Deze vraag stelde David Starkey. Volgens de controversiële historicus heeft ze al die tijd niets gedenkwaardigs gedaan. ‘Ze zal haar naam niet verlenen aan een tijdperk. Of, naar ik vermoed, aan wat dan ook.’ Onze Elizabeth, zo schreef de Tudor-kenner, is een pragmaticus die vooral op de koninklijke winkel heeft gepast. Dat lag anders met haar beroemde vrouwelijke voorgangers Elizabeth I en Victoria, naar wie beiden een tijdperk is vernoemd.
Elizabeth passeert deze week Victoria als de langst regerende Britse vorst. Er zijn veel overeenkomsten tussen de twee grote kleine dames, zoals de onvoorwaardelijke liefde voor hun echtgenotes, het plichtsbesef, hun geloof in God (de protestantse), het conservatisme met de kleine ‘c’ en een waardering voor de Schotse cultuur. Beiden beschouwden hun eerste premier als hun mentor. Voor Elizabeth was dat Winston Churchill, voor Victoria Lord Melbourne, die hopeloos verliefd op haar zou worden.
Victoria kon bijkans als een absoluut monarch regeren. Zo bemoeide ze zich graag met de aanstelling van premiers om ze vervolgens te ‘helpen’ met hun regeringsbeleid. Onwelgevallige premiers kregen de volle laag, met name de liberaal William Gladstone, die in zijn vrije tijd prostituees hielp en werken van Homerus vertaalde. Voor haar onderdanen was de mensenschuwe Victoria onzichtbaar. Ze opende bruggen, ziekenhuizen noch parlementaire jaren. Haar contact met de bevolking bleef beperkt tot de publicatie van smeuïge en goedverkopende dagboeken.
Elizabeth zou zich daarentegen verre houden van politieke vraagstukken, al maakte ze op subtiele wijze haar onvrede kenbaar met Thatchers neoliberale revolutie, het verbod op de vossenjacht en het Verdrag van Maastricht. Zo staat dat laatste haaks op de eed die ze bij het bestijgen van de troon veertig jaar eerder had gemaakt, namelijk dat ze haar onderdanen zou besturen volgens hun eigen wetten en gewoonten. Met al haar premiers, de socialist Harold Wilson voorop, had ze aangenaam contact.
Ze stortte zich op het ceremoniële koningschap. Als geen ander wist ze dat Victoria, die een groot deel van haar leven rouwde over de voortijdige dood van haar eega, de monarchie had ondermijnd door haar onzichtbaarheid. ‘Ik moet worden gezien om te worden geloofd’, zou het credo van Elizabeth worden. In die zes decennia heeft ze vele duizenden plichtplegingen verricht, wat er mede toe heeft geleid dat ze in 2015 even populair is als in 1952.