probleem besteden. Actief milieuherstel wordt echter moeilijk omdat de regering steeds krapper bij kas komt te zitten. Clinton brengt de ontwikkelingshulp het komend jaar met 136 miljoen terug tot 94 miljoen dollar. Navarro: ‘Tijdens de oorlog was de geldstroom niet te stuiten. Nu het rode gevaar is geweken, zijn we opeens niet meer interessant.’
Navarro’s organisatie probeert munt te slaan uit de verkiezingen door het milieu onder de aandacht te brengen van het grote publiek. Het groene vocabulaire maakte reeds zijn intrede in het politieke debat. Volgens Navarro is van werkelijke interesse echter geen sprake. ‘Hoe kunnen politici grotere welvaart nastreven terwijl de luchtvervuiling de belangrijkste doodsoorzaak van jonge kinderen is?’ vraagt hij zich af. ‘Ademhalen is hier nog gevaarlijker dan politiek bedrijven.’
Gaven de peilingen Zamora aanvankelijk geen schijn van kans tegen de oppermachtige Calderon Sol, de laatste maanden steeg zijn populariteit aanmerkelijk. Gesterkt door recente overwinningen van progressieve kandidaten in Honduras, Costa Rica en Venezuela, durft het FMLN nu zelfs aan een overwinning te gaan denken. Maar de geloofwaardigheid van Latijnsamerikaanse verkiezingspeilingen is zo mogelijk nog geringer dan die van de cpolls nhier te lande. Het blijft dus afwachten. Navarro is in elk geval tevreden dat Zamora zich in een verkiezingsspot uit milieu-overwegingen op een fiets hijst.
El salvador ‘ademen is hier gevaarlijker dan politiek bedrijven’
Met dank aan Kees Kodde
Aanstaande zondag kiest El Salvador zijn toekomstige regeerders. Twee jaar na het officiele einde van de burgeroorlog proberen de voormalige guerrillero’s een vaste plaats te veroveren in het parlement. Wat door de Salvadoranen de ‘verkiezing van de eeuw’ wordt genoemd, lijkt aan de rest van de wereld voorbij te gaan. ‘Nu het rode gevaar is geweken, zijn we niet meer interessant.’
www.groene.nl/1994/11