Londen – Ruim een week na de festiviteiten voor het Platina Jubileum van koningin Elizabeth hangt er nog steeds een feeststemming bij de Trafalgar Tavern. In ijzer gegoten weet de beroemde vice-admiraal Horatio Nelson, die bij deze taveerne in Greenwich over de Theems staart, de koninklijke rivier, zich omringd door Union Jacks, geprint op vlaggetjes en parasols. Het doet denken aan de bekende regels uit Yesterday van The Beatles: ‘Yesterday, all my troubles seemed so far away/ Now it looks as though they’re here to stay.’
Voor problemen is maar een wandeling van vijf minuten nodig, naar een BP-tankstation langs Trafalgar Road, waar twee pond moet worden betaald voor een liter benzine. Of de kiosk waar krantenkoppen gewag maken van aankomende stakingen. Ook Boris Johnson heeft betere tijden gekend. Zijn vastgelopen premierschap doet denken aan die zomerdag tien jaar geleden, ten tijde van de Olympische Spelen, waarin hij met twee Britse vlaggetjes aan een kabelbaan in Victoria Park bungelt, vastgelopen door zijn overgewicht.
Net als bij de Olympische Spelen destijds leefden de Britten tijdelijk in een droomwereld, een wereld zonder economische, politieke of sociale problemen, een land met een gezamenlijke missie: de Queen bedanken. En weer was het de vorstin die zich opwierp als reddende engel. Indertijd ‘sprong’ ze als Bond-meisje samen met 007 met een parachute uit een vliegtuig, zogenaamd landend op het veld van het Olympisch Stadion.
Ditmaal zat Hare Majesteit (96) aan tafel thee te drinken met Beertje Paddington en tikte ze, op het ritme van de hit We Will Rock You van Queen, met haar lepel tegen het schoteltje. Dat was het startsein van een rockshow voor de poorten van Buckingham Palace. Het mooie van deze show was dat niet de oudjes de show stalen – Rod Stewart, Brian May, Diana Ross – maar de Londense straatdansers van Diversity die het publiek meevoerden via een reis door de popmuziek tijdens het elizabethaanse tijdperk.
Het Platina Jubileum was juist een multicultureel feest. In een mooi essay op het webzine UnHerd schreef Tanjil Rashid dat een van de vele verdiensten van de koningin haar strijd tegen nationalisme is geweest. Ze is nooit vergeten dat ze indertijd niet alleen koningin werd van het Verenigd Koninkrijk maar ook van het Gemenebest, waarbij landen op gelijke voet samen gingen werken. Mede daardoor is ze onder migranten net zo populair als onder de oorspronkelijke eilandbewoners, soms zelfs populairder.