Het gebeurde op het vliegveld van São Paulo. De Amerikaanse piloot had zijn vliegtuig aan de grond gezet en wilde door de grensbewaking heen Brazilië binnen. Ho, ho, dat gaat zomaar niet, zei de politieman. Eerst een foto van je, en je vingerafdrukken. Bekijk het maar, moet de piloot ongeveer hebben gezegd, en stak tegen de camera zijn middelvinger op. Lever je paspoort dan maar in. Dat krijg je terug nadat je 12,775 dollar boete hebt betaald.

De foto kwam in alle Braziliaanse kranten, de agent werd overstelpt met gelukwensen. Alleen als Brazilianen bij aankomst in Amerika niet meer worden gefotografeerd, doen wij het andersom ook niet meer, was de boodschap. De maatschappij betaalde; de piloot mocht weer naar huis. Die grensbewaker en de piloot verdienen samen een plaats in het jaaroverzicht van 2004.

Drie dagen tevoren had de burgemeester van Warschau laten weten dat hij niet naar New York en Chicago zou gaan, als hij bij zijn entree gefotografeerd zou worden en zijn vingerafdruk moest afstaan. Lech Kaczynski is een rechtse politicus. Staat achter Bush. Er zijn 2500 Poolse soldaten in Irak. In New York en Chicago huizen grote Poolse gemeenschappen. Het mocht allemaal niet baten. Kaczynski is thuis gebleven.

Binnenkort vliegt de KLM op transatlantische vluchten met air marshalls die kapers bijtijds buiten gevecht kunnen stellen, eventueel met een vuurwapen. De vereniging van piloten is tegen omdat beschadiging van de huid van het toestel of het inwendig mechanisme fatale gevolgen kan hebben. De maatschappij heeft toegegeven, vermoedelijk uit vrees voor represailles. Ook de Britten zijn akkoord gegaan. De Brazilianen, de piloten en de burgemeester zijn de enigen niet. In zijn boek The Price of Loyalty: George W. Bush, the White House and the Education of Paul O’Neill vertelt Ron Suskind hoe de president het Witte Huis, Amerika en de wereld probeert te regeren. Over de geheime voorbereidingen tot de oorlog in Irak, de leugens, de ideologische rechtvaardiging en de systematische zelfoverschatting, resulterend in voorbarig uitgeroepen zegepraal en hele en halve mislukkingen, weten we in grote lijnen alles. En ook over de techniek om zo’n mislukking tot de volgende overwinning om te bouwen. We verwijten dit bewind zijn uni lateralisme. Dat is vruchteloos omdat we er niets van substantie tegenin kunnen brengen. Want de enige substantie is in dit geval: macht. Dat is allemaal ouwe koek.

Het nieuwe in dit boek is dat hier door een vroegere insider, de ex-minister van Financiën, duidelijk wordt gemaakt hoe het unilateralisme niet tot de buitenlandse politiek beperkt blijft. De manier waarop de Amerikanen zelf worden geregeerd, bestaat ook uit éénrichtings verkeer.

Nu zijn we er getuige van hoe deze benadering van de hele wereld op haar eigen grenzen stuit. In Irak zijn intussen meer dan vijfhonderd Amerikanen gesneuveld, daarbij inbegrepen de 31 soldaten die zelfmoord hebben gepleegd. Die hebben allemaal familie. Op de plaatselijke televisie, die in dit grote land aanmerkelijk meer invloed heeft dan hier, wordt dat uitvoerig behandeld. Het leger kan nog niet naar huis. Irakezen raken onderling met elkaar slaags. Hoeveel er sinds het begin van de oorlog het leven hebben gelaten weet niemand, zelfs niet op de duizend nauwkeurig. Coalitiegenoten (behalve blijkbaar het Nederland van premier Balkenende) beginnen te twijfelen. Niet aan de zegenrijke arrestatie van Saddam Hoessein, maar aan de wijsheid van de investeringen die dit gekost heeft, en vooral aan de toekomst van de Coalitie in Irak. Nog even doorzetten, zegt de president.

Voor mensen als ik, die nog een directe ervaring met het jongste verleden hebben, doet Irak meer en meer denken aan een koloniaal conflict. Dezelfde theorieën, dezelfde mentor achtige houding tegenover een volk dat zich bevrijd zou moeten achten maar zich onderworpen voelt, dezelfde superioriteit van degenen die de lakens uitdelen en soms zelfs een terminologie van meer dan een halve eeuw geleden. «Die mensen hebben alleen respect voor macht. Ze zijn gewend aan de harde hand.» Het werkt niet, evenmin als toen.

In de voorbereidingen tot de oorlog werd de Amerikaanse politiek unilateraal genoemd. Washington kon zijn gang gaan omdat het zich als enige hypermacht dit unilateralisme kon veroorloven. Deze term past langzamerhand niet meer op de werkelijkheid. In kringen van neoconservatieve denkers wordt gezegd dat Amerika door zijn macht gedoemd is een «empire lite» te zijn, een hegemoon maar dan zonder de gebreken van de kolonisatie die vroegere impe riale machten ten slotte tot uitputting en opheffing hebben gebracht. De manier waarop dit bewind het empire lite beoefent, doet sinds de elfde september steeds meer denken aan gewoon ouderwets imperiaal gedrag, met dit verschil dat het zich nu tot de hele planeet kan uitstrekken als het zo te pas komt.

Dat wil de hele planeet niet, zoals blijkt uit het verzet van de Braziliaanse grensbewakers, de piloten en groot-ayatollah Ali Sistani die dit jaar verkiezingen wil. «U bent nog niet rijp», zegt Washington. «U begrijpt de gevaren niet.» Dan antwoorden de betrokkenen dat ze dit zelf wel zullen uitmaken. Dat heeft niets met anti-amerikanisme te maken. Zie het als een nieuwe dekolonisatie, vroeg genoeg begonnen om dit empire lite te kunnen voorkomen.